Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.ARTHUR KAREL [eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- het deurwaarderexploot van 4 juni 2013, waarbij aan [gedaagde], op de voet van artikel 613 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), een gespecificeerde staat van de te vereffenen schade is betekend, tot voldoening waarvan [gedaagde] bij vonnis van 4 augustus 2010 van deze rechtbank (zaaknummer/rolnummer 440513 / HA ZA 09-3306, bekrachtigd door het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 december 2011) ten behoeve van [eiser 1] is veroordeeld, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 21 augustus 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 15 januari 2014 en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen, waaronder een akte vermeerdering van eis.
2.De feiten
Conclusie
een gemeenschappelijke bouwmuur.De souterrain niveaus zijn van beide panden liggen bijna op dezelfde hoogte.
3.Het geschil
4.De beoordeling
zeker gezien de huidige marktomstandighedengeen waardestijging ten opzichte van de in 2007 betaalde koopprijs ziet. Het is dan ook goed mogelijk dat de woning ten tijde van de verklaring van de makelaar, oktober 2012, in absolute termen niet meer waard was dan ten tijde van de aankoop (in 2007, nog voor de vastgoedcrisis), maar dat staat er niet aan in de weg dat de woning door de nieuwe fundering als zodanig een hogere waarde heeft dan met de oude fundering en dat daardoor de vermogenstoestand van [eiser 1] is verbeterd.
5.De beslissing
13 augustus 2014voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,