Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Gronden van de beslissing
2.De beoordeling
3.De beslissing
€ 97,50(exclusief BTW)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 januari 2014 uitspraak gedaan in een rekestprocedure naar aanleiding van een bezwaarschrift ex artikel 8 van de Wet Tarieven in Strafzaken (WTS). De zaak betreft een getuige die bezwaar heeft gemaakt tegen de hoogte van de aan hem toegekende vergoeding voor het afleggen van een getuigenverklaring in een strafzaak. De getuige, die zelfstandig ondernemer is, stelde dat hij door het afleggen van de getuigenverklaring inkomsten heeft gederfd. De voorzieningenrechter overweegt dat de Wet Tarieven in Strafzaken beoogt om het financieel nadeel dat betrokkenen lijden door hun verschijning voor de rechter te compenseren, zonder dat er een financieel voordeel ontstaat. De wet bepaalt dat de vergoeding voor getuigen is vastgesteld op € 6,81 per uur, maar laat ruimte voor een hogere vergoeding voor zelfstandig ondernemers. De voorzieningenrechter concludeert dat de getuige aannemelijk heeft gemaakt dat hij inkomsten heeft gederfd en kent hem een vergoeding toe van € 32,50 per uur voor een tijdverzuim van 3 uur, wat resulteert in een totaalbedrag van € 97,50 voor tijdverzuim en € 4,66 voor reiskosten, wat samen een totaal van € 102,16 oplevert. De beslissing is genomen in het belang van de geest van de wet, waarbij de voorzieningenrechter de argumenten van de getuige en de griffier heeft afgewogen.