1.7.Eiser heeft in beroep aangevoerd dat stress bij hem een pseudo-epileptische aanval uitlokt. Tijdens zo’n aanval is het voor omstanders zeer moeilijk om eiser te benaderen. Hij wordt agressief en gaat (zoals hij het zelf formuleert) “in de verdediging”. Dit is terug te leiden op het seksueel misbruik uit zijn jeugd. Eiser kan vanwege deze aanvallen al jaren niet met het openbaar vervoer reizen. Eiser heeft zelfs ooit tijdens een hoorzitting bij het UWV een aanval gehad in bijzijn van een bezwaarverzekeringsarts. Het ambulancepersoneel durfde hem toen ook niet op te pakken. Een dergelijke aanval is in het verleden ook tijdens het werk gebeurd en kan weer gebeuren.
Tijdens een aanval moet eiser medicatie worden toegediend. Op de werkvloer zou dat door collega’s moeten gebeuren. Ambulancepersoneel wil eiser niet meer vervoeren. Hij is tijdens een aanval in het ziekenhuis gereanimeerd en toen op zijn rug vastgebonden. Daardoor kwam zijn tong voor de luchtpijp en raakte hij bewusteloos.
De artsen van het UWV hebben geen enkel inzicht in eisers ziekte getoond.
Eiser heeft aangevoerd dat er in de FML tevens beperkingen dienen te worden opgenomen ten aanzien van concentreren, verdelen van aandacht, herinneren, handelingstempo en specifieke voorwaarden voor persoonlijk functioneren in arbeid. Eiser kan gelet op de aanvallen niet op hoogtes werken. Op het gebied van sociaal functioneren dienen er meer beperkingen te worden opgenomen ten aanzien van omgaan met conflicten, eigen gevoelens uiten, samenwerken, vervoer, contact met collega’s, patiënten of klanten en ten aanzien van het hanteren van emotionele problemen van anderen, aldus nog steeds eiser.
Rapportages deskundige Weeda
2. Psychiater Weeda heeft in haar eerste rapport van 4 december 2013 naar aanleiding van de vragen van de rechtbank het volgende meegedeeld. Ten tijde van de datum in geding, 4 maart 20111, leed eiser aan een conversiestoornis, PTSS en een dissociatieve stoornis. Eiser had wekelijks een aanval (PPEA). Angst voor een aanval zorgde ervoor dat hij niet veel de deur uitging en openbare ruimtes vermeed. Tevens had hij restverschijnselen van de PPEA, bestaande uit een verdraaide nek en pijnklachten. Herbelevingen traden voorts dagelijks op. Verder leed hij aan angst, spanning, zweten, hartkloppingen, bedrukte stemming en slaapproblemen.
Het effect van de aanvallen is volgens psychiater Weeda wisselend. Bij een zware aanval, die ongeveer eenmaal per drie weken voorkomt, heeft eiser daarvan nog dagen last. Bij een kortere aanval duren de restverschijnselen enige uren. De gevolgen die hij ondervindt van kneuzingen en bloedingen kunnen dagen tot weken aanhouden. Psychiater Weeda acht het niet onwaarschijnlijk dat eiser hierdoor regelmatig in enige mate beperkt is in zijn functioneren.
Psychiater Weeda kan zich niet verenigen met de inhoud van de door verweerder opgestelde FML. Er zijn overige beperkingen in het persoonlijk functioneren, zoals de angst, schaamte en hartkloppingen. Bij het sociaal functioneren dient een beperking te worden toegevoegd ten aanzien van werken met klanten en werken als leidinggevende. Psychiater Weeda acht eiser te onstabiel om met conflictsituaties om te kunnen gaan. Ten aanzien van fysieke omstandigheden geldt er volgens de psychiater een beperking voor situaties waarin hij of anderen ten gevolge van de aanvallen gevaar kunnen lopen. ‘s Nachts werken is in eisers geval onwenselijk. Psychiater Weeda acht het bovendien evident heel lastig voor eiser om normaal in een werkomgeving te kunnen functioneren. In het algemeen acht zij eiser sterk beperkt ten aanzien van het verrichten van arbeid. De arbeidsomstandigheden waarin eiser komt te verkeren moeten bovendien aan diverse eisen voldoen, zowel voor eiser zelf als voor zijn omgeving.
