ECLI:NL:RBAMS:2014:8277
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens tekortkoming in huurdersverplichtingen
In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en verhuurder. De huurder, [gedaagde sub 1], heeft sinds de jaren tachtig een appartement gehuurd, maar verblijft voornamelijk in Marokko, waar zijn gezin woont. De verhuurder, [eiser], heeft de huurovereenkomst ontbonden omdat de huurder in strijd heeft gehandeld met de verplichting zich als een goed huurder te gedragen. De kantonrechter oordeelde dat de huurder zijn verantwoordelijkheid voor het gehuurde niet in redelijkheid kan dragen, gezien zijn langdurige afwezigheid en het feit dat hij een leegstandtarief bij zijn energieleverancier had aangevraagd. Dit duidt erop dat de huurder niet voldoende gebruik maakt van de woning, wat het beheer van het gehuurde in gevaar brengt.
De kantonrechter benadrukte dat de wettelijke huurbescherming niet bedoeld is om een woning te behouden voor een huurder die zijn hoofdverblijf elders heeft. De belangen van de verhuurder, die erop is aangewezen dat het gehuurde substantieel bewoond wordt, wegen zwaarder dan de belangen van de huurder bij voortzetting van de huur. De huurder heeft onvoldoende aangetoond dat hij de woning adequaat beheert, wat leidt tot de conclusie dat de huurovereenkomst ontbonden moet worden. De ontruiming is vastgesteld op 31 maart 2015, rekening houdend met de lange woonduur van de huurder.
Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot schadevergoeding van de verhuurder afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De uitspraak is gedaan door mr. H.M. Patijn, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.