Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT
493
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 5 april 2013, met producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- instructievonnis van 3 juli 2013;
- conclusie van repliek, met producties;
- conclusie van dupliek;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Vordering
€ 2.847.602,-. Alles met veroordeling van Pensioenfonds in de kosten van het geding.
(tot de vrijstelling) de vanwege Pensioenreglement V verhoogde pensioenpremie heeft voldaan, waaronder een gedeelte dat door Pensioenfonds wordt gereserveerd ten behoeve van de affinanciering van de daaruit voortvloeiende aanspraken van werknemers (VPL-gelden). Zij becijfert dit gedeelte op voormeld bedrag. Indien Pensioenfonds dit gedeelte van de premie behoudt, wordt zij daardoor ongerechtvaardigd verrijkt, althans handelt zij in strijd met de redelijkheid en billijkheid in de zin van artikel 6:248 BW. Den Hartogh zou daardoor voor de genoemde periode immers dubbele lasten hebben te dragen. Daarvoor bestaat geen wettelijke of reglementaire basis. Pensioenfonds is slechts beheerder van de VPL-gelden. Na de uittreding van Den Hartogh uit Pensioenfonds, komen deze gelden weer toe aan Den Hartogh, die deze nodig heeft om te zijner tijd dezelfde, maar nu bij AEGON ondergebrachte toezeggingen te kunnen financieren. Den Hartogh beroept zich in dit verband op een brief van DNB van 31 oktober 2012.