ECLI:NL:RBAMS:2015:196

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 januari 2015
Publicatiedatum
20 januari 2015
Zaaknummer
C/13/554945 / HA ZA 13-1777
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van statutair bestuurder en schadevergoeding bij onregelmatige opzegging

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 januari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], voormalig statutair bestuurder van Slotervaartziekenhuis B.V., en het ziekenhuis zelf. [Eiseres] vorderde schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag en onregelmatige opzegging van haar arbeidsovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat het ontslag niet kennelijk onredelijk was, omdat het ziekenhuis voldoende redenen had aangevoerd voor het ontslag, waaronder een ernstige vertrouwensbreuk en financiële malversaties door [eiseres]. De rechtbank wees de vorderingen van [eiseres] af en oordeelde dat zij schadeplichtig was jegens Slotervaartziekenhuis voor onterecht ontvangen voorschotten en privé-uitgaven gedaan met de creditcard van het ziekenhuis. In reconventie vorderde Slotervaartziekenhuis schadevergoeding van [eiseres] voor onrechtmatig handelen en toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van haar verplichtingen. De rechtbank kende Slotervaartziekenhuis verschillende schadevergoedingen toe, waaronder bedragen voor te veel ontvangen voorschotten, privé-uitgaven en onterecht betaalde facturen. De rechtbank veroordeelde [eiseres] tot betaling van in totaal meer dan € 1.000.000,00 aan Slotervaartziekenhuis, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/554945 / HA ZA 13-1777
Vonnis van 21 januari 2015
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. D.A. IJpelaar te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLOTERVAARTZIEKENHUIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. F. Kersch te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Slotervaartziekenhuis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 24 september 2013, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van 26 februari 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie van 17 november 2014 alsmede de daarin vermelde procestukken, waaronder:
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de akte vermeerdering van eis in reconventie, met producties,
  • het zijdens [eiseres] op 28 november 2014 ingediende b-formulier met het verzoek tot aanpassing van het proces-verbaal,
  • het zijdens Slotervaartziekenhuis op 1 december 2012 ingediende b-formulier met het verzoek het proces-verbaal ongewijzigd te laten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie

2.1.
[eiseres] is op 23 oktober 2006 bij Slotervaartziekenhuis in dienst getreden als statutair bestuurder.
2.2.
De raad van bestuur van Slotervaartziekenhuis bestond tot 27 maart 2013, naast [eiseres] als voorzitter, uit de heren [naam 1] en [naam 2].
2.3.
Meromi Holding B.V. (verder Meromi) was van 1 juni 2007 tot 14 maart 2013 enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis. [naam 3] was tot zijn overlijden op 28 december 2012 enig bestuurder van Meromi.
2.4.
Ingevolge de statuten van Slotervaartziekenhuis dienen de beloningen en verdere arbeidsvoorwaarden van de leden van de raad van bestuur te worden vastgesteld door de algemene vergadering.
2.5.
Bij brief van 25 januari 2009 heeft de raad van commissarissen voor [eiseres] (met ingang van 2008) een salaris voorgesteld van € 250.000,00 bruto inclusief pensioenpremie.
2.6.
Bij brief van 13 februari 2009 heeft Meromi, in reactie op de brief van 25 januari 2009, aan Slotervaartziekenhuis bericht in te stemmen met de voorgestelde honorering. Meromi heeft in dezelfde brief erop aangedrongen dat de bevoegdheden en honorering van [eiseres] in een schriftelijke arbeidsovereenkomst worden vastgelegd, die vervolgens aan Meromi ter goedkeuring zou moeten worden voorgelegd.
2.7.
Bij brief van 19 februari 2010 heeft de toenmalige advocaat van [eiseres] (met ingang van 30 oktober 2007) aanspraak gemaakt op een redelijk salaris, te bepalen op € 250.000,00 bruto per jaar, exclusief werkgeverslasten en exclusief pensioenreservering.
2.8.
Blijkens het jaardocument 2012 van Slotervaartziekenhuis is voor dat jaar voor het salaris van [eiseres] een reservering opgenomen van € 330.000,00 bruto, inclusief vakantiegeld en inclusief werkgeversbijdrage.
2.9.
De raad van commissarissen van Slotervaartziekenhuis heeft [eiseres], na haar op 19 februari 2013 gehoord te hebben, bij besluit van dezelfde dag voor twee maanden geschorst.
2.10.
Bij brief van 11 maart 2013 heeft Slotervaarziekenhuis [eiseres] uitgenodigd voor een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Slotervaartziekenhuis op 27 maart 2013, met de aankondiging dat tijdens deze vergadering het voorstel tot onmiddellijk ontslag van [eiseres] aan de orde zou komen. Deze brief luidt als volgt:
“Geachte mevrouw [eiseres],
Hierbij nodigen wij u uit om de Buitengewone Algemene Vergadering van Slotervaartziekenhuis BV. (hetZiekenhuis) bij te wonen, die op 27 maart 2013 om 14.00 uur zal worden gehouden in het Mercure Amsterdam Airport, Oude Haagseweg 20, 1056 BW te Amsterdam (020 512 57 23). Het voorgenomen besluit om u per direct te ontslaan als statutair directeur van het Ziekenhuis en de gelijktijdige beëindiging van de overeenkomst tussen u en het Ziekenhuis (met eventuele compensatie van een vergoeding waarop u mogelijk aanspraak zou kunnen hebben gehad indien de overeenkomst tussen het Ziekenhuis en u niet per direct zou zijn beëindigd, maar eerst na inachtneming van een
redelijke opzegtermijn van twee maanden) zullen de enige onderwerpen zijn op de agenda van de Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders van het Ziekenhuis.
De agenda voor de Buitengewone Algemene Vergadering is als volgt:
1. Opening.
2. Agenda.
3. Vaststellen aanwezigheid meerderheid van stemgerechtigden.
4. Voorstel om mevrouw [eiseres] per direct te ontslaan als statutair directeur van het Ziekenhuis.
5. Gelijktijdige beëindiging van de overeenkomst tussen mevrouw [eiseres] en het Ziekenhuis met compensatie van een vergoeding waarop zij mogelijk aanspraak zou kunnen hebben gehad indien de overeenkomst tussen het Ziekenhuis en mevrouw [eiseres] niet per direct zou zijn beëindigd, maar eerst na inachtneming van een redelijke opzegtermijn van twee maanden, één en ander voor zover vereist;
6 Horen en raadgevende stem van mevrouw [eiseres].
7. Stemming over het voorgenomen besluit.
6. Vragen.
9. Sluiting
Wij zijn voornemens u per direct te ontslaan als statutair directeur van het Ziekenhuis en de overeenkomst met u gelijktijdig te beëindigen, vanwege de volgende redenen, die zowel ieder afzonderlijk alsook tezamen voor ons grond vormen voor ons voorgenomen besluit
Bestuurders
1. Er is een ernstige en onoverbrugbare vertrouwensbreuk ontstaan tussen u en de overige leden van de Raad van Bestuur van het Ziekenhuis. De overige leden van de Raad van Bestuur hebben te kennen gegeven niet met u te willen samenwerken.
2. In 2012 is, onder leiding van professioneel trainer Harry Starren, geprobeerd om de onderlinge verhoudingen binnen de Raad van Bestuur te verbeteren. De uitkomst van die bijeenkomsten was dat de leden van de Raad van Bestuur de samenwerking nog één laatste kans zouden geven. Afgesproken werd dat bijeenkomsten van de Raad van Bestuur zouden worden bijgewoond door de heer Starten om een en ander in goede banen te leiden. Die afspraak hebt u genegeerd. Bovendien hebt u met uw solistisch opereren in de Achmea kwestie de overige leden van de Raad van Bestuur misleid en volstrekt onvoldoende betrokken bij deze voor het Ziekenhuis zo belangrijke zaak.
3. De verstoorde verstandhouding tussen u en de overige twee bestuursleden, de
vertrouwensbreuk en het feit dat zij hebben aangegeven niet meer met u te willen werken blijkt uit de mondelinge mededelingen van die bestuursleden en de als bijlage 1 aangehechte brieven van die bestuursleden.
Açhmea onverantwoord handelen — onacceptabele risico’s — onjuiste opstelling
4. De gang van zaken rondom de contractsonderhandelingen voor 2013 met Achmea vormt een andere reden. U hebt tijdens de onderhandelingen met Achmea eisen gesteld waarvan Achmea heeft aangegeven dat die voor haar niet acceptabel waren. Achmea heeft diverse malen kenbaar gemaakt dat haar laatste voorstel een eindvoorstel was, maar u heeft besloten daar niet op in te gaan, Achmea c.q. de heer [naam 4] heeft nadien aangegeven dat hij en/of zijn medewerkers zich door u geschoffeerd voelen.
5. Als gevolg van uw handelswijze zijn de onderhandelingen met Achmea afgebroken. Achmea heeft vervolgens haar verzekerden in de regio Amsterdam aangeschreven en hen geadviseerd om — kort gezegd — niet meer naar het Ziekenhuis te gaan. Achmea heeft hierover ook een persbericht afgegeven. Achmea, in de persoon van de bestuursvoorzitter de heer [naam 4], heeft, kort gezegd, duidelijk gemaakt dat men niet meer met u zaken wil doen en dat de relatie tussen Achmea en het Ziekenhuis ernstig is verstoord.
