In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Media Monkeys B.V. en Boxx Opslagverhuur B.V. Media Monkeys, de eiseres, vorderde dat Boxx Opslagverhuur zou worden verboden om inbreuk te maken op haar auteursrechten door gebruik te maken van een website die Media Monkeys voor Boxx Opslagverhuur had gebouwd. Media Monkeys stelde dat er een impliciete licentie was verleend voor het gebruik van de website, maar dat deze was vervallen omdat Boxx Opslagverhuur haar facturen niet had voldaan. Boxx Opslagverhuur betwistte echter dat Media Monkeys auteursrecht had op de website, omdat zij zelf de teksten en afbeeldingen had aangeleverd en instructies had gegeven voor de bouw van de website.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Media Monkeys bij de bouw van de website eigen creatieve keuzes had gemaakt, wat haar auteursrecht bevestigde. Echter, de rechter concludeerde dat er geen expliciete betalingsvoorwaarde was overeengekomen in de licentieovereenkomst, waardoor de impliciete licentie onvoorwaardelijk was. De rechter wees de vordering van Media Monkeys af, omdat het verzoek om een verbod op het gebruik van de website zou betekenen dat Boxx Opslagverhuur gedwongen zou worden om een betwiste vordering te voldoen, wat in strijd zou zijn met de goede procesorde.
Daarnaast werd Media Monkeys veroordeeld in de proceskosten van Boxx Opslagverhuur, die op € 5.783,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de rechter heeft bepaald dat het uitvoerbaar is bij voorraad.