Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2014 in de zaak tussen
[eiseres], te[woonplaats], eiseres
Procesverloop
Feiten en omstandigheden
Inhoudelijke beoordeling
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 3 september 2014, staat de beëindiging van het functiegebonden pakket van eiseres centraal. Eiseres, werkzaam als wijkteamchef, had recht op een pakket dat onder andere een maandelijkse bereikbaarheidsvergoeding en extra verlofuren omvatte. Na haar arbeidsongeschiktheid in 2011 werd zij tijdelijk tewerkgesteld in een andere functie, wat leidde tot de beslissing van de hoofdcommissaris van politie om het functiegebonden pakket af te bouwen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder.
De rechtbank oordeelt dat de afbouw van het functiegebonden pakket gerechtvaardigd was, omdat eiseres feitelijk niet meer de taken van haar functie vervulde. De rechtbank wijst erop dat de toelage tijdelijk was en aan de functie was gekoppeld. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond dat zij de werkzaamheden van haar functie bleef uitvoeren. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd verworpen, omdat de situatie van eiseres niet vergelijkbaar was met die van andere collega’s. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel faalde, omdat er geen toezeggingen waren gedaan over het behoud van het pakket.
Daarnaast werd het beroep op schending van eigendomsrechten afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een ontneming van eigendom in de zin van het Eerste Protocol bij het EVRM, omdat het functiegebonden pakket niet als een persoonsgebonden recht kan worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.