ECLI:NL:RBAMS:2014:7698

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
17 november 2014
Zaaknummer
C-13-555504 - HA ZA 13-1801
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor schade aan wandafwerking in nieuwbouwproject

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Bouwdam B.V. en de stichting Woningstichting Rochdale over de aansprakelijkheid voor schade aan de wandafwerking van sanitaire ruimtes in een nieuwbouwproject. Bouwdam, als aannemer, heeft in opdracht van Rochdale een nieuwbouwproject gerealiseerd voor de opvang van drugsverslaafden. Na oplevering van het project op 17 februari 2012 meldde Rochdale schade aan de wanden van enkele sanitaire ruimtes. De schade werd onderzocht door het Verf Advies Centrum (VAC) en adviesbureau COT B.V., die concludeerden dat de wandafwerking niet geschikt was voor het beoogde gebruik.

Rochdale vorderde in reconventie de herstelkosten van Bouwdam, terwijl Bouwdam in conventie betaling van een openstaande aanneemsom van € 55.000,- vorderde. De rechtbank oordeelde dat Bouwdam tekortgeschoten was in haar verplichtingen, omdat de wandafwerking niet voldeed aan de eisen voor intensief gebruik. De rechtbank stelde vast dat Bouwdam verantwoordelijk was voor de uitvoerings- en kostentechnische aspecten van het project en had moeten waarschuwen voor de risico's van de gekozen wandafwerking.

De rechtbank hield de eindbeslissing aan en stelde partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over de schadebegroting. De zaak illustreert de verantwoordelijkheden van aannemers bij de uitvoering van bouwprojecten en de noodzaak om adequaat te reageren op signalen van schade.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/555504 / HA ZA 13-1801
Vonnis van 19 november 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOUWDAM B.V.,
gevestigd te Volendam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.J. de Boer te Hoorn
tegen
de stichting
WONINGSTICHTING ROCHDALE,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Bouwdam en Rochdale genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 november 2013, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
  • het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2014 met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bouwdam is aannemer. Rochdale is een woningstichting. Bouwdam heeft in opdracht van Rochdale nieuwbouw gerealiseerd ten behoeve van opvang van drugsverslaafden door HVO Querido aan de Flierbosdreef te Amsterdam Zuidoost (hierna: de nieuwbouw). Het programma betrof 2100m2 pensionvoorziening met 24-uurs woonbegeleiding, ingedeeld in vier van elkaar gescheiden woongroepen met elk zes wooneenheden, alsmede 15 plaatsen voor crisisopvang en algemene- en bedrijfsvoorzieningen.
2.2.
Rochdale heeft Bouwdam in een vroeg stadium bij de bouwplannen betrokken. In december 2008 hebben Rochdale en Bouwdam een bouwteamovereenkomst gesloten. Van het bouwteam maakten ook deel uit het [architect] (hierna: de architect), een constructeur, een installatiebureau en een kostendeskundige. In de bouwteamovereenkomst is onder meer vastgelegd dat Rochdale de voorbereiding van het bouwproject in bouwteamverband wilde laten plaatsvinden om gebruik te kunnen maken van de specifieke ervaring en deskundigheid van alle bouwteamleden teneinde een optimale verhouding tussen prijs en kwaliteit te verkrijgen, in een zo kort mogelijke tijd en binnen het projectbudget.
In artikel 6.2 van de bouwteamovereenkomst is opgenomen dat van Bouwdam als aannemer inbreng werd verwacht op het gebied van uitvoerings- en kostendeskundigheid. In dat kader diende Bouwdam de uitvoerings- en kostentechnische aspecten van de in het bouwteam voorgestelde plannen en aanbiedingen te beoordelen, alsmede – indien zinvol – voorstellen te doen voor alternatieven voor de in het bouwteam voorgestelde plannen en aanbiedingen.
2.3.
In november 2011 hebben Rochdale en Bouwdam ter vervanging van de bouwteamovereenkomst een aannemingsovereenkomst gesloten. De aanneemsom voor de nieuwbouw van de verslaafdenopvang Flierbosdreef bedroeg ruim € 3,6 miljoen.
In paragraaf 46.33.24-a van het tot de contractstukken behorende bestek zijn met betrekking tot de wandafwerking van de sanitaire ruimten de volgende eisen geformuleerd:
2.4.
Op het bouwproject moest bezuinigd worden. Dit was een ‘centraal thema’ in de bouwoverleggen.
2.5.
