ECLI:NL:RBAMS:2014:9840

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2014
Publicatiedatum
2 maart 2016
Zaaknummer
KG ZA 14-407
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op openbaarmaking van beeld- en geluidsmateriaal door omroep tegen de wil van de betrokken persoon

In deze zaak vorderde een natuurlijk persoon, aangeduid als [eiser], een verbod tegen de vereniging AVROTROS om zonder zijn toestemming gemaakte beeld- en geluidsopnames openbaar te maken. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 4 april 2014 uitspraak gedaan in kort geding. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.O. Valentien, stelde dat hij op 26 februari 2014 onverwacht door een cameraploeg van Tros werd aangesproken, waarbij opnames van hem werden gemaakt zonder zijn toestemming. Hij vorderde dat Tros zou worden verboden om deze opnames te publiceren en dat alle opnames aan hem zouden worden overgedragen. Tros, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.A.J.M. van Kaam, voerde verweer en stelde dat zij als persmedium het recht had om onderzoek te doen en misstanden aan de kaak te stellen, waarbij de persvrijheid zwaarder zou wegen dan het recht op privacy van de eiser.

De voorzieningenrechter overwoog dat de vorderingen van de eiser een beperking zouden inhouden van het recht op vrijheid van meningsuiting van Tros, zoals vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechter weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat Tros voldoende feiten heeft aangedragen die de beschuldigingen aan het adres van de eiser ondersteunen. De eiser had onvoldoende gelegenheid om te reageren op de beschuldigingen die door Tros naar voren waren gebracht. De rechter oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van Tros uitviel, waardoor de vorderingen van de eiser werden afgewezen. Tevens werd de eiser veroordeeld in de proceskosten van Tros, die op € 1.424,00 werden begroot.

De uitspraak benadrukt de delicate balans tussen het recht op privacy en de persvrijheid, en bevestigt dat in gevallen van vermeende misstanden de pers het recht heeft om kritisch te rapporteren, mits dit op een zorgvuldige wijze gebeurt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/562206 / KG ZA 14-407 MW/LO
Vonnis in kort geding van 4 april 2014
in de zaak van
[eiser](in de dagvaarding per vergissing aangeduid als [eiser] ),
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. K.O. Valentien te Almere,
tegen
de vereniging
VERENIGING AVROTROS,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
vrijwillig verschenen,
advocaat mr. H.A.J.M. van Kaam te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Tros worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 3 april 2014 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Tros heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. In verband met de spoedeisendheid van de zaak is heden de beslissing gegeven. Ter zitting is meegedeeld dat de uitwerking daarvan zal volgen op 17 april 2014. Het onderstaande vormt die uitwerking. Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig: [eiser] met mr. Valentien en aan de zijde van Tros: [naam 1] , verslaggever, met mr. van Kaam en mr. N.A. Winthagen.

