Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[de moeder],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
‘om te bezien in hoeverre zij in staat zijn uitvoering te kunnen geven aan het op een adequate en verantwoorde wijze vorm geven van het contact tussen[de vader] en [het kind]’. Ter zitting heeft[de vader] desgevraagd verklaard dat het psychologisch onderzoek (nog) niet heeft plaatsgevonden. [de moeder] is inmiddels wel aangemeld voor een psychologisch onderzoek bij Stichting MEE. Zoals de voorzieningenrechter reeds ter zitting aan[de vader] heeft toegelicht bestaat er, zolang het psychologisch onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden, geen aanleiding de bestaande omgangsregeling, in weerwil van het advies en de schriftelijke aanwijzing van JBRA, uit te breiden. Dit betekent dat de vordering van[de vader] jegens [de moeder] eveneens zal worden afgewezen.