Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK GENAAMD ‘HET SPINHUIS’, AAN DE OUDEZIJDS ACHTERBURGWAL 185 TE(1012 DK) AMSTERDAM (c.q. Korte Spinhuissteeg 3 te (1012 CG) Amsterdam),
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Alhoewel er geen vastomlijnde definitie van dit begrip is, wordt dit in het algemeen gebruikt voor situaties waarbij op een geweldloze wijze wordt geprotesteerd tegen een bestaande situatie, waarbij men een politiek-maatschappelijk doel, en niet het eigenbelang, op het oog heeft. Veelal wordt tevens gesteld dat het moet gaan om een wijze van actievoeren die in het openbaar geschiedt en waarbij de gevolgen van een eventueel strafrechtelijk ingrijpen alsmede de mogelijke aansprakelijkheid voor schadevergoeding, worden aanvaard.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de bezetting van het Spinhuis aan deze eisen voldoet. De krakers protesteren daarmee tegen bepaalde aspecten van het door de UvA gevoerde beleid in het bijzonder inzake de common room en zij ontplooien in het Spinhuis activiteiten in het algemeen belang, zoals lezingen, debatavonden en filmavonden. Een en ander speelt zich in de openbaarheid af. Dit betekent dat de UvA binnen zekere grenzen een dergelijke actie heeft te dulden, in ieder geval zolang zij geen zwaarderwegend belang heeft bij gebruik van het Spinhuis. Dat zwaarderwegend belang zal dan bovendien voldoende spoedeisend moeten zijn om een voorziening in kort geding te rechtvaardigen.
5.De beslissing
pro formaaan tot
15 december 2014 te 12.00 uuren houdt iedere verdere beslissing aan.