Om de kosten te drukken werd in de nota van wijzigingen van 24 november 2010 door de architect de volgende wijziging in het bestek aangebracht:
2.6.
Uit de notulen van de 15e werkvergadering van 12 september 2011 blijkt dat [naam 1], werkvoorbereider van Bouwdam, aan [naam 2] van Rochdale per sanitaire ruimte de verschillende afwerkingen heeft aangegeven en afgeprijsd. Verder blijkt dat [naam 2] dit document aan HVO Querido zou verstrekken zodat zij dit tijdens hun bestuursvergadering konden bespreken, waarna een definitieve keuze kon worden gemaakt.
2.7.
Bij e-mailbericht van 19 oktober 2011 deelt [naam 1] aan de architect ([architect]) mede:
2.8.
Dit voorstel is door architect en opdrachtgever geaccepteerd. De keuze om geen glasvlies toe te passen heeft volgens de signaleringslijst meer-/minderwerk van 14 maart 2012 een besparing opgeleverd van € 9.107,69.
2.9.
In de uitvoeringsfase van de bouw zijn in de ongeveer 40 sanitaire ruimtes van de nieuwbouw zogenaamde metal stud scheidingswanden van gipskartonplaat geplaatst. Bouwdam heeft de afwerking van deze wanden in onderaanneming aan [bouwbedrijf] opgedragen. Bolidt Kunststoftoepassingen B.V. heeft als onderaannemer van [bouwbedrijf] het verfsysteem Bolidt Plycoat H als wandafwerking aangebracht.
2.10.
De oplevering van de nieuwbouw verslaafdenopvang Flierbosdreef vond plaats op 17 februari 2012.
2.11.
Op 7 mei 2012 meldt Rochdale aan Bouwdam schade aan de wanden van enkele sanitaire ruimtes. Op 1 juni 2012 hebben Rochdale en Bouwdam gezamenlijk de schade opgenomen. Overeenstemming over de oorzaak van de schade werd niet bereikt.
2.12.
Het Verf Advies Centrum (VAC) heeft in opdracht van Rochdale bij acht sanitaire ruimtes steekproefsgewijs de staat van de wandafwerking beoordeeld, onder meer door de gemiddelde laagdikte van het verfsysteem te meten. Op 19 juli 2012 heeft zij een onderzoeksrapport uitgebracht. Hierin staat onder meer dat bij zes van de acht natte ruimtes verfschade in meer of mindere mate aanwezig is. Het onderzoek betrof de volgende ruimtes:
2.13.
Bij brief van 17 september 2012 heeft Rochdale aan Bouwdam meegedeeld dat de betaling van de laatste bouwtermijn met [factuurnummer] werd opgeschort, onder meer in verband met het ontbreken van inzicht in de omvang van de herstelkosten van de schade aan de wanden.
2.14.
Op 20 februari 2013 heeft adviesbureau COT B.V. (COT) in opdracht van Rochdale nader onderzoek verricht naar de oorzaak van de schade. In het onderzoek zijn dezelfde ruimtes betrokken die door VAC zijn onderzocht. COT heeft schriftelijk advies uitgebracht op 27 maart 2013. Zij concludeert dat de gekozen ondergrond, het toegepaste reparatiemateriaal in combinatie met de laagdikte van het verfsysteem en de opbouw van het gekozen systeem, te risicovol is voor natte ruimtes die intensief gebruikt worden.
De gebreken komen in meerdere mate voor in de ruimtes A16, A17, A18 en C1 t.o.v de andere ruimtes die in het onderzoek zijn betrokken.
2.15.
De ruimtes A17 en A18 zijn sanitaire ruimtes ten behoeve van crisisopvang. De ruimte A16 is een invalidendouche/toilet. Deze ruimte is sedert de oplevering nauwelijks gebruikt. De overige vijf sanitaire ruimtes worden gebruikt voor opvang van drugsverslaafden in niet-crisissituaties.
2.16.
Op 12 maart 2013 (concept, productie 28 bij dagvaarding) en 7 mei 2013 (productie 4 bij conclusie van antwoord in conventie) heeft COT in opdracht van Rochdale een globaal herstel- en onderhoudsadvies uitgebracht. COT adviseerde vervanging van de bestaande gipsbeplating en betegeling van de vernieuwde wanden in de ruimtes A16, A17, A18. Voor de overige ruimtes die minder intensief werden gebruikt, te weten F6, B1, C1, D1, E7 werd geadviseerd deze na reparatie te voorzien van het verfsystem Plywood H (
rb: kennelijk wordt bedoeld Bolidt Plycoat H).