6. Door uw handelswijze zoals hiervoor omschreven, heeft u onverantwoorde en onacceptabele risico’s genomen en de continuïteit van het Ziekenhuis in gevaar gebracht.
Handelen inzake Achmea zonder overleg/goedkeuring
7. In de gesprekken met Achmea en bij het besluit om niet in te gaan op de (eind)voorstellen van Achmea — met alle gevolgen van dien — hebt u bovendien op eigen houtje gehandeld, zonder voorafgaand overleg/goedkeuring van Meromi Holding BV. (de Aandeelhouder) (en zoals hiervoor aangegeven, ook zonder voorafgaande goedkeuring van de overige bestuursleden).
De Aandeelhouder heeft nota bene uit de media moeten vernemen dat de onderhandelingen tussen Achmea en het Ziekenhuis waren afgebroken. Los van het feit dat duidelijk is dat dit überhaupt een onwenselijke gang van zaken is, is een en ander bovendien in strijd met de statuten van het Ziekenhuis.
8. Achmea vertegenwoordigt met haar verschillende verzekeringsmerken ongeveer 65-70% van de patiënten van het Ziekenhuis. De Medische Staf heeft in een brief aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen aangegeven dat op de poliklinieken al merkbaar is dat afspraken worden afgezegd en dat er minder nieuwe patiënten binnenkomen. Ook de ondernemingsraad van het Ziekenhuis heeft zijn zorgen geuit en aangegeven dat de continuïteit van het Ziekenhuis in gevaar is gekomen. Wij achten u hiervoor verantwoordelijk en zijn van oordeel dat deze situatie is ontstaan door uw onzorgvuldige en onacceptabele handelswijze.
Cijfers
9. Doordat u steeds aan de financiële administratie hebt laten weten dat u niet wenste dat de kas werd opgemaakt en er kon worden uitgegaan van de kasgelden/cijfers zoals die in de administratie waren opgenomen. kan niet worden vastgesteld of de verstrekte cijfers (met betrekking tot de kasgelden) correct waren. Hierdoor heeft u onzorgvuldig gehandeld.
10. Dit geldt temeer nu u gelden uit de kas heeft weggenomen (zonder dit te administreren), als gevolg waarvan er aan de Aandeelhouder en de Raad van Commissarissen onjuiste jaarcijfers zijn verstrekt. Inmiddels is gebleken dat het kastekort EUR 139.950 bedraagt. U bent verantwoordelijk voor dit tekort c.q. de verdwenen kasgelden.
Samenwerking met medisch specialisten
11. U heeft medisch specialisten van het Ziekenhuis op een dusdanige manier geschoffeerd, althans u heeft zich op een dusdanige wijze opgesteld dat zij hebben aangeven niet meer alleen met u te willen overleggen; het ging zover dat de formele/reguliere overleggen tussen u en de artsen alleen nog maar mogelijk waren indien een derde c.q. iemand van het stafbestuur daarbij aanwezig was. De relatie tussen u en verschillende van de medische specialisten s zo ernstig verstoord dat het vertrouwen in u is opgezegd (bijlage 2).
Ondernemingsraad
12. De Ondernemingsraad heeft het vertrouwen in u opgezegd; verwezen wordt naar de brief die als bijlage 3 is aangehecht en waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
Financiële malversaties en (schijn van) belangenverstrengeling
13. U hebt aan u uzelf in de afgelopen jaren zeer aanzienlijke geldbedragen uitgekeerd/ opgenomen, maar liefst meer dan EUR één miljoen. Dit is geschied zonder medeweten van de andere bestuurders en zonder goedkeuring van de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouder. Hiertoe was u niet gerechtigd en door aldus te handelen heeft u de belangen van het Ziekenhuis ernstig geschaad. Verschillende betalingen heeft u verricht onder de omschrijving ‘voorschotten, terwijl u geen recht had op dergelijke voorschotten. U heeft ten behoeve van uw eigen belang gehandeld in strijd met de belangen van het Ziekenhuis. U had zich dienen te onthouden van het doen van dergelijke betalingen c.q. u had nimmer een bedrag van ruim circa EUR 1 miljoen aan u zelf mogen uitkeren/opnemen.
14. Laatstelijk heeft u op of omstreeks 22 januari 2013 vanuit het ziekenhuis nog een bedrag aan u zelf overgemaakt van maar liefst € 300.000,-, terwijl u daartoe uiteraard niet gerechtigd was.
15. U heeft zonder goedkeuring van de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouder privé gelden van het Ziekenhuis geleend, welke gelden zijn verwerkt in een rekening courant verhouding. Hiertoe was u niet gerechtigd. Bovendien heeft u geen enkele zekerheid verstrekt aan het Ziekenhuis voor de terugbetaling van die gelden.
16. Sommige — vaak buitenlandse — patiënten van het Ziekenhuis betalen hun zorg met contant geld aan het Ziekenhuis. Dit geld wordt, tezamen met de overige contante gelden die in het Ziekenhuis worden ontvangen, bewaard in een kluis in het Ziekenhuis. De financiële administratie van het Ziekenhuis heeft verklaard dat u regelmatig contant geld hebt weggenomen uit de kas/kluis van het Ziekenhuis, zonder dat dit werd geboekt. Zoals hiervoor is vermeld, is er een kasverschil geconstateerd van maar liefst EUR 139.950
17. Gebleken is dat u zonder medeweten van de raad van bestuur en zonder goedkeuring van de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouder kosten door het Ziekenhuis hebt laten betalen en ten laste van het Ziekenhuis heeft geboekt die duidelijk niet voor rekening van het Ziekenhuis behoren te komen. Een voorbeeld zijn de kosten die zijn gemaakt voor Meromi Participaties BV., een vennootschap waarbij u direct of indirect bent betrokken. Door deze handelswijze hebt u geld onttrokken aan het Ziekenhuis, waardoor het Ziekenhuis is benadeeld. Andere voorbeelden betreffen privékosten voor, onder andere, sieraden, kleding/tas(sen), vliegreizen, vakanties, taxi’s en een personal fitnesstrainer bij u thuis. Ook heeft u kosten van adviseurs (onder andere advocaten en financieel adviseur(s)) van u, uw kinderen en/of aan u of uw kinderen gerelateerde vennootschappen, ten laste van het Ziekenhuis (willen) laten komen. Uw handelswijze als hiervoor omschreven, achten wij uiterst kwalijk.
18. Omdat er op vele van de hiervoor genoemde punten sprake is geweest van een tegenstrijdig belang met u in privé, had u bovendien op grond van artikel 19.3 van de statuten van het Ziekenhuis de Aandeelhouder moeten informeren en de goedkeuring van de Raad van Commissarissen moeten vragen, hetgeen u hebt nagelaten.
19. Daarnaast hebt u — zoals hiervoor al is aangehaald — zonder medeweten van de andere leden van de raad van bestuur en zonder overleg met de Raad van Commissarissen en de Aandeelhouder aanzienlijke geldbedragen aan uzelf overgemaakt en hebt u deze bedragen vervolgens geboekt als een rekening courant post/schuld van uzelf aan het Ziekenhuis. Los van het feit dat duidelijk is dat een dergelijke gang van zaken volstrekt onacceptabel is en in strijd is met alle mogelijke “governance” principes, is dit wederom een duidelijk persoonlijk tegenstrijdig belang waarbij u — in strijd met artikel 19.3 van de statuten van het Ziekenhuis — heeft nagelaten de Raad van Commissarissen om toestemming te vragen. Bovendien had u op grond van artikel 20 van de statuten de Aandeelhouder om goedkeuring moeten vragen voor het verstrekken van een lening.
20. Op of omstreeks 11 juli 2011 blijkt u een betaling van EUR 200.000 namens het Ziekenhuis te hebben verricht aan een ons onbekende notaris ten behoeve van (aandelen van) de vennootschap Drimpy BV., zonder dat de Raad van Commissarissen, de Aandeelhouder en/of de overige leden van de Raad van Bestuur wisten dat u een dergelijk bedrag vanuit het Slotervaartziekenhuis had betaald. Hiertoe was u ook niet gerechtigd. Het is onduidelijk wie de aandeelhouder(s) en/of feitelijke belanghebbenden) zijn van Drimpy BV.; ook is onduidelijk wat de rechtsgrond is van genoemde betaling. Het Ziekenhuis heeft als tegenprestatie voor haar betaling van EUR 200.000 niets ontvangen. althans niet is gebleken dat hier iets tegenover heeft gestaan, althans niets ter waarde van circa EUR 200.000,-.
21. Voorts hebt u herhaaldelijk namens het Ziekenhuis betalingen verricht aan ene heer [naam 5], wonende in Turkije. De overige leden van de Raad van Bestuur, de Aandeelhouder en/of de Raad van Commissarissen kennen de heer [naam 5] niet en zijn niet door u geïnformeerd over deze betalingen. Het is ook niet gebleken dat de heer [naam 5] aan het Ziekenhuis een tegenprestatie heeft geleverd voor de ontvangen betalingen.
