In deze zaak vordert eiseres, een horecazaak exploiterend in een bedrijfsruimte, dat gedaagde, de eigenaar van de bedrijfsruimte, deze aan haar te koop aanbiedt onder dezelfde voorwaarden als aan een derde partij, Stadsdeel BV. Eiseres stelt dat zij recht heeft op de koop van de bedrijfsruimte op basis van een overeenkomst uit 2004, waarin het recht van eerste koop is vastgelegd. Gedaagde heeft echter de bedrijfsruimte verkocht aan Stadsdeel BV zonder overeenstemming te bereiken met eiseres over de koopprijs. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst uit 2004 niet voldoende duidelijkheid biedt over de voorwaarden waaronder de verkoop aan eiseres zou moeten plaatsvinden. Er is geen koopprijs overeengekomen en de rechtbank concludeert dat het recht van koop niet automatisch leidt tot een verplichting voor gedaagde om de bedrijfsruimte aan eiseres te verkopen. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af, omdat er geen bindende afspraken zijn gemaakt over de koopprijs en de voorwaarden van de verkoop. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 1.404,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.F. Aalders op 5 november 2014.