Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
4 maart 2015.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
[oudervereniging A], niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte subsidiaire feit, de diefstal van € 14.000,-, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert de huidige schade op
[oudervereniging A]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
100 uren.
40 uren,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij verdachte zich voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.