22. Voorts blijkt u twee keer een akkoord gegeven te hebben voor het overmaken van een bedrag van € 500.000- dus in totaal een bedrag van 1 miljoen euro, aan Simed International bv., zonder enig overleg met de twee overige bestuurders en zonder overleg/goedkeuring van de aandeelhouder. De bedragen zijn overgemaakt als voorschot, maar het is voor de overige bestuursleden en de aandeelhouder onduidelijk waar deze betalingen betrekking op hebben en u heeft ook geen enkele zekerheid bedongen voor de terugbetaling van deze gelden.
23. Tenslotte is vastgesteld dat u c.q. het Ziekenhuis herhaaldelijk haar verplichtingen jegens de financiers van het Ziekenhuis, waaronder Delta Onroerend Goed bv., en jegens overige crediteuren ernstig heeft geschonden. Wij zijn van oordeel dat u hiermee onacceptabele risico’s heeft genomen en onverantwoord heeft gehandeld.
Slot
Tijdens de Buitengewone Algemene Vergadering op 27 maart 2013 zult u de mogelijkheid krijgen om uw standpunt kenbaar te maken met betrekking tot het voorgenomen besluit u te ontslaan als statutair directeur van het Ziekenhuis. U kunt zich tijdens deze vergadering uiteraard laten bijstaan door een adviseur. Indien u, om welke reden dan ook, niet in staat bent de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders in persoon bij te wonen, dan kunt u uw standpunt ook schriftelijk kenbaar maken.
We verzoeken u vriendelijk ons te laten weten of u de vergadering zult bijwonen. Als we niet vóór 20 maart 2013 een reactie van u hebben ontvangen, gaan we ervan uit dat u niet in staat bent om te komen. Ook in dat geval blijft u uiteraard uitgenodigd om de vergadering bij te wonen.
Hoogachtend
[naam 6]
Voorzitter van de Raad van Commissarissen”
2.11.
Op 27 maart 2013 heeft de algemene vergadering van Slotervaartziekenhuis besloten [eiseres] per direct te ontslaan als statutair bestuurder van Slotervaartziekenhuis en de overeenkomst tussen [eiseres] en Slotervaartziekenhuis per direct te beëindigen met compensatie van een opzegtermijn van twee maanden.
in reconventie
2.12.
Artikel 19.3 van de statuten van Slotervaartziekenhuis bepaalt onder meer dat een besluit van de directie tot het verrichten van een rechtshandeling die een tegenstrijdig belang met één of meer directeuren in privé betreft, is onderworpen aan de goedkeuring van de raad van commissarissen. Artikel 20.1 bepaalt onder meer dat besluiten van het bestuur tot investeringen boven een bedrag van € 100.00,00 voorafgaand moeten worden goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Salaris
2.13.
Op 27 oktober 2014 heeft Slotervaartziekenhuis met de belastingdienst een vaststellingsovereenkomst gesloten over de loonheffing ten aanzien van nettobetalingen die [eiseres] in de jaren 2010 tot en met 2013 van Slotervaartziekenhuis heeft ontvangen. Daarbij is een nettosalaris voor [eiseres] vastgesteld van € 737.811,73 voor de genoemde periode.
2.14.
Uitgaande van een bruto maandsalaris voor [eiseres] in 2013 komt het netto maandsalaris volgens een pro forma berekening van Slotervaartziekenhuis uit op € 9.326,43. Voor twee maanden komt dit uit op € 18.652,86.
Creditcard
2.15.
Slotervaartziekenhuis heeft afschriften overgelegd van de uitgaven die [eiseres] met een door Slotervaartziekenhuis verstrekte creditcard heeft gedaan. Op de afschriften zijn de uitgaven waarvan Slotervaartziekenhuis van oordeel is dat het privéuitgaven van [eiseres] betreft gemarkeerd. Tevens is een overzicht overgelegd met de betreffende uitgaven en omschrijvingen op een rij. Het gaat in totaal om een bedrag van € 143.551,88.
Simed
2.16.
In 2006 heeft [eiseres] in samenspraak met [naam 3] (al dan niet indirect) een ziekenhuis in aanbouw in Altinoluk, Turkije, gekocht. In elk geval vanaf 2008 was [eiseres] huurder/pachter en exploitant van een hotel en resort in Akcay, Turkije. In het voorjaar van 2008 heeft [eiseres] zich beziggehouden met (de voorbereiding van) de aankoop van dat hotel en resort (althans de grond waarop het hotel en resort gevestigd waren), mede ten behoeve van het verblijf van patiënten van het ziekenhuis in Altinoluk en/of hun familieleden. Ten behoeve van de koop van de grond heeft [eiseres] een recht op koop bedongen waarbij in geval van niet-afname van de grond € 1.000.000,00 verschuldigd zou zijn. Als zekerheidsstelling voor dit bedrag heeft Simed International B.V. (hierna: Simed), een leverancier van medische apparatuur, op 15 mei 2008 op verzoek van [eiseres] € 200.000,00 overgemaakt op een privérekening van [eiseres] en heeft ABN AMRO N.V. op 22 mei 2008 op verzoek van Simed een bankgarantie afgegeven van € 800.000,00. [eiseres] heeft de grond uiteindelijk niet afgenomen en moest aan de verkoper een bedrag van € 1.000.000,00 betalen. De verkoper heeft daarop de door Simed verstrekte bankgarantie ingeroepen.
2.17.
Simed heeft met facturen van 24 juni 2008 en 7 augustus 2008 twee keer een bedrag van € 500.000,00 aan Slotervaartziekenhuis in rekening gebracht . Op de facturen staat vermeld: “Betreft: Voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie” respectievelijk “Betreft: Tweede voorschot zekerstelling aankoop goederen t.b.v. afdeling Radiologie”. Slotervaartziekenhuis heeft deze facturen op instructie van [eiseres] op 20 juni en 8 september 2008 aan Simed voldaan. De raad van commissarissen noch de algemene vergadering heeft hiervoor toestemming gegeven.
2.18.
[eiseres] heeft op 18 maart 2009 per e-mail aan Simed gevraagd of Simed het door Slotervaartziekenhuis betaalde bedrag van € 1.000.000,00 wil crediteren en terugbetalen aan het ziekenhuis, onder de voorwaarde dat zij, [eiseres], dit bedrag binnen enkele maanden zal betalen aan Simed. Simed is daar niet mee akkoord gegaan.
2.19.
Slotervaartziekenhuis heeft Simed verzocht het bedrag van € 1.000.000,00 terug te betalen omdat het onverschuldigd aan Simed zou zijn betaald. Bij vonnis van 27 november 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in een door Slotervaartziekenhuis tegen Simed aangespannen procedure eindvonnis gewezen en de vordering van Slotervaartziekenhuis afgewezen. De rechtbank heeft daarbij – kort samengevat – overwogen dat Simed onder de in dat vonnis nader vastgestelde omstandigheden ervan mocht uitgaan dat [eiseres] namens Slotervaartziekenhuis optrad toen zij Simed verzocht om een betaling te doen en een bankgarantie te stellen tot zekerheid voor de koop van de grond in Turkije.
Drimpy
2.20.
Meromi Participaties B.V. (hierna: Meromi Participaties) heeft op 30 juni 2011 een intentieovereenkomst gesloten betreffende de verwerving van een 42% belang in het aandelenkapitaal van Drimpy B.V. (hierna: Drimpy). [eiseres] is bestuurder en enig aandeelhouder van Meromi Participaties.
Slotervaartziekenhuis heeft op 11 juli 2011 € 200.000,00 betaald op de rekening van Stichting Beheer Derdengelden van notariskantoor Schaap & Partners met als omschrijving “overname aandelen Drimpy volgens diverse overeenkomsten”. [eiseres] heeft bij e-mail van 23 augustus 2011 daartoe opdracht gegeven. De raad van commissarissen , noch de algemene vergadering heeft toestemming gegeven voor de overname van de aandelen of de betaling.
2.21.
Op dezelfde dag zijn tegen een koopprijs van € 200.000,00 aandelen in Drimpy overgedragen althans uitgegeven aan Meromi Participaties De door Meromi Participaties gehouden aandelen in Drimpy zijn nooit aan Slotervaartziekenhuis overgedragen. Meromi Participaties heeft op enig moment de door haar verkregen aandelen in Drimpy weer tegen betaling van € 200.000,00 teruggeleverd. Dit bedrag is door Meromi Participaties niet aan Slotervaartziekenhuis doorbetaald.
2.22.
Op 26 januari 2012 heeft Slotervaartziekenhuis op instructie van [eiseres] aan Drimpy een bedrag van € 50.000,- betaald onder vermelding van “voorschot diverse werkzaamheden”.
Facturen
2.23.
Slotervaartziekenhuis heeft facturen van derden in het geding gebracht die zij op instructie van [eiseres], in de jaren 2010, 2011 en 2012 heeft betaald. Het betreft facturen voor onder meer een concert van Pearl Jam, advieswerkzaamheden van Groep Kennemerwaert inzake de overname van Beyond Medical B.V., chauffeursdiensten, hotelovernachtingen en vliegtickets voor de partner van [eiseres] en een factuur van Stichting Talent naar de Top inzake “ondertekenaarsbijdrage”. Meromi Participaties is enig bestuurder van Beyond Medical B.V.
