Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
1. [naam eiser 1],
2. [naam eiser 2],
3. [naam eiser 3],
4. [naam eiser 4],
5. [naam eiser 5],
6. [naam eiser 6],
7. [naam eiser 7]
8. [naam eiser 8],
9. [naam eiser 9],
10. [naam eiser 10],
De besloten vennootschap CSU Personeel B.V.,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 20 februari 2014 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- repliek tevens houdende akte vermeerdering van eis, met producties;
- dupliek tevens houdende antwoordakte vermeerdering van eis, met producties;
- akte uitlating producties van [eisers];
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Werknemers die op 30 juni 2010 werkzaam zijn in een hotel houden recht op de toeslagpercentages van artikel 18 van de CAO. Dit recht vervalt bij vrijwillige uitdiensttreding.
Vordering
A. een verklaring voor recht dat zij ten aanzien van CSU PZ recht houden op betaling van de toeslagpercentages zoals opgenomen in artikel 18 CAO;
alsmede veroordeling van CSU:
B. om aan [eisers] inzichtelijke en correcte berekeningen te verstrekken van:
1) de achterstallige weekend- en feestdagentoeslagen, alsook van
2) de hierover verschuldigde vakantiebijslag;
3) de hierover verschuldigde eindejaarsuitkering en
4) de hierover verschuldigde eenmalige uitkering 2012;
5) het achterstallige loon over door [eisers] genoten vakantie-uren;
6) de verschuldigde wettelijke rente, een en ander uiterlijk binnen 1 maand na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag per eiser, voor elke dag dat CSU PZ dit na voornoemde termijn nalaat, waarbij het bedrag aan maximaal te verbeuren dwangsommen wordt vastgesteld op € 50.000,00 per eiser;
C. tot betaling aan [eisers] – gelijktijdig, dan wel kort na het verstrekken van de berekeningen aan [eisers] en met gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto specificatie van:
1) de achterstallige weekend- en feestdagentoeslagen;
2) de achterstallige vakantiebijslag over de periode van 3 december 2012 tot 1 mei 2014;
3) de achterstallige eindejaarsuitkering over de periode van 3 december 2012 tot en met 31 december 2013;
4) de achterstallige eenmalige uitkering 2012;
5) het achterstallige loon over de genoten vakantie-uren;
6) de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, gesteld op 50% van het onder C a t/m e gevorderde;
7) de wettelijke rente van het onder C a t/m e gevorderde van de vervaldata tot aan de datum der voldoening;
D. om aan het Bedrijfstakpensioenfonds schoonmaak- en glazenwassersbedrijf het juiste pensioengevende loon van [eisers] door te geven, alsook om over dit loon ten behoeve van [eisers] de verschuldigde pensioenpremies af te dragen, dit uiterlijk binnen 2 maanden na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag per eiser, met een maximum van € 50.000,00 per eiser;
E. tot tijdige en correcte betaling aan [eisers] van de toekomstige aan hen verschuldigde toeslagen ex artikel 18 CAO;
F. tot betaling aan [eisers] van de proceskosten.
Verweer
Beoordeling
BESLISSING
exploot € 93,80
salaris € 900,00 (3 punten)
griffierecht € 77,00
-----------------
totaal € 1.070,80
voor zover van toepassing, inclusief btw;