2.De feiten

2.1.
[eiser] was enig bestuurder en enig aandeelhouder van Bluegem Holding B.V. en Cubic Constructions B.V., eigenaar van de eenmanszaak Bernmara (Esouth), medebestuurder van Enorth Estate Limited, Enorth Properties Ltd., en Blackcom Holding Limited, welke vennootschappen thans zijn opgeheven, en is enig bestuurder van de thans nog actieve vennootschappen Stichting Onderwijsinstelling Enorth, Tres Innovate Limited, Esouth Holding Limited en Color Crisp B.V.
2.2.
Tros is een publieke omroepvereniging die onder andere het programma Tros Opgelicht?! uitzendt. Dat programma beoogt ter waarschuwing van het publiek aan de hand van klachten van burgers misstanden aan de kaak te stellen.
2.3.
Bij vonnis van 30 januari 2013 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, is [eiser] strafrechtelijk veroordeeld voor belastingfraude. Hij heeft een taakstraf van 180 uur en twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren opgelegd gekregen.
2.4.
Op 26 februari 2014 werd [eiser] , lopend op de openbare weg te [plaats] , onverwacht aangesproken door een cameraploeg van Tros. Daarbij zijn van [eiser] beeld- en geluidsopnames gemaakt. Hem is gevraagd of hij [eiser] was en hem is medegedeeld dat de cameraploeg van het programma Tros Opgelicht?! was. Er werden vervolgens vragen gesteld over openstaande schulden en het criminele verleden van [eiser] .
2.5.
Bij brief van 28 februari 2014 heeft de advocaat van [eiser] Tros gesommeerd zich te onthouden van enig gebruik van het beeld- en/of geluidmateriaal alsmede tot het vermelden van [eiser] in het programma Tros Opgelicht?! of enig ander aan haar gelieerd programma.
2.6.
Bij e-mailbericht van 10 maart 2014 heeft Tros aan de advocaat van [eiser] onder meer het volgende medegedeeld.
(…) Wat betreft het punt dat uw client geen toestemming geeft om gemaakte beelden uit te zeden, deze toestemming heeft TROS ook niet nodig. Het staat TROS Opgelicht?! als persmedium vrij om binnen de daartoe gestelde kaders onderzoek te doen en over misstanden te berichten en te waarschuwen tegen de praktijken van personen en/of bedrijven die stelselmatig andere personen en/of bedrijven opzettelijk duperen. In dat kader kan het voorkomen dat de persvrijheid zwaarder weegt dan het recht op privacy van uw cliënt, wat ook hier het geval is. TROS heeft in het kader van wederhoor uw client opgezocht en hem de klachten voorgelegd. Dat hij niet wil dat er beelden uitgezonden zouden worden maakt niet dat het gebruik van die beelden onrechtmatig is. (…)
2.7.
Bij brief van 28 maart 2014 heeft de advocaat van [eiser] Tros gesommeerd de beeld- en/of geluidsopnames zonder voorafgaande schriftelijke toestemming niet openbaar te maken, te gebruiken en/of te verspreiden en alle opnamen over te dragen aan [eiser] op straffe van een dwangsom van € 20.000,- per overtreding.
2.8.
Bij e-mailbericht van 31 maart 2014 heeft Tros laten weten niet aan de sommatie te zullen voldoen.
2.9.
Tros is voornemens om delen van de beeld- en geluidsopnames van [eiser] te vertonen in de uitzending van Tros Opgelicht?! van 8 april 2014.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – primair Tros te verbieden om zonder voorafgaande toestemming het van hem gemaakte beeld- en/of geluidsmateriaal te publiceren, openbaar te maken, te gebruiken en/of te verspreiden, en daarbij alle opnamen en de daarvan gemaakte kopieën aan hem over te dragen, subsidiair indien het beeld- of geluidsmateriaal wel mag worden uitgezonden Tros te verplichten [eiser] onherkenbaar te maken door het vervagen van zijn gezicht en postuur, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van Tros in de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
3.2.
[eiser] heeft ter toelichting van zijn vordering – samengevat – het volgende gesteld. Hij is op 26 februari 2014 overvallen door een cameraploeg, die hij te woord heeft gestaan voordat hij goed en wel besefte wat er aan de hand was. [eiser] heeft zich in het verleden inderdaad schuldig gemaakt aan oplichtingspraktijken. Hij is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld op 30 januari 2013 en is daarmee gestopt. [eiser] is verhuisd van [plaats] naar [plaats] en wil schoon schip maken en zijn strafrechtelijke verleden achter zich laten. [eiser] was bestuurder van het bedrijf Enorth Estate Ltd. Op 5 februari 2014 is de onderneming opgeheven en uitgeschreven uit het Handelsregister. Thans is [eiser] bestuurder van twee andere ondernemingen, te weten de Stichting Onderwijsinstelling Enorth en Color Crisp B.V. [eiser] is voornemens de Stichting op korte termijn op te heffen. Voor Color Crisp zet hij zich thans volledig in. Tros heeft [eiser] bij de overval met de cameraploeg verweten dat hij zijn ex-vrouw met hoge schulden heeft laten zitten, dat hij een schuld heeft bij een taxibedrijf en dat hij een schuld heeft bij een broodjeszaak. Verder heeft Tros hem verweten dat hij onder valse naam goederen via internet koopt en deze vervolgens niet betaalt. [eiser] heeft iedere betrokkenheid bij frauduleuze en/of onrechtmatige handelingen zoals voorgespiegeld door Tros ontkend en bovendien heeft hij nooit onder valse naam gehandeld. De ondernemingen waarvan hij bestuurder is zijn geregistreerd op zijn woonadres. De schuld aan de broodjeszaak is reeds voldaan en met het taxibedrijf heeft [eiser] een betalingsregeling getroffen. [eiser] heeft geen toestemming gegeven voor uitzending van de camerabeelden en heeft er belang bij dat deze niet worden gebruikt nu daarmee zijn eer en goede naam worden geschaad. Hij heeft bovendien onvoldoende de gelegenheid gehad om een reactie te geven. De avond voor de zitting heeft Tros een grote stapel facturen overgelegd waarop hij niet eerder heeft kunnen reageren. Verder is een camera-overval volgens de Leidraad van de Raad voor Journalistiek slechts toelaatbaar als ultimum remedium en is niet gebleken dat Tros heeft geprobeerd [eiser] op andere wijze om een reactie te vragen. De door Tros aangevoerde feiten zijn eenzijdig en onvolledig en geven een onjuist beeld van [eiser] . Publicatie is daarom onrechtmatig.
3.3.
Tros voert – samengevat – het volgende verweer. Tros heeft diverse klachten over [eiser] ontvangen, onder meer van een taxibedrijf waar [eiser] een schuld van € 1.100,- heeft, die is aangegaan op naam van het niet bestaande bedrijf
Birkshire Investmentbanking. Een ander slachtoffer is [slachtoffer] . [eiser] wilde met hem een bedrijf oprichten. [slachtoffer] voelde nattigheid en heeft de relatie verbroken. Wel ontvangt hij nog altijd incassopost bestemd voor [eiser] en ontving hij onlangs op zijn adres een vordering van T-Mobile van ruim € 18.000,- op naam van het door [eiser] opgerichte UK Limited Enorth Estate. [eiser] heeft een scala aan ondernemingen geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, waarvan enkele alweer zijn opgeheven. [eiser] heeft deze ondernemingen geregistreerd met het enkele doel deze op te voeren bij het plaatsen van bestellingen op factuurbasis. Voor particulieren is het immers meestal niet mogelijk om op factuurbasis te bestellen. Tros heeft vele ondernemers gesproken die zijn gedupeerd door [eiser] en uit die gesprekken komt een terugkerend beeld naar voren. [eiser] weet (al dan niet met smoezen) op factuurbasis goederen, producten of diensten te bestellen en betaalt vervolgens niet. Als de grond hem te heet onder de voeten wordt verhuist hij en blijft zo onbereikbaar voor schuldeisers. Als productie 2A tot en met 2R heeft Tros facturen en correspondentie overgelegd waaruit een en ander blijkt. Een aantal van de schuldeisers heeft aangifte gedaan bij de politie, zoals blijkt uit producties 3A tot en met 3D. [eiser] was onvindbaar via telefoon of e-mail en uit het onderzoek van Tros bleek dat [eiser] constant verhuist. Het was daarom noodzakelijk om hem door middel van de camera te confronteren met zijn dubieuze praktijken. Bij die confrontatie heeft Tros hem alle zaken voorgehouden die ook in deze procedure zijn overgelegd als onbetaalde facturen of correspondentie. Inmiddels is meer dan een maand verstreken na die confrontatie zodat [eiser] ruimschoots de mogelijkheid heeft gehad voor een weerwoord. Het programma Tros Opgelicht?! beoogt een rol als
public watchdog; het wil misstanden aan de kaak stellen en het publiek waarschuwen voor in dit geval [eiser] , die door heel Nederland opereert en verschillende namen en bedrijfsnamen gebruikt. Het is daarom noodzakelijk hem herkenbaar in beeld te brengen.