Kluis
2.24.
[eiseres] heeft uit een van de kluizen van Slotervaartziekenhuis de volgende geadministreerde contante opnames gedaan:
Datum Bedrag
20-12-2010 € 500
08-06-2011 € 5.000
14-10-2011 € 5.000
16-11-2011 € 2.500
22-12-2011 € 7.000
08-02-2012 € 5.000
06-04-2012 € 1.000
18-04-20 12 € 5.000
25-07-2012 € 2.000
20-12-2013 € 6.000
19-02-20 13
€ 6.000
Totaal € 45.000
Verkeersboetes (vordering onder 3.5.7)
2.25.
Slotervaartziekenhuis was eigenaresse van een BMW met kenteken 66-NSH-4 (hierna de BMW). In de periode april 2010 tot en met april 2013 heeft Slotervaartziekenhuis van het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna CJIB) een reeks beschikkingen ontvangen voor verkeersovertredingen met de BMW van in totaal € 7.606,00.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat de opzegging van het dienstverband van Slotervaartziekenhuis kennelijk onredelijk is;
2. Slotervaartziekenhuis tegen behoorlijk bewijs van kwijting te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van een schadevergoeding van € 550.000,00 bruto alsmede € 50.000,00 netto als vergoeding wegens geleden immateriële schade, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
3. te verklaren voor recht dat de opzegging van het dienstverband van [eiseres] onregelmatig is;
4. Slotervaartziekenhuis tegen behoorlijk bewijs van kwijting te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 55.000,00 bruto wegens onregelmatige opzegging van de
arbeidsovereenkomst met [eiseres], althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
5. Slotervaartziekenhuis te veroordelen tot betaling van een voorschot op het achterstallig salaris van € 1.980.000,00 bruto;
6. Slotervaartziekenhuis te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis tot het opstellen van een deugdelijke en correcte eindafrekening per 27 maart 2013, zulks op straffe van een dwangsom ter grootte van € 5.000,00 per dag dat Slotervaartziekenhuis nalatig is aan het te deze te wijzen vonnis te voldoen;
7. Slotervaartziekenhuis te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW alsmede Slotervaartziekenhuis te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW van het onder sub 4 en 5 gevorderde bedrag vanaf 27 maart 2013, althans vanaf datum dagvaarding, althans vanaf de datum van het in deze procedure te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
8. Slotervaartziekenhuis te veroordelen om binnen 14 dagen na de datum van het vonnis aan [eiseres] te betalen een bedrag ter grootte van € 5.160,00 ter voldoening van de
buitengerechtelijke proceskosten; en
9. Slotervaartziekenhuis te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
3.2.
[eiseres] stelt daartoe dat het ontslag als statutair bestuurder van Slotervaartziekenhuis kennelijk onredelijk is omdat de opzegging is geschied onder opgave van een valse of voorgewende reden, althans omdat de gevolgen van de opzegging voor haar te ernstig zijn in vergelijking met het belang van het Slotervaartziekenhuis bij de opzegging. De ware reden voor het ontslag van [eiseres] ligt immers in het zakelijk conflict dat [eiseres] heeft met de erven van [naam 3] en niet in de redenen die Slotervaartziekenhuis heeft genoemd in de brief van 11 maart 2013. Omdat er sprake is van kennelijk onredelijk ontslag kan [eiseres] aanspraak maken op schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:681 lid 1 BW. Voorts stelt [eiseres] dat zij met onmiddellijke ingang, zonder inachtneming van een opzegtermijn, is ontslagen, waardoor Slotervaartziekenhuis schadeplichtig is op grond van onregelmatig ontslag. De schade betreft het loon inclusief emolumenten dat [eiseres] had kunnen verdienen als de juiste opzegtermijn in acht was genomen. Ten slotte stelt [eiseres] dat Slotervaartziekenhuis een deugdelijke eindafrekening dient op te stellen van het salaris dat [eiseres] vanaf 2006 toekomt. Ondertussen kan [eiseres] in elk geval aanspraak maken op een voorschot op het achterstallige salaris van € 1.980.000,00 bruto. Aldus steeds [eiseres].
3.3.
Slotervaartziekenhuis voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Slotervaartziekenhuis vordert in reconventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en na wijziging van eis:
1. [eiseres] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 223.535,41, althans een nader door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, in verband met te veel ontvangen voorschot op salaris, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 22 januari 2013, althans 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening;
2. [eiseres] te veroordelen tot betaling van een bedrag € 143.551,88, althans een nader door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, in verband met privé-uitgaven gedaan met de creditcard van Slotervaartziekenhuis, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van iedere betaling, althans vanaf 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. te verklaren voor recht dat [eiseres] onrechtmatig jegens Slotervaartziekenhuis heeft gehandeld c.q. toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van haar arbeidsovereenkomst c.q. ongerechtvaardigd is verrijkt, doordat zij Slotervaartziekenhuis twee facturen heeft laten betalen aan Simed, ten bedrage van in totaal € 1.000.000,00 in verband met een privéschuld van zichzelf aan Simed; en [eiseres], in verband hiermee, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.000.000,00 te vermeerderen met wettelijke rente, over een bedrag van € 500.000,00 vanaf 30 juni 2008 tot aan de dag der algehele voldoening en over een bedrag van € 500.000,00 vanaf en 8 september 2008 tot aan de dag der algehele voldoening, althans over een bedrag van € 1.000.000,00 vanaf 26 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
4. te verklaren voor recht dat [eiseres] onrechtmatig jegens Slotervaartziekenhuis heeft gehandeld c.q. toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van haar arbeidsovereenkomst, door Slotervaartziekenhuis een bedrag van € 200.000,00 te laten betalen aan Schaap & Partners ten behoeve van Meromi Participaties; en [eiseres], in dit verband, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 200.000,00 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 11juli 2011, althans 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening;
5. [eiseres] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 67.485,00 althans een nader door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, wegens overige overboekingen ten behoeve van privéaangelegenheden, te vermeerderen met wettelijke rente over de periode vanaf iedere overboeking, althans 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening;
6. te verklaren voor recht dat [eiseres] onrechtmatig jegens Slotervaartziekenhuis heeft gehandeld c.q. toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen
uit hoofde van haar arbeidsovereenkomst, door geld uit de kluis van Slotervaartziekenhuis te onttrekken ten behoeve van privéaangelegenheden, althans ten behoeve van anderen dan Slotervaartziekenhuis; en [eiseres], in verband hiermee, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 142.438,40, althans een nader door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente te rekenen vanaf (i) ten aanzien van de
geadministreerde onttrekkingen: de dag van de onttrekking, althans 26 oktober 2013 en
(ii) ten aanzien van de niet-geadministreerde onttrekkingen: 15 mei 2013, althans 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening;
7. [eiseres] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 7.606,00 in verband met door [eiseres] veroorzaakte verkeersboetes, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juli
2013, althans 26 oktober 2013, tot aan de dag der algehele voldoening; en
8. [eiseres] te veroordelen in de kosten van het geding in reconventie, te vermeerderen met
nakosten en met bepaling dat, indien het bedrag van deze proceskostenveroordeling niet binnen 14 dagen na de dag waarop vonnis is gewezen aan Slotervaartziekenhuis is voldaan, daarover vanaf de veertiende dag wettelijke rente is verschuldigd;
9. te verklaren voor recht dat [eiseres] onrechtmatig jegens Slotervaartziekenhuis heeft gehandeld c.q. toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van haar arbeidsovereenkomst, door Slotervaartziekenhuis een bedrag van € 50.000,00 te laten betalen aan Drimpy ten behoeve van Meromi Participaties; en [eiseres], in dit verband, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 50.000,00 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 januari 2012, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.6.
Slotervaartziekenhuis stelt daartoe dat [eiseres] een te hoog voorschot op haar salaris heeft ontvangen en het meerdere moet terugbetalen. Ook stelt Slotervaartziekenhuis dat [eiseres] met de creditcard van Slotervaartziekenhuis privéuitgaven heeft gedaan. Verder wordt gesteld dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis facturen heeft laten betalen en andere betalingen heeft laten verrichten en dat [eiseres] geld uit de kluis van Slotervaartziekenhuis heeft onttrokken, alles ten behoeve van privéaangelegenheden van [eiseres], althans ten behoeve van anderen dan Slotervaartziekenhuis. Ten slotte zou [eiseres] met de exclusief aan haar ter schikking gestelde BMW verkeersboetes hebben opgelopen, die voor haar rekening komen. Het handelen van [eiseres] vormt jegens Slotervaartziekenhuis een toerekenbare tekortkoming althans een onrechtmatige daad. [eiseres] is dan ook schadeplichtig jegens Slotervaartziekenhuis.
3.7.
