Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 december 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 19 maart 2014, waarbij een comparitie van partijen met plaatsopneming is gelast,
- het proces-verbaal van descente en van comparitie, gehouden op 4 juli 2014, met de daarin vermelde faxbrief en productie zijdens [eiseres].
2.De feiten
grenst aan het perceel kadastraal bekend [plaats] [perceel 4] (hierna: [perceel 4]), plaatselijk bekend [wijk]. De [wijk] is een openbare weg). [perceel 4] was voorheen onderdeel van een groter perceel, kadastraal bekend [plaats] [perceel 5] (hierna: [perceel 5]).
“(…)
inhoudende een tijdelijk recht van overpad, waarbij de eigenaar van het dienend erf, zijnde het perceel plaatselijk bekend [wijk](…)
[plaats], uitmakende een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente [plaats] sectie [perceel 5](…)
, hierna te noemen: het “dienende erf”, dient te gedogen dat om van en naar het heersend erf, het perceel plaatselijk niet nader bekend, kadastraal bekend gemeente [plaats] sectie [perceel 1](…)
, te komen, gebruik wordt gemaakt van de thans aanwezige weg.Ter zake van deze erfdienstbaarheid zullen de navolgende bepalingen gelden:
[wijk] (t.o. [straat])” (hierna: de omgevingsvergunning).
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)