3. De bezwaarverzekeringsarts heeft in zijn reactie op dit rapport van 23 december 2013 meegedeeld dat de door de deskundige aangegeven extra beperkingen zijn toegevoegd in een nieuwe FML van diezelfde datum. De bezwaararbeidsdeskundige heeft de zaak daarop bekeken en is tot de conclusie gekomen dat de functie van inpakker koekjes niet meer geschikt is voor eiser. Aangezien er andere passende functies kunnen worden gevonden, is het arbeidsongeschiktheidspercentage niet gewijzigd.
4. De rechtbank heeft het dossier vervolgens opnieuw aan psychiater Weeda voorgelegd met nadere vragen. In haar tweede rapport van 17 maart 2014 heeft psychiater Weeda het volgende meegedeeld.
De psychiater kan zich evenmin verenigen met de nieuwe FML van 23 december 2013, omdat de door haar aangegeven beperkingen daarin niet geheel zijn overgenomen. De verschijnselen passend bij de gediagnosticeerde PTSS en de angstgevoelens die eiser voortdurend ervaart voor een naderende aanval zijn niet meegenomen. Over de gevolgen van de restverschijnselen van een aanval heeft de bezwaarverzekeringsarts niets gezegd. Voor eiser gelden invaliderende persoonlijkheidstrekken die een stempel op zijn sociaal en persoonlijk functioneren drukken. In het algemeen is hier volgens de psychiater te weinig rekening mee gehouden. De deskundige blijft erbij dat zonder adequate behandeling en begeleiding werken voor een belangrijk deel voor eiser onmogelijk zal zijn.
De FML van 23 december 2013 bevat volgens de psychiater een tegenstrijdigheid: eiser moet enerzijds kunnen terugvallen op collega’s, maar kan anderzijds geen direct contact met collega’s hebben. Gelet op eisers problemen met hiërarchie, overprikkeling en stressgevoeligheid is een werkomgeving waarin hij met anderen moet functioneren niet passend. Bij een aanval op het werk moeten er wel weer collega’s zijn om hem op te vangen. Dit is een dilemma. In hoeverre de veiligheid van anderen kan worden gegarandeerd komt niet terug in de FML. Eiser kan een gevaar voor anderen opleveren tijdens een insult, zeker als men niet goed weet hoe men hem moet benaderen. Collega’s dienen goed op de hoogte te zijn van wat zij wel en vooral niet moeten doen.
De psychiater is van oordeel dat het volgen van een interne opleiding slechts onder bepaalde omstandigheden voor eiser mogelijk is. Het opvolgen van aanwijzingen etc. roept veel stress bij eiser op, hetgeen dan weer een aanval uitlokt.
De psychiater kan niet precies aangeven hoe lang eiser last heeft van de restverschijnselen. Dat hangt af van het soort werk dat hij doet en de duur en ernst van een insult.
De psychiater kan evenmin een inschatting maken van eisers te verwachten ziekteverzuim. Zij acht het echter niet onwaarschijnlijk dat eiser in een neerwaartse spiraal terecht komt als hij gaat werken.
5. In zijn reactie van 9 april 2014 op dit rapport heeft de bezwaarverzekeringsarts verklaard dat de overige specifieke beperkingen die onder de punten 1.9.4 en 1.9.6. van de FML van 23 december 2013 zijn opgenomen in voldoende mate refereren aan de beperkingen die eiser ten gevolge van de PTSS ondervindt. Ook het feit dat eiser in het algemeen is beperkt is volgens de bezwaarverzekeringsarts voldoende weergegeven in de FML. Met eisers agressieve uitingen is voldoende rekening gehouden door sterke beperkingen ten aanzien van gevoelens uiten in de FML op te nemen. De overige opmerkingen van de psychiater hebben volgens de bezwaarverzekeringsarts geen relatie met de FML.
6. De bezwaararbeidsdeskundige heeft op 2 mei 2014 een reactie gegeven. Hij heeft volstaan met de opmerking dat enige hiërarchie bij opleiding of werk onvermijdelijk is. Bij eiser kunnen de grenzen duidelijk aan hem aangegeven worden. Eiser heeft ook, ondanks zijn beperkingen, een eigen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag tijdens opleiding en op de werkvloer. Hij is immers niet ontoerekeningsvatbaar.