[eiseres] voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] heeft bezwaar gemaakt tegen de weergave in het proces-verbaal van haar uitlatingen ter zitting. Het betreft met name bezwaren tegen de weergave van haar mededelingen over de salarisafrekening van Slotervaartziekenhuis. De rechtbank acht, mede gelet op de onderstaande overwegingen in conventie en reconventie over de hoogte van het salaris van [eiseres] en de uit dien hoofde nog verschuldigde bedragen geen termen aanwezig het proces-verbaal aan te passen.
in conventie
Is het ontslag kennelijk onredelijk?
4.2.
Allereerst moet beoordeeld worden of het ontslag kennelijk onredelijk is, zoals [eiseres] heeft aangevoerd. Bij de beoordeling van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is geldt als uitgangspunt dat eerst aan de hand van alle omstandigheden, tezamen en in onderling verband beschouwd, moet worden beoordeeld of er sprake is van kennelijk onredelijk ontslag, waarna wordt toegekomen aan de beantwoording van de vraag welke vergoeding eventueel aan de werknemer moet worden toegekend. Daarbij is het enkele feit dat geen voorziening voor de werknemer is getroffen, onvoldoende om aan te nemen dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Ook dan hangt het af van alle omstandigheden van het geval of is voldaan aan de in de wet neergelegde maatstaf die inhoudt dat de werkgever zich rond het ontslag moet gedragen conform de algemeen aanvaarde normen van goed werkgeverschap.
4.3.
[eiseres] heeft aangevoerd dat het ontslag kennelijk onredelijk is omdat de opzegging is geschied onder valse of voorgewende reden. De rechtbank volgt [eiseres] hierin niet, waarbij het volgende wordt overwogen.
4.4.
De redenen voor het ontslag blijken uit de uitnodiging van het Slotervaartziekenhuis d.d. 11 maart 2013 voor de buitengewone algemene vergadering van het Slotervaartziekenhuis (zie onder 2.10) en behelzen, kort samengevat, het volgende:
a. een ernstig verstoorde verstandhouding tussen enerzijds [eiseres] en anderzijds de overige twee bestuursleden, de medisch specialisten en de ondernemingsraad;
b. handelen inzake ziektekostenverzekeraar Achmea zonder overleg dan wel goedkeuring van de aandeelhouder en de andere leden van de Raad van Bestuur;
c. onzorgvuldig omgaan met kasgelden;
d. het plegen van financiële malversaties en (de schijn van) belangenverstrengeling. Meer concreet heeft Slotervaartziekenhuis hier genoemd:
d1) het laten betalen door Slotervaartziekenhuis van twee facturen ad € 500.000,00 aan Simed, betreffende een privéschuld van [eiseres] aan Simes,
d2) het laten ontstaan van een kasverschil in de kluizen van Slotervaartziekenhuis,
d3) het laten betalen door Slotervaartziekenhuis van bedragen voor Meromi Participaties ten behoeve van Drimpy,
d4) het doen van privéuitgaven voor rekening van Slotervaartziekenhuis, deels met de creditcard op naam van Slotervaartziekenhuis,
d5) het zonder overleg doen overboeken van aanmerkelijke bedragen van de rekening van Slotervaartziekenhuis aan zichzelf.
4.5.
[eiseres] heeft, kort gezegd, aangevoerd dat dit alles niet de werkelijke reden voor het ontslag was; de ware reden was volgens haar het zakelijke conflict met de erven Schram, na het overlijden van [naam 3] op 28 december 2012.
4.6.
De rechtbank wil best aannemen dat er enig verband bestaat tussen het overlijden van [naam 3] (met wie [eiseres] een groot aantal jaren een nauwe zakelijke band heeft gehad) en de schorsing, gevolgd door het ontslag van [eiseres]. Dat wil echter niet zeggen dat het ontslag een voorgewende of valse reden heeft; het Slotervaartziekenhuis heeft in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat de spanningen in diverse geledingen van het ziekenhuis al langer bestonden én dat er, na de schorsing, ernstige zaken boven water zijn gekomen, op grond waarvan het ontslag is gegeven.
4.7.
Voorts heeft [eiseres] aangevoerd dat de gevolgen van de opzegging voor haar te ernstig zijn in vergelijking met het belang van het Slotervaartziekenhuis, het zogenoemde gevolgencriterium.
4.8.
Overwogen wordt dat voldoende is komen vast te staan dat de gevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en het ontslag als statutair bestuurder voor [eiseres] ernstig waren; haar positie op de arbeidsmarkt ten tijde van de opzegging was niet gunstig te noemen, mede gelet op de rond de persoon van [eiseres] ontstane publiciteit. Dat zou op zich kunnen vereisen dat Slotervaartziekenhuis voor [eiseres] een financiële voorziening zou hebben getroffen. Echter, bij het bovenstaande moet ook acht worden geslagen op de redenen die het Slotervaartziekenhuis aan het ontslag ten grondslag heeft gelegd en die onder 4.4 kort zijn samengevat.
4.9.
Verderop in dit vonnis zal ter zake de vorderingen van het Slotervaartziekenhuis in reconventie worden vastgesteld dat [eiseres] ten onrechte aanmerkelijke bedragen aan Slotervaartziekenhuis heeft onttrokken en ten gunste heeft laten komen aan zichzelf, dan wel aan vennootschappen waarin zij/althans haar kinderen belangen hadden, waarmee [eiseres] toerekenbaar tekort is geschoten jegens Slotervaartziekenhuis, dan wel onrechtmatig jegens het ziekenhuis heeft gehandeld (verwezen wordt naar de overwegingen 4.24, 4.30, 4.34, 4.40 en 4.44). Deze vaststelling dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Reeds op deze grond moet worden vastgesteld dat het gegeven ontslag niet kennelijk onredelijk is geweest. Immers heeft [eiseres], door toerekenbaar tekort te schieten en onrechtmatig te handelen als hierboven overwogen, het ontslag over zichzelf afgeroepen en kan van Slotervaartziekenhuis niet worden verwacht dat zij [eiseres] in financiële zin compenseert, om zo voor [eiseres] de gevolgen van het ontslag te verzachten. Geoordeeld wordt dat er geen sprake is van onevenredigheid tussen de belangen van Slotervaartziekenhuis bij opzegging van de arbeidsovereenkomst en de te verwachten nadelige gevolgen van de opzegging voor [eiseres]. Niet gezegd kan worden dat Slotervaartziekenhuis met het gegeven ontslag in strijd heeft gehandeld met de eisen die aan een goed werkgever kunnen worden gesteld.
4.10.
Gelet op het bovenstaande wordt geoordeeld dat het gegeven ontslag niet kennelijk onredelijk is. Dat betekent dat de vorderingen van [eiseres], genoemd onder 3.1.1 en 3.1.2 zullen worden afgewezen.
Salaris
4.11.
[eiseres] vordert een voorschot op het achterstallige salaris van € 1.980.000,00 bruto. Daarover het volgende. In de inleidende dagvaarding heeft [eiseres] onvermeld gelaten dat door Slotervaartziekenhuis aan haar, gedurende de loop van het dienstverband, in totaal een nettobedrag van € 980.000,00, als voorschot op het salaris is uitbetaald. Ter zitting heeft [eiseres] de hoogte van laatstgenoemd bedrag en de ontvangst ervan niet betwist. [eiseres] heeft voorts gesteld dat met deze netto betalingen alsnog te weinig is betaald, omdat Slotervaartziekenhuis uitgaat van een te laag salaris. Slotervaartziekenhuis heeft gerekend met een salaris van € 250.000,00 bruto per jaar inclusief emolumenten, ingaande 2006, met een jaarlijkse indexering van 1,5 %. [eiseres] maakt aanspraak op een salaris van € 330.000,00 bruto per jaar en beroept zich daarbij onder meer op het volgens het jaardocument 2012 gereserveerde bedrag.
4.12.
Geoordeeld wordt dat de hoogte van het salaris van [eiseres] niet is vastgelegd in een schriftelijke arbeidsovereenkomst en ook niet is vastgesteld door de algemene vergadering van Slotervaartziekenhuis, zoals de statuten voorschrijven. De brief van de enig aandeelhouder van Slotervaartziekenhuis van 13 februari 2009 (zie 2.6) kan niet als een zodanige vaststelling gelden: weliswaar wordt ingestemd met de voorgestelde hoogte van het salaris maar niet met de ingangsdatum, terwijl voorts wordt gesteld dat een en ander nog moet worden vastgelegd in een schriftelijke arbeidsovereenkomst, waarvan vast staat dat die nimmer tot stand is gekomen.
Bij gebreke van een schriftelijke overeenkomst moet voor de vaststelling van de hoogte van dat salaris worden aangeknoopt bij de bedoelingen van partijen zoals die blijkt uit hetgeen er met betrekking tot de hoogte van het salaris is besproken en geschreven . Voor de beantwoording van de vraag hoe in deze arbeidsovereenkomst de verhouding van partijen is geregeld en of deze overeenkomst een leemte laat die moet worden aangevuld komt het dan aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan hetgeen mondeling is besproken of schriftelijk is vastgelegd mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.13.