2.17.
Op 6 juni 2013 hebben partijen gezamenlijk de 40 sanitaire ruimtes bezocht. Van deze opname is een (foto)rapportage opgemaakt die zich bij de stukken bevindt.
2.18.
Bouwbedrijf Logchies heeft in opdracht van Rochdale werkzaamheden uitgevoerd. In de opdrachtbevestiging staat dat de werkzaamheden betreffen het herstel van alle natte ruimtes, waarbij de ruimtes A17 en A18 worden betegeld en de wanden van de overige natte ruimtes worden afgewerkt met Plycoat H/WS. Rochdale heeft de facturen van Logchies ad € 74.648,54 exclusief btw betaald.
2.19.
Rochdale heeft van de aanneemsom een gedeelte groot € 55.000,- niet betaald ondanks aanmaning van Bouwdam.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Bouwdam vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Rochdale tot betaling van € 55.000,-, vermeerderd met btw, rente en kosten. Bouwdam stelt dat Rochdale ten onrechte heeft nagelaten de aanneemsom geheel te voldoen.
3.2.
Rochdale voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
in reconventie
3.4.
Rochdale vordert veroordeling van Bouwdam tot betaling van € 74.648,54 met btw, rente en kosten waaronder nakosten. Rochdale stelt dat Bouwdam gehouden is de herstelkosten te vergoeden die Rochdale heeft moeten maken om de schade aan de wanden van de sanitaire ruimtes te verhelpen.
3.5.
Bouwdam voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en reconventie

4.1.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de aansprakelijkheid voor de schade die kort na de oplevering is ontstaan aan de wanden van sanitaire ruimtes in de nieuwbouw.
4.2.
Rochdale stelt dat de door Bouwdam gekozen uitvoering van de wandafwerking niet voldeed. De wanden bleken niet geschikt voor het overeengekomen gebruik, te weten de opvang - waaronder crisisopvang - van drugsverslaafden. Bouwdam weigerde aansprakelijkheid te erkennen. Ondanks ingebrekestelling is zij niet overgegaan tot volledig herstel. Zij dient de kosten van door Logchies uitgevoerde herstelwerkzaamheden te vergoeden.
Rochdale erkent haar verplichting tot betaling van de restant aanneemsom van € 55.000,-, maar stelt dat de door haar geleden schade hiertegen wegvalt.
4.3. Bouwdam betwist te zijn tekortgeschoten. De wandafwerking is zodanig uitgevoerd dat deze kon worden gebruikt voor het beoogde doel. Bouwdam stelt dat de wandafwerking geschikt was voor intensief gebruik. Zij stelt echter niet aansprakelijk te zijn voor de schade als gevolg van door gebruikers toegebrachte beschadigingen aan de wanden. Rochdale zou niet als eis hebben gesteld dat de ruimtes
hufterproofdienden te zijn. Voorzover de beschadigingen aan het verfsysteem andere oorzaken heeft is zij vanaf het moment van constateren bereid geweest tot herstel over te gaan. Dit herstel is door toedoen van Rochdale vertraagd, waardoor de schade als gevolg van inwerking van vocht op de wanden veel groter is geworden. Dit komt voor rekening van Rochdale, aldus Bouwdam.
4.4.
Naar de oorzaken van de schade is door VAC en COT onderzoek ingesteld. Dit onderzoek heeft zich beperkt tot acht sanitaire ruimtes in de nieuwbouw, te weten A16, A17, A18, F6, B1, C1, D1 en E7. VAC concludeert dat de laagdikte van het Bolidt verfsysteem op de wanden niet overal voldoet aan de besteksomschrijving en dat in de ruimtes A16, A17 en A18 een ander verfproduct is toegepast met een slechtere hechting. COT komt in haar advies tot de conclusie dat de gekozen ondergrond, het toegepaste reparatiemateriaal in combinatie met de laagdikte van het verfsysteem en de opbouw van het gekozen systeem te risicovol is voor natte ruimtes die intensief gebruikt worden.
4.5.
Op basis van deze rapporten, de stellingen van partijen en de overige stukken is voldoende aannemelijk dat de conclusie van COT de juiste is. Het zal er dus voor worden gehouden dat de schade aan de onderzochte wanden in de acht sanitaire ruimtes is veroorzaakt doordat de afwerking van de wanden in die ruimtes, waaronder enkele crisisruimtes, onvoldoende bestand bleek tegen intensief gebruik door drugsverslaafden. Dat, zoals VAC in haar rapport naar voren bracht, het aangebrachte Bolidt verfsysteem niet voldeed aan de specificaties in de gewijzigde besteksomschrijving is onvoldoende komen vast te staan. Op basis van nadien verkregen informatie heeft COT deze bevinding kennelijk niet overgenomen. Rochdale heeft ook overigens onvoldoende concreet onderbouwd dat het product niet voldeed aan de door de leverancier opgegeven specificaties of niet conform de voorschriften is aangebracht. De door Bolidt verstrekte garantie op het door haar aangebrachte verfsysteem wijst hier ook niet op.
De conclusie van COT lijkt op het eerste gezicht niet goed te passen bij de beschadigingen in het invalidentoilet (A16). Deze ruimte werd immers niet intensief gebruikt. Plausibel is echter dat ook incidenteel gebruik intensief kan zijn, en tot schade kan hebben geleid.
Een aanwijzing voor de juistheid van de conclusie van COT kan tenslotte worden gevonden in de latere ontwikkelingen. Na betegeling van de ruimtes A17 en A18 en het aanbrengen van een dikker verfsysteem - Plycoat H/WS (met vlieslaag en PU eindlaag) hebben zich volgens Rochdale geen nieuwe schades voorgedaan.
4.6.
In geschil is wie voor de ontstane schade aan de wanden aansprakelijk is. Al in een vroeg stadium van de plannen was duidelijk dat op de in het oorspronkelijk bestek voorgeschreven wandafwerking bezuinigd diende te worden. De kostprijs van de wandafwerking diende te worden teruggebracht tot € 35,- per m2 netto kosten exclusief btw, (r.o 2.8). Op voorstel van Bouwdam is toen besloten het verfsysteem niet te voorzien van een vlieslaag en PU eindlaag en te kiezen voor het goedkopere Bolidt Plycoat H.
Uitgangspunt is dat de aannemer, deskundig op het gebied van de uitvoering van een bouwwerk, een geschikte, uitvoerbare oplossing dient voor te stellen, en de plicht heeft te waarschuwen indien verantwoorde uitvoering binnen het beoogde budget niet haalbaar blijkt. Dat partijen deze verdeling van verantwoordelijkheden ook op het oog hebben gehad vloeit voort uit hun afspraken, met name artikel 6.2 van de bouwteamovereenkomst. Bouwdam was verantwoordelijk voor de uitvoerings- en kostentechnische aspecten van de in het bouwteam voorgestelde plannen en diende de aanbiedingen dienovereenkomstig te beoordelen. Hoewel de bouwteamovereenkomt door de aannemingsovereenkomst is vervangen, blijkt uit niets dat partijen met de vervanging van dat contract een andere verdeling van verantwoordelijkheden hebben beoogd.
4.7.
Bouwdam betwist dat Rochdale heeft gezegd dat de ruimten
hufterproofdienden te worden uitgevoerd. Of dat zo is kan in het midden blijven. Bouwdam was zelf voldoende in staat uit de informatie die zij kreeg gedurende de voorbereiding van de bouw om te beoordelen aan welke eisen de uitvoering diende te voldoen. Bouwdam wist dat de nieuwbouw zou worden gebruikt voor opvang van drugsverslaafden, waaronder crisisopvang, en waar deze crisisruimten zouden komen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de mail, zoals weergegeven onder 2.7.
Als deskundige op het gebied van de uitvoering had Bouwdam moeten begrijpen dat de wanden van de sanitaire ruimtes gezien het te verwachten gebruik door de doelgroep voldoende robuust dienden te worden uitgevoerd. Zij heeft hier ook aandacht voor gevraagd, gelet op de mail van [bouwbedrijf] van 11 mei 2012 waaruit blijkt dat in een vroeg stadium het aanbrengen van wandtegels is voorgesteld. Ter comparitie is gebleken dat deze oplossing kennelijk om esthetische redenen door de architect is afgewezen. Bouwdam heeft deze afwijzing klaarblijkelijk zonder protest of voorbehoud geaccepteerd. Bouwdam kan hiervan een verwijt worden gemaakt. Zij had tijdig moeten waarschuwen voor de risico’s van de door haar zelf voorgestelde alternatieve goedkopere uitvoering van de wanden, en met name moeten wijzen op de vergrote kans op beschadigingen door onvoorzichtig gebruik. Zij heeft dit nagelaten en is daarmee tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens Rochdale.
Dat ook Rochdale als opdrachtgever had kunnen weten dat de combinatie van gipskarton wanden met een verfsysteem zonder vlies- en PU eindlaag risicovol was gelet op het te verwachten gebruik doet aan de volledige aansprakelijkheid van Bouwdam niet af. Uit de afspraken van partijen vloeit in redelijkheid voort dat de verantwoordelijkheid voor de geschiktheid van de uitvoering van de wandafwerking in dit geval geheel bij Bouwdam ligt.
4.8.
Rochdale stelt dat Bouwdam als gevolg van haar tekortkoming aansprakelijk is voor de herstelkosten die Rochdale heeft moeten voldoen aan Logchies vanwege uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de wanden van 40 sanitaire ruimtes. Logchies heeft in opdracht van Rochdale (prod 6 cva) de ruimtes A17 en A18 betegeld, en alle overige wanden van sanitaire ruimtes alsnog voorzien van het dikkere verfsysteem Bolidt Plycoat H/WS, met vlieslaag en PU eindlaag.
4.9.
Van belang is dat de werkzaamheden van Logchies niet aansluiten bij het hersteladvies van COT. Het onderzoek van VAC en COT heeft zich beperkt tot het in kaart brengen van de schades in acht ruimtes en het achterhalen van de oorzaak daarvan. Het hersteladvies van VAC ziet ook slechts op herstelwerkzaamheden aan de wanden in die acht ruimtes. Ter zitting is door Rochdale aangevoerd dat het hersteladvies een bredere strekking heeft en ziet op alle veertig sanitaire ruimtes. Dit vloeit echter niet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, uit het advies van VAC voort. Het advies is blijkens de bewoordingen en systematiek gebaseerd op het onderzoek in de acht ruimtes. Voldoende aanwijzingen dat zich in de andere 32 ruimtes vergelijkbare schades voordeden zijn uit dit rapport niet op te maken en ook verder niet gebleken. Bouwdam heeft in dit kader aangevoerd dat uit de bezichtiging op 6 juni 2013 bleek dat in verreweg de meeste ruimtes juist geen sprake was van schade. De rapportage naar aanleiding van die bezichtiging is in het geding gebracht. Deze bevindingen zijn door Rochdale onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarmee is komen vast te staan dat in de meeste ruimtes geen schade is opgetreden. Tenslotte geldt dat Bouwdam voor de vermeende schades in de overige 32 ruimtes niet behoorlijk in gebreke is gesteld als bedoeld in artikel 6:82 BW.
4.10.
Dat de schade mogelijk groter is geworden dan direct na constatering door vochtinwerking gedurende langere tijd dient voor rekening van Bouwdam te blijven. Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat Rochdale terecht niet akkoord is gegaan met de door Bouwdam voorgestelde schikkingsvoorstellen. Die voorstellen gingen er immers van uit dat Rochdale gedeeltelijk voor de schade in de acht ruimtes aansprakelijk was.
4.11.
Indien Rochdale heeft willen aanvoeren dat het aanbrengen van een nieuw, dikker verfsysteem weliswaar niet nodig was om opgetreden schade te herstellen, maar uit preventief oogpunt geboden was, gaat ook die stelling niet op. De noodzaak tot preventief herstel is niet onderbouwd gesteld, en niet uit de stukken gebleken. Daarbij komt dat COT voor de ruimtes die niet betegeld hoefden te worden geen dikker verfsysteem heeft voorgesteld. Zij heeft dezelfde afwerking geadviseerd als al was aangebracht, te weten Bolidt Plycoat H.
4.12.
Het voorgaande brengt mee dat Bouwdam uitsluitend aansprakelijk is voor de herstelkosten van de schade in de acht door de deskundigen onderzochte ruimtes. Partijen dienen zich over de begroting van deze schade nader uit te laten. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het voordeel dat Rochdale heeft genoten door de duurdere afwerking te weten betegeling van enkele ruimtes en de dikkere wandafwerking in de andere ruimtes. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte over de schade uit te laten.
4.13.
In afwachting van de uitlating van partijen over de schade wordt de eindbeslissing aangehouden.

5.De beslissing

in conventie en reconventie

De rechtbank
5.1.
stelt partijen, eerst Rochdale, in de gelegenheid zich bij akte nader uit te laten op de rol van
woensdag 17 december 2014over de schade als hiervoor onder 4.12 weergegeven,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2014.
*