4.De beoordeling

4.1.
Toewijzing van de vorderingen van [eiser] houdt een beperking in van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van Tros op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van Tros onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Het belang van [eiser] is dat hij niet mag worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Het belang van Tros is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend of waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Welke van deze belangen de doorslag behoort te geven, hangt af van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. De mate waarin de beschuldiging steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal, is één van die omstandigheden.
4.2.
In het kader van de belangenafweging overweegt de voorzieningenrechter dat vast staat dat door het herkenbaar en met naam in beeld brengen van [eiser] zijn privacy ernstig wordt geschonden. Daartegenover staat het belang van Tros om zich in haar programma Opgelicht?! kritisch, informerend en waarschuwend te kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. In dit geval gaat het om de vermeende en voortdurende oplichtingspraktijken van [eiser] , en om het publiek te kunnen waarschuwen is het volgens Tros van belang dat [eiser] herkenbaar en met naam in beeld wordt gebracht.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Tros een grote hoeveelheid feiten naar voren heeft gebracht op basis waarvan een beeld ontstaat van [eiser] als iemand die aankopen doet en bestellingen plaatst zonder daarvoor te betalen en die daardoor anderen in financiële zin dupeert. Producties 2A tot en met 2R en 3A tot en met 3D ondersteunen de stellingen van Tros. Zij heeft een groot aantal onbetaalde facturen overgelegd, die alle zijn aangegaan op naam van een van de bedrijven van [eiser] als genoemd onder 2.1, waarbij [eiser] in de meeste gevallen als contactpersoon is vermeld. Ook uit de overgelegde correspondentie betreffende die facturen blijkt dat [eiser] degene is geweest die de bestellingen heeft gedaan. In de gedane aangiftes, overgelegd als productie 3A tot en met 3D, wordt [eiser] genoemd als degene door wie de aangevers zijn opgelicht.
[eiser] is voorts - in het kader van hoor en wederhoor - voldoende in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op de zaken die Tros hem heeft voorgehouden, ook nog na de confrontatie met de cameraploeg op 26 februari 2014. Tros heeft immers onbetwist gesteld dat zij alle zaken die in deze procedure aan de orde zijn geweest aan [eiser] heeft voorgehouden bij de cameraconfrontatie. Nu [eiser] de door Tros gestelde feiten niet of onvoldoende heeft weersproken en gelet op het door Tros gestelde doel en strekking van het programma dient de belangenafweging in het voordeel van Tros uit te vallen, zodat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen. Wel heeft Tros ter zitting de toezegging gedaan dat in de uitzending niet de huidige woonplaats van [eiser] zal worden vermeld en dat [eiser] tot vrijdag 4 april 2014 om 12.00 uur de gelegenheid krijgt om nader te reageren op hetgeen Tros hem in deze procedure heeft voorgehouden en met name op de inhoud van de door Tros overgelegde producties.
4.4.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tros worden begroot op:
- griffierecht € 608,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.424,00
4.5.
De door Tros gevraagde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Tros tot op heden begroot op € 1.424,00,
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat te vermeerderen met € 68,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2014. [1]

Voetnoten

1.type: