ECLI:NL:RBAMS:2014:619

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2014
Publicatiedatum
17 februari 2014
Zaaknummer
CV 13-18521
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.D. Bonga - Sigmond
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis in zaak over ziektekostenverzekering en betalingsachterstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 januari 2014 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een verstekvonnis van 27 mei 2013. De opposant, N.V. Univé Zorg, had een vordering ingesteld wegens achterstallige premiebetalingen door de verzekerde, die naar het buitenland was verhuisd. De opposant stelde dat hij zijn verzekering had opgezegd, maar Univé weigerde deze opzegging te accepteren vanwege een betalingsachterstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsvoorwaarden van Univé, die het onmogelijk maken om de verzekering op te zeggen bij betalingsachterstand, in dit geval onredelijk bezwarend zijn. Dit is gebaseerd op de overweging dat de verplichting tot verzekering vervalt bij vertrek naar het buitenland. De rechtbank oordeelde dat Univé de opzegging van de verzekering had moeten accepteren, ondanks de betalingsachterstand. Het verstekvonnis werd vernietigd en de oorspronkelijke vordering van Univé werd afgewezen. Univé werd veroordeeld in de proceskosten van de opposant, met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding, omdat het niet verschijnen op de oorspronkelijke dagvaarding voor risico van de opposant blijft. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een redelijke wetsuitlegging in gevallen van vertrek naar het buitenland en de gevolgen daarvan voor de verplichting tot verzekering.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

AFDELING PRIVAATRECHT

Kenmerk : CV 13-18521
Datum : 16 januari 2014

178

Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:

[opposant]

wonende te [woonplaats]
opposant
nader te noemen [opposant]
gemachtigde: mr. M. Dickhoff
t e g e n:

de naamloze vennootschap N.V. UNIVÉ ZORG

gevestigd te Zwolle
geopposeerde
nader te noemen Univé
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarders [gerechtsdeurwaarder 1] & [gerechtsdeurwaarder 2]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 27 mei 2013 is tegen [opposant] een verstekvonnis gewezen.
Tegen dat vonnis is [opposant] in verzet gekomen.
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding met bewijsstukken van 16 juli 2013 waarmee [opposant] in verzet is gekomen.
Bij tussenvonnis van 14 augustus 2013 is een schriftelijke voortzetting van de procedure bepaald. Vervolgens zijn ingediend:
  • de conclusie van antwoord in het verzet van Univé met bewijsstukken
  • de conclusie van repliek in het verzet van [opposant].
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
[opposant] heeft zich met ingang van [datum] bij Univé verzekerd tegen ziektekosten.
1.2.
Artikel 6.3.4 van de Univé verzekeringsvoorwaarden 2011 bepaalt dat de verzekerde de verzekering niet kan opzeggen indien er sprake is van een betalingsachterstand en Univé daarvoor een aanmaning heeft gestuurd.
1.3.
Bij brieven van 9 februari 2011 en 24 maart 2011 heeft Univé aan [opposant] bericht dat deze een betalingsachterstand heeft van € 282,80, inclusief € 15,00 administratiekosten.
1.4.
Tussen 28 april 2011 en 14 mei 2011 heeft [opposant] Univé via haar website bericht dat hij op 28 april 2011 naar Italië is verhuisd en daarom de verzekering wenst te beëindigen.
1.5.
Een medewerker van Univé heeft bij e-mail van 13 mei 2011 aan [opposant] meegedeeld dat [opposant] een betalingsachterstand heeft van € 282,80. Voor de betaling ervan verwijst de medewerker naar Graydon te Amsterdam. De medewerker wijst erop dat als de hele schuld is betaald [opposant] te kennen kan geven dat hij de ziektekostenverzekering wil beëindigen. In dat geval zal het verzoek worden beoordeeld.
1.6.
Bij e-mail van 14 mei 2011 heeft [opposant] te kennen gegeven dat hij contact zal zoeken met Graydon voor een betalingsregeling daar hij op dit moment zonder werk zit en het bedrag niet in één keer kan betalen. Hij verzoekt bovendien om specificatie van het betreffende bedrag, daar hij meent met betalingen volledig bij te zijn.
1.7.
Op deze laatste e-mail heeft Univé niet meer geantwoord.
1.8.
Op 29 juli 2011 heeft [opposant] het hierboven genoemde bedrag aan achterstallige premie aan Graydon betaald.
1.9.
De premies van mei 2011 tot en met juli 2011 zijn door [opposant] via automatische incasso betaald. Vanaf 29 september 2011 is eerst Univé en daarna Graydon [opposant] gaan aanschrijven op diens bij Univé bekende [adres] voor premieachterstand vanaf 1 september 2011.
1.10.
Bij brief van 11 december 2012 heeft deurwaarderskantoor [gerechtsdeurwaarder 1] en [gerechtsdeurwaarder 2] [opposant] gesommeerd tot betaling van een bedrag van € 981,36. De brief was geadresseerd aan het op dat moment uit de gemeentelijke basisadministratie blijkende adres van [opposant]. Bij brief van 18 december 2012 bevestigt dit deurwaarderskantoor aan [opposant] een betalingsregeling voor een bedrag van € 982,14. Deze betalingsregeling is door [opposant] niet nagekomen.