Gelet op deze maatstaf is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat een bruto jaarsalaris is afgesproken van € 330.000,00. Het jaardocument 2012 noemt dit bedrag als totale reservering (inclusief vakantiegeld en werkgeversbijdrage), hetgeen juist een aanwijzing vormt voor een (aanmerkelijk) lager bruto salaris. Die aanwijzing wordt ook gevonden in de brief namens [eiseres] van 19 februari 2010 (zie 2.7) waarin zij aanspraak maakt op een bruto jaarsalaris van € 250.000,00, te vermeerderen met een pensioenreservering. Dat, in samenhang met de onder 2.5 genoemde brief van de raad van commissarissen en de onder 2.6 aangehaalde brief van de aandeelhouder, maakt dat moet worden uitgegaan van een bruto jaarsalaris van € 250.000,00. Op grond van de genoemde brieven van de raad van commissarissen en de aandeelhouder wordt voorts ervan uitgegaan dat dit een bruto salaris betreft, inclusief emolumenten, doch exclusief werkgeverslasten. Gelet op al het bovenstaande gaat de rechtbank uit van een bruto jaarsalaris van € 250.000,00 per jaar met ingang van 2006, te vermeerderen met een jaarlijkse indexering van 1,5 %. De rechtbank zal de bruto/netto berekening volgen, zoals die blijkt uit de vaststellingsovereenkomst die Slotervaartziekenhuis op 27 oktober 2014 met de belastingdienst heeft gesloten. Uit deze berekening blijkt dat het totale netto salaris over de gehele periode van het dienstverband bepaald moet worden op € 737.811,73. [eiseres] heeft erkend dat zij over deze periode reeds € 980.000,00 aan (netto) voorschotten heeft ontvangen, zodat dit onderdeel van de vordering van [eiseres] zal worden afgewezen.
Gefixeerde schadevergoeding
4.14.
[eiseres] heeft aangevoerd dat de opzegging onregelmatig is geweest, waarbij zij aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van twee bruto maandsalarissen, volgens [eiseres] € 27.500,00 bruto per maand, derhalve € 55.000,00 bruto. Slotervaartziekenhuis heeft aangevoerd dat [eiseres] de gevorderde schadevergoeding al heeft ontvangen, nu deze is verrekend met de reeds ontvangen salarisvoorschotten (zie hierna onder 4.20). Daar heeft Slotervaartziekenhuis aan toegevoegd dat het bruto maandsalaris geen € 27.500,00 bedraagt, maar € 20.833,33, (per 2006, te vermeerderen met een indexering van 1,5 % per jaar). Voor 2013 bedroeg het bruto maandsalaris derhalve € 23.121,77. Het daarmee corresponderende nettobedrag voor twee maanden salaris ad € 18.652,86 heeft Slotervaartziekenhuis reeds door verrekening voldaan, aldus steeds Slotervaartziekenhuis.
4.15.
Geoordeeld wordt dat de opzegging inderdaad onregelmatig is geweest, nu Slotervaartziekenhuis geen enkele opzegtermijn in acht heeft genomen. De gevorderde (gefixeerde) schavergoeding heeft Slotervaartziekenhuis (door haar in het ontslagbesluit “compensatie” genoemd) evenwel al betaald, door deze te verrekenen met reeds aan [eiseres] betaalde salarisvoorschotten, waarover hierna in reconventie nog zal worden geoordeeld. Slotervaartziekenhuis heeft het juiste bedrag verrekend, nu (zie hierboven onder 4.13) het brutosalaris van [eiseres] op jaarbasis geen € 330.000,00 bedraagt maar € 250.000,00 (per 2006, met een jaarlijkse indexering van 1,5 %). Dit betekent dat de vordering van [eiseres] ook op dit punt zal worden afgewezen.
Slotsom conventie, kosten
4.16.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat de vorderingen van [eiseres] in conventie integraal zullen worden afgewezen.
4.17.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Slotervaartziekenhuis worden begroot op:
- explootkosten € 92,82
- griffierecht € 3.715,00
- salaris advocaat
€ 6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)
totaal € 10.229,82
in reconventie
4.18.
[eiseres] heeft zich niet verzet tegen de wijziging van eis, zodat op de gewijzigde eis zal worden beslist.
4.19.
Slotervaartziekenhuis heeft naast een vordering tot vergoeding van schade ook meerdere verklaringen voor recht gevorderd dat [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Slotervaartziekenhuis althans toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortkomend uit de arbeidsovereenkomst. Bij toewijzing van de betalingsvorderingen zal geen afzonderlijke verklaring voor recht worden gegeven omdat dan het belang bij een dergelijke verklaring ontbreekt.
Te veel ontvangen voorschot (vordering onder 3.5.1)
4.20.
Slotervaartziekenhuis heeft gesteld dat [eiseres] een te hoog voorschot op haar salaris heeft ontvangen en het meerdere moet terugbetalen. In conventie is al geoordeeld dat de rechtbank uitgaat van een bruto jaarsalaris van [eiseres] van € 250.000,00 per jaar met ingang van 2006, te vermeerderen met een jaarlijkse indexering van 1,5 %, en dat de bruto-netto berekening wordt gevolgd, zoals die blijkt uit de vaststellingsovereenkomst die Slotervaartziekenhuis op 27 oktober 2014 met de belastingdienst heeft gesloten (zie 2.13). Ook heeft de rechtbank gelet op deze berekening het totale netto salaris over de gehele periode van het dienstverband vastgesteld op € 737.811,73. Verder is geoordeeld dat [eiseres] aanspraak kan maken op € 18.652,86, het nettobedrag voor twee maanden salaris. In totaal had [eiseres] van Slotervaartziekenhuis te vorderen € 756.565,59. [eiseres] heeft erkend dat zij over de betreffende periode reeds € 980.000,00 aan (netto) voorschotten heeft ontvangen. Dit betekent dat Slotervaartziekenhuis, zoals gesteld, € 223.535,41 zonder rechtsgrond aan [eiseres] heeft betaald en dat [eiseres] dit bedrag als onverschuldigd betaald moet terugbetalen. [eiseres] heeft ter zitting nog aangevoerd dat de berekening van Slotervaartziekenhuis niet klopt, mede omdat er – kort gezegd – te veel fiscale inhoudingen zijn gedaan. Dit verweer wordt gepasseerd. Nog daargelaten dat [eiseres] niet heeft gespecificeerd welke bedragen waarom en in welke omvang ten onrechte zouden zijn ingehouden, geldt dat Slotervaartziekenhuis op grond van de vaststellingsovereenkomst jegens de belastingdienst gehouden was tot inhouding van de genoemde bedragen. Indien en voor zover mocht blijken dat desondanks ten onterechte meer is ingehouden dan verschuldigd was zal [eiseres] dat zelf van de belastingdienst kunnen terugvorderen.
4.21.
De hiervoor onder 3.5.1. vermelde vordering zal dan ook worden toegewezen voor een bedrag van € 223.535,41. Nu [eiseres] geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde rente, zal dit bedrag worden vermeerderd met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW vanaf 22 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Privéuitgaven creditcard (vordering onder 3.5.2)
4.22.
Slotervaartziekenhuis heeft gesteld dat [eiseres] een groot aantal privéuitgaven heeft gedaan met de creditcard die Slotervaartziekenhuis haar ter beschikking heeft gesteld. In totaal betreft het uitgaven ter hoogte van € 143.551,88. Slotervaartziekenhuis heeft ter onderbouwing van haar vordering creditcardafschriften tussen maart 2010 en januari 2013 in het geding gebracht waarop is gemarkeerd welke uitgaven als privéuitgaven moeten worden aangemerkt. Daarnaast heeft Slotervaartziekenhuis een overzicht verstrekt met alle betalingen op een rij, onder vermelding van het uitgegeven bedrag, de datum en de betalingsomschrijving (zie 2.15).
4.23.
[eiseres] heeft daartegen aangevoerd dat veel van de door haar gedane uitgaven van zakelijke aard waren. [eiseres] bekleedde als voorzitter van de raad van bestuur een soort “buitendienstfunctie”, die met zich bracht dat zij regelmatig naar het buitenland reisde en met relaties uit eten ging. Ook bestond een belangrijk deel van het werk van [eiseres] uit het beheren van het relatienet van Slotervaartziekenhuis en het bevorderen van public relations. Ook het onderzoeken van nieuwe omzetgebieden bracht de nodige kosten met zich. [eiseres] betwist niet dat ten dele ook privéuitgaven met de creditcard zijn gedaan, maar volgens [eiseres] werden haar privéuitgaven door de administratie in rekening courant met het ziekenhuis geboekt. Om een en ander uit te zoeken was in april 2013 met de afdeling planning en control een overleg gepland, maar dat is er door het ontslag niet meer van gekomen, aldus steeds [eiseres].
4.24.
Overwogen wordt dat het overeenkomstig de hoofdregel van het bewijsrecht aan Slotervaartziekenhuis is om te stellen en te onderbouwen, dat [eiseres] niet verantwoorde privéuitgaven met de creditcard heeft gedaan. Het is immers Slotervaartziekenhuis die zich op het rechtsgevolg van die stelling beroept, te weten vergoeding van geleden schade wegens een tekortkoming of een onrechtmatige daad van [eiseres]. Slotervaartziekenhuis heeft ter onderbouwing van haar stelling over de privéuitgaven de hiervoor genoemde rekeningafschriften en het overzicht in het geding gebracht, waaruit blijkt om welke uitgaven het gaat, met vermelding van datum en omschrijving. Zij heeft daarmee haar vordering in eerste instantie voldoende onderbouwd. Voor [eiseres] was op die manier inzichtelijk waartegen zij zich moest verweren. Het had vervolgens op de weg gelegen van [eiseres] om de uitgaven per post gemotiveerd te betwisten. Het is immers [eiseres] die de creditcardbetalingen heeft gedaan en die – gelet op de ook volgens haar zelf nog te verrichten afrekening met het ziekenhuis – hoort te beschikken over de bonnen/facturen die verband houden met de betalingen. [eiseres] moet daarom ook in staat worden geacht om gemotiveerd verweer te voeren. [eiseres] heeft dit echter niet gedaan. Bij die stand van zaken heeft zij het door Slotervaartziekenhuis gestelde onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat van de juistheid daarvan zal worden uitgegaan. [eiseres] heeft nog aangevoerd dat zij al een afspraak had met de administratie van Slotervaartziekenhuis om haar privéuitgaven te verantwoorden. Ter zitting heeft [eiseres] echter verklaard dat zij inmiddels niet meer over de onderliggende bonnen en facturen beschikt, zodat [eiseres] bij een dergelijke afspraak haar vermeende zakelijke uitgaven niet meer zal kunnen onderbouwen. Dit komt voor risico van [eiseres].
4.25.
Uit het voorgaande volgt dat als vaststaand moet worden aangenomen dat [eiseres] met de haar door Slotervaartziekenhuis ten behoeve van haar werkzaamheden als bestuurder ter beschikking gestelde creditcard aanzienlijk privéuitgaven heeft gedaan. Daarmee heeft [eiseres] gehandeld in strijd met de door haar als goed werknemer en als bestuurder op de voet van artikel 2:9 BW jegens Slotervaartziekenhuis in acht te nemen zorgvuldigheid en dat kan haar ook worden toegerekend. Dit brengt mee dat [eiseres] schadeplichtig is jegens Slotervaartziekenhuis, welke schade wordt begroot op het door Slotervaartziekenhuis gevorderde bedrag van de ten onrechte gedane privéuitgaven. De vordering vermeld onder 5.3.2 ter hoogte van € 143.551,88 zal dan ook worden toegewezen. De rente, door [eiseres] niet betwist, zal worden toegewezen zoals gevorderd, dat wil zeggen vanaf de dag van iedere betaling, blijkende uit het door Slotervaartziekenhuis overgelegde en hiervoor onder 2.15 vermelde overzicht.
Simed (zie 3.5.3)
4.26.
Slotervaartziekenhuis heeft van [eiseres] betaling van € 1000.000,00 gevorderd. Zij heeft daartoe gesteld dat dit een betaling betreft die [eiseres] Slotervaartziekenhuis heeft laten verrichten aan Simed, terwijl het een privéschuld van [eiseres] aan Simed betrof.
4.27.
[eiseres] heeft daartegen aangevoerd dat het een project betrof dat Slotervaartziekenhuis ten goede zou zijn gekomen als de stekker er niet voortijdig was uitgetrokken. De bestuursleden [naam 2] en [naam 1] van Slotervaartziekenhuis hebben bij het project een actieve rol gespeeld. Omdat op enig moment geld nodig was voor het project en de financiering niet zo snel rond kwam heeft Simed het geld voorgeschoten. Simed heeft het voorgeschoten geld vervolgens verrekend met voorschotnota’s voor een groot radiologieproject binnen Slotervaartziekenhuis, waarvoor Simed aanvankelijk in de race was (maar dat uiteindelijk aan Philips werd gegund). Die voorschotnota’s van Simed zijn gecrediteerd. Het was op verzoek van [eiseres] dat de omschrijving op de twee facturen van Simed is veranderd omdat de diensten van Simed waren begonnen met het radiologieproject. Aldus steeds [eiseres].
4.28.
De rechtbank stelt vast dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis zelfstandig opdracht heeft gegeven tot betaling van de twee facturen van Simed, terwijl zij daarvoor op grond van artikel 20.1 van de statuten van Slotervaartziekenhuis de goedkeuring nodig had van de algemene vergadering. Daarnaast wordt geoordeeld dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis aldus een betaling heeft laten verrichten waarvan op geen enkele wijze is gebleken dat deze betaling ten goede is gekomen aan Slotervaartziekenhuis. Immers, er is geen goedgekeurd directiebesluit van Slotervaartziekenhuis tot aankoop van de grond, er is geen koopovereenkomst tussen Slotervaartziekenhuis en de Turkse verkoper en er zijn geen andere aanwijzingen dat Slotervaartziekenhuis op enigerlei wijze gebaat was bij de betalingen. Het verweer van [eiseres] dat alles in overleg met de overige directieleden is gebeurd en dat het project uiteindelijk op naam van een vennootschap zou worden overgeschreven waarvan [naam 3] althans de kinderen van [eiseres] aandeelhouders zouden zijn maakt dat niet anders, alleen al vanwege het feit dat die bedoelde vennootschap in elk geval niet Slotervaartziekenhuis (of een deelneming ervan) was. Daarbij komt dat [eiseres] nadat bleek dat de aankoop van de grond niet doorging, Simed heeft verzocht een omschrijving op haar facturen te zetten (“t.b.v. afdeling radiologie”) die niet strookt met de door Simed verrichte betalingen tot zekerheid voor door [eiseres] aangegane verplichtingen. De uitleg die [eiseres] daarvoor geeft wordt door de rechtbank als ongeloofwaardig gepasseerd. Immers, niet valt te begrijpen dat Simed jegens Slotervaartziekenhuis aanspraak kon maken op betaling van € 1.000.000,00 voor het leveren van goederen voor de radiologieafdeling terwijl die opdracht niet aan Simed maar aan Philips was gegund. Waarom die genoemde omschrijving van [eiseres] op de facturen moest worden vermeld blijft dan ook onduidelijk. Ten slotte speelt bij de beoordeling ook een rol dat [eiseres] Simed nadien nog heeft verzocht om terugbetaling van de € 1.000.000,00 aan Slotervaartziekenhuis waartegenover zij dan zelf genoemd bedrag weer aan Simed zou voldoen. Vast staat evenwel dat het bedrag van € 1.000.000,00 door Simed noch [eiseres] ooit aan Slotervaartziekenhuis is terugbetaald. Ook hiervoor heeft [eiseres] geen plausibele verklaring kunnen geven.
4.29.
Dat de Rechtbank Midden-Nederland de vordering van Slotervaartziekenhuis jegens Simed heeft afgewezen (zie 2.19) betekent nog niet dat dit ook moet gelden voor de vordering van Slotervaartziekenhuis tegen [eiseres]. In dat vonnis is slechts geoordeeld over de vraag of Simed erop mocht vertrouwen dat [eiseres] namens Slotervaartziekenhuis optrad of niet. Dat is iets anders dan de vraag of [eiseres] tegen Slotervaartziekenhuis tekort is geschoten in haar verplichtingen of onrechtmatig heeft gehandeld.
4.30.
Door te handelen zoals hiervoor vermeld, dat wil zeggen het laten betalen van € 1.000.000,00 door Slotervaartziekenhuis terwijl Slotervaartziekenhuis door die betaling niet is gebaat, door een betalingsopdracht te geven zonder voorafgaande goedkeuring, door het laten vermelden van een onjuist kenmerk op de facturen van Simed en door de poging de betaling terug te draaien, heeft [eiseres] toerekenbaar in strijd gehandeld met haar verplichtingen jegens Slotervaartziekenhuis uit hoofde van artikel 2:9 BW. Tevens heeft [eiseres] daardoor onrechtmatig gehandeld jegens Slotervaartziekenhuis. [eiseres] is dan ook verplicht de daardoor ontstane schade te vergoeden. De schade wordt begroot op € 1.000.000,00, het bedrag dat Slotervaartziekenhuis aan Simed heeft voldaan. De vordering van Slotervaartziekenhuis betreffende dat bedrag zal dan ook worden toegewezen. Ook de gevorderde rente zal, bij gebreke van betwisting, worden toegewezen zoals gevorderd, dat wil zeggen over € 500.000,00 vanaf 30 juni 2008 en over nog eens € 500.000,00 vanaf 8 september 2008.
Drimpy (vordering onder 3.5.4 en 3.5.9)
4.31.
Slotervaartziekenhuis heeft van [eiseres] betaling van € 200.000,00 en € 50.000,00 gevorderd. Zij heeft daartoe gesteld dat dit betalingen betreft die [eiseres] Slotervaartziekenhuis heeft laten verrichten ten behoeve van Meromi Participaties (ter verwerving van onder meer aandelen in Drimpy), zonder dat er een verplichting bestond van Slotervaartziekenhuis tot betaling en zonder dat de betalingen Slotervaartziekenhuis ten goede zijn gekomen.
4.32.
[eiseres] heeft het verweer gevoerd dat de bedragen zijn aangewend voor een deelneming in Drimpy. Binnen deze vennootschap zou in samenwerking met Slotervaartziekenhuis nieuwe medische software worden ontwikkeld, waarvan Slotervaartziekenhuis uiteindelijk had kunnen profiteren. De aandelen in Drimpy zijn weliswaar aan Meromi Participaties geleverd maar zouden uiteindelijk aan Slotervaartziekenhuis worden overgedragen. Daarom heeft Slotervaartziekenhuis ook de koopsom van € 200.000,00 betaald en later € 50.000,00 ten behoeve van een lening die eerder in de intentieovereenkomst van 30 juni 2011 tussen Meromi Participaties en Drimpy was overeengekomen. Aldus steeds [eiseres].
4.33.
Ook hier wordt vastgesteld dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis zelfstandig opdracht heeft gegeven tot betaling van in totaal € 250.000,00 ten behoeve van Meromi Participaties, terwijl zij - mede gelet op het feit dat zij enig aandeelhouder van Meromi Participaties was en dus een tegenstrijdig belang bestond - op grond van artikel 19 en 20.1 van de statuten van Slotervaartziekenhuis daartoe de goedkeuring nodig had van de algemene vergadering en de raad van commissarissen. Daarnaast geldt ook hier dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis betalingen heeft laten verrichten waarvan vast staat dat deze betalingen niet ten goede zijn gekomen aan Slotervaartziekenhuis. Vast staat immers dat geen orgaan van Slotervaartziekenhuis ooit formeel toestemming hebben gegeven voor een deelneming in Drimpy en dat er geen geldige overeenkomst daartoe tot stand is gekomen. Voorts zijn de aandelen in Drimpy nooit aan Slotervaartziekenhuis overgedragen. De enkele intentie dat dit ooit zou gebeuren, zoals [eiseres] heeft gesteld, is daartoe onvoldoende. Dit oordeel wordt mede gesteund door het feit dat Meromi Participaties het bedrag van € 200.000,00 dat zij van Drimpy heeft ontvangen voor het terug leveren van de aandelen niet aan Slotervaartziekenhuis heeft doorbetaald, terwijl dat bedrag oorspronkelijk van Slotervaartziekenhuis afkomstig was. Een en ander heeft tot gevolg dat [eiseres] Slotervaartziekenhuis betalingen heeft laten verrichten – ten behoeve van Meromi Participaties - waarvoor zij geen goedkeuring had en waartoe Slotervaartziekenhuis niet verplicht was.
4.34.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat [eiseres] in strijd heeft gehandeld met haar verplichtingen jegens Slotervaartziekenhuis uit hoofde van artikel 2:9 BW. Tevens heeft [eiseres] daardoor onrechtmatig gehandeld jegens Slotervaartziekenhuis. [eiseres] is dan ook verplicht de daardoor ontstane schade te vergoeden. De schade wordt becijferd op € 250.000,00, het bedrag dat Slotervaartziekenhuis ten behoeve van Meromi Participaties aan de notaris en aan Drimpy heeft voldaan. De vordering van Slotervaartziekenhuis betreffende dat bedrag zal dan ook worden toegewezen. Ook de gevorderde rente zal, bij gebreke van betwisting, worden toegewezen zoals gevorderd, dat wil zeggen over € 200.000,00 vanaf 11 juli 2011 en over € 50.000,00 vanaf 26 januari 2012.
Facturen (vordering onder 3.5.5)
4.35.
Slotervaartziekenhuis heeft € 67.485,00 van [eiseres] gevorderd. Slotervaartziekenhuis heeft daartoe gesteld dat zij voor dat bedrag in opdracht van [eiseres] facturen heeft betaald voor privéaangelegenheden van [eiseres] en dat er vooraf aan de betalingsopdracht geen overleg met de overige bestuursleden is geweest. Het betreft blijkens de omschrijving facturen voor onder meer vliegtickets, chauffeursdiensten, advieswerk met betrekking tot de overname van Beyond Medical B.V. (een vennootschap waarvan Meromi Participaties - waarvan [eiseres] alle aandelen houdt - enig bestuurder is), tickets voor een concert van Pearl Jam en een bijdrage voor Stichting Talent naar de Top.
4.36.
[eiseres] heeft het verweer gevoerd dat de facturen grotendeels verband houden met de uitoefening van haar functie, die voor een groot deel bestond uit het uitbreiden van de omzetmogelijkheden of kostenbesparingen van Slotervaartziekenhuis en het beheren van het netwerk en het bevorderen van de naamsbekendheid van het ziekenhuis. Ter zitting heeft [eiseres] nog nader toegelicht dat de Stichting Talent naar de Top een project ter bevordering van meer vrouwen in topfuncties in het bedrijfsleven is, waaraan Slotervaartziekenhuis mee deed. De factuur van Stichting Talent naar de Top betreft volgens [eiseres] de jaarbijdrage.
4.37.
Net zoals hiervoor onder 4.24 ten aanzien van de creditcarduitgaven, geldt dat het aan Slotervaartziekenhuis is om te stellen en te onderbouwen waarom de betaling van de betreffende facturen niet ten laste van het ziekenhuis hoort te komen. Slotervaartziekenhuis heeft de hiervoor genoemde facturen in het geding gebracht en een algemene toelichting op haar vordering gegeven. Zij heeft daarmee haar vordering vooralsnog voldoende onderbouwd. Voor [eiseres] was op die manier inzichtelijk waartegen zij zich moest verweren. Het had vervolgens op de weg van [eiseres] gelegen om de facturen stuk voor stuk gemotiveerd te betwisten.
4.38.
[eiseres] heeft dit ook gedaan ten aanzien van de factuur van Stichting Talent naar de Top. Op grond van die toelichting wordt geoordeeld dat dit redelijkerwijs als een zakelijke uitgave ten behoeve haar werkzaamheden voor Slotervaartziekenhuis kan worden aangemerkt. Slotervaartziekenhuis heeft daarop ook niet meer gereageerd, zodat de vordering ten aanzien van de betreffende factuur ter hoogte van € 5.950,00 zal worden afgewezen.
4.39.
Ten aanzien van de facturen van de Groep Kennemerwaert heeft [eiseres] toegelicht dat het advieswerk betreft in verband met een mogelijke overname van Beyond Medical B.V., een bedrijf dat handelde in bepaalde zorgactiviteiten. Slotervaartziekenhuis heeft in reactie hierop gesteld dat het om een overname ging van Beyond Medical B.V. door Meromi Participaties, de privévennootschap van [eiseres]. Zonder nadere toelichting van [eiseres], die ontbreekt, is in dat licht onvoldoende duidelijk geworden dat de advieswerkzaamheden niettemin ten goede zijn gekomen aan Slotervaartziekenhuis, zodat het verweer van [eiseres] wordt verworpen. De overige facturen heeft [eiseres] slechts in algemene termen betwist, zonder nadere concretisering en toelichting waarom de gefactureerde werkzaamheden, diensten en goederen ten dienste stonden aan de uitoefening van haar functie als bestuurder of anderszins ten goede zijn gekomen aan Slotervaartziekenhuis. Dit brengt mee dat [eiseres] de stellingen van Slotervaartziekenhuis onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, zodat als vaststaand wordt aangenomen dat het ook hier privéuitgaven betreft die ten onrechte op instructie van [eiseres] door Slotervaartziekenhuis zijn betaald.
4.40.
De vordering van Slotervaartziekenhuis tot vergoeding van schade ten aanzien van de betaalde facturen, met uitzondering van de factuur van Stichting Talent naar de Top, zal dan ook worden toegewezen. Het gaat om een bedrag van € 61.535,00 (€ 67.485,00 minus € 5.950,00). Slotervaartziekenhuis heeft de wettelijke rente gevorderd vanaf de dag van iedere overboeking. Slotervaartziekenhuis heeft echter geen overzicht van de verschillende betaaldata in het geding gebracht, zodat niet kan worden vastgesteld vanaf welk tijdstip de rente verschuldigd zou zijn en de vordering in zoverre dus een voldoende draagkrachtige onderbouwing ontbeert. De rente, die overigens door [eiseres] niet is betwist, zal daarom over het gehele bedrag worden toegewezen met ingang van 26 oktober 2013, zoals subsidiair gevorderd.
Kluisonttrekkingen (vordering onder 3.5.6)
4.41.
Slotervaartziekenhuis heeft € 142.438,40 van [eiseres] gevorderd in verband onttrekking van contante gelden uit de kluizen van Slotervaartziekenhuis voor privédoeleinden. Volgens Slotervaartziekenhuis gaat het voor € 45.000,00 om geadministreerde contante opnames en voor het overige om niet geadministreerde contante opnames. De hoogte van die laatste opnames heeft Slotervaartziekenhuis berekend door de kasboekadministratie te vergelijken met de bedragen die na de schorsing van [eiseres] in de verschillende kluizen daadwerkelijk zijn aangetroffen, waaronder een kluis die zich volgens Slotervaartziekenhuis in de werkkamer van [eiseres] bevond en waarvan [eiseres] gedurende haar tijd als bestuurder volgens Slotervaartziekenhuis als enige een sleutel had.
4.42.
[eiseres] heeft erkend € 45.000,00 geadministreerd te hebben opgenomen. Elke aparte opname was volgens haar nadere toelichting ter zitting gