Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoek om te beslissen over een deelgeschil, met producties,
- het verweerschrift deelgeschilprocedure met producties,
- de tussenbeschikking van 6 november 2014, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van behandeling van een verzoekschrift, gehouden op 1 december 2014 en de daarin genoemde stukken,
- de fax van mr. Visser van 8 december 2014 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal,
- de fax van 15 december 2014 van mr. Bos-van den Berg eveneens met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
[verzoekster], rb] wilde haar haren ligter maken. Maar ze kwam binnen met een zalm/oranje kleur. Dus ik heb haar uitgelegd dat ik niet weet wat er voor gebeurd is met het haar dus dat we met 6% Beginnen omdat ik niet weet hoe snel of langzaam het gaat. Daarbij heb ik uitgelegd Dat 6% het mildst is om het haar lichter te maken dat het 1 tint oplicht ong. 9% 2 tot 3 tinten en 12% soms wel 4 tinten op kan ligten. (…)
, rb] vondt het voor haar doen genoeg opgelicht dus we hebben een kleur uitgezocht wat we er nu overheen zouden kunnen doen. Dat is (…) geworden met 3% want, nu is het alleen maar inkleuren dus heb ik de laagste waterstof gebruikt. Die heb ik een kwartiertje onder de kap gezet Uitgespoeld en gedroogd. Was helemaal mooi geworden. * tijdens het föhnen vroeg ik wel aan [verzoekster] of het niet te warm was omdat ze een Rood schaafwondje had * maar ze had nergens last van. (…)”
de kapster, rb] vertelde mij dat mijn haar eerst met waterstofperoxide moest worden ontkleurd en dat ik daarna een andere kleur zo mogen uitzoeken. Die kleur zou dan beter hechten. Zij heeft mij gewaarschuwd dat de uiteindelijke kleur zou kunnen afwijken. Verder heeft ze mij geen waarschuwingen gegeven.