ECLI:NL:RBAMS:2014:527
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende luchtdrukwapen en de kwalificatie als vuurwapen
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 6 februari 2014 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, stond de vraag centraal of het aangetroffen luchtdrukwapen, merk Shin Sung, kaliber 9mm, als een wapen van categorie I onder 7° van de Wet wapens en munitie (WWM) kon worden gekwalificeerd. De verdachte was beschuldigd van het doen binnenkomen van dit wapen in Nederland. Tijdens de zitting op 23 januari 2014 werd het onderzoek gevoerd, waarbij de officier van justitie, mr. J.H. van der Meij, en de raadsman van de verdachte, mr. G.J.A.F. Beulen, hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de verdachte voldoende op de hoogte was van de beschuldigingen.
De rechtbank beoordeelde vervolgens de bewijsvoering en de argumenten van beide partijen. De officier van justitie stelde dat het luchtdrukwapen een sprekende gelijkenis vertoonde met een dubbelloops hagelgeweer, en dat het daarom onder de WWM viel. De verdediging betwistte dit en voerde aan dat het wapen niet voldeed aan de criteria van de WWM, en dat er geen sprake was van een bewuste nabootsing van een vuurwapen. De rechtbank nam de criteria van het gerechtshof Amsterdam over en concludeerde dat het luchtdrukwapen geen (vrijwel) exacte kopie was van een vuurwapen en dat er geen bewuste nabootsing was.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan het ten laste gelegde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en gelastte de teruggave van het in beslag genomen luchtdrukwapen. Dit vonnis werd uitgesproken op 6 februari 2014 door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Amsterdam.