Vordering

2.
In deze verzetprocedure vordert [opposant] vernietiging van bovengenoemd verstekvonnis, met ontzegging van de oorspronkelijke vordering aan Univé. Bij het verstekvonnis van 27 mei 2013 is [opposant] veroordeeld tot betaling van € 733,85 aan hoofdsom vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. [opposant] stelt dat hij in april 2011 Nederland heeft verlaten, voor een verblijf van anderhalve maand in Italië, waarna hij is vertrokken naar Schotland. Pas in april 2012 is hij weer teruggekeerd en woonachtig in Nederland. [opposant] heeft Univé per e-mail geïnformeerd over zijn vertrek en daarbij de ziektekostenverzekering opgezegd. Daarop is hij geïnformeerd over een betalingsachterstand en heeft hij een specificatie daarvan gevraagd. Op dat laatste verzoek heeft [opposant] geen reactie gekregen. De verzekering is door de opzegging geëindigd en ten onrechte heeft Univé aan deze opzegging geen gehoor gegeven, althans Univé heeft geen adequate reactie gegeven op het verzoek tot opzegging, aldus [opposant].
3.
Univé blijft bij haar oorspronkelijke vordering en voert nog aan dat de verzekering in april 2011 niet door opzegging is geëindigd, omdat [opposant] op dat moment een betalingsachterstand had en de verzekeringsvoorwaarden bepalen dat de verzekering onder die omstandigheden niet kan worden opgezegd.
4.
Het onder 1.2 genoemde artikel van de Univé verzekeringsvoorwaarden, dat het de verzekerde onmogelijk maakt om tijdens een premieachterstand op te zeggen, is een vertaling van artikel 8A van de zorgverzekeringswet. Blijkens de memorie van toelichting bij dit artikel is hierbij de achterliggende gedachte dat moet worden voorkomen dat wanbetalers van verzekeraar naar verzekeraar gaan, steeds onder achterlating van onbetaalde schulden.
5.
Het bovenstaande betekent dat een redelijke wetsuitlegging met zich meebrengt dat bovengenoemd artikel van de zorgverzekeringswet niet van toepassing is in het geval de betrokken verzekerde niet langer behoort tot de kring van personen voor wie de wettelijk geregelde verplichting tot verzekering geldt, en die om die reden opzegt. Dit kan zich voordoen bij vertrek naar het buitenland. Immers het dient geen enkel redelijk doel om een verzekerde van wie de verplichting tot verzekering is komen te vervallen, op grond van premieachterstand te dwingen de verzekering voort te zetten met als mogelijk gevolg dat een betalingsachterstand nodeloos toeneemt.
6.
Aangezien vertrek naar het buitenland de reden is die [opposant] in april 2011 aan zijn opzegging ten grondslag heeft gelegd, moet de verzekeringsvoorwaarde waar Univé zich bij haar weigering de opzegging te accepteren op beroept, voor dat geval als onredelijk bezwarend worden aangemerkt, hetgeen betekent dat zij buiten toepassing blijft.
7.
Het bovenstaande betekent dat Univé, ondanks premieachterstand, de opzegging van [opposant] wel degelijk in behandeling had behoren te nemen, met toetsing van de door [opposant] gegeven opzeggingsgrond. Indien als resultaat van die toetsing de juistheid van deze opzeggingsgrond zou zijn komen vast te staan, had Univé, ondanks het bestaan van een premieachterstand, de opzegging moeten accepteren.
8.
Voor de onderhavige procedure betekent dit dat de gegrondheid van de vordering niet is komen vast te staan, zodat deze alsnog wordt afgewezen.
9.
[opposant] is mitsdien op goede gronden in verzet is gekomen zodat het verstekvonnis van 27 mei 2013 moet worden vernietigd.
10.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt Univé veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [opposant], behoudens de kosten van het uitbrengen van de verzetdagvaarding, nu het niet verschijnen op de oorspronkelijke dagvaarding in beginsel voor risico van [opposant] blijft en [opposant] onvoldoende heeft gesteld om van dit uitgangspunt te kunnen afwijken. De enkele opmerking onder 2 van de verzetdagvaarding dat de inleidende dagvaarding opposant niet tijdig heeft bereikt omdat hij recent naar [woonplaats] is verhuisd is daartoe onvoldoende.

BESLISSING

De kantonrechter:
vernietigt het verstekvonnis op 27 mei 2013 tussen partijen gewezen.
wijst de oorspronkelijke vordering van Univé af;
veroordeelt Univé in de kosten van de procedure aan de zijde van [opposant] tot op heden begroot op € 200,00, voorzover verschuldigd inclusief BTW, aan salaris van haar gemachtigde
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. E.D. Bonga - Sigmond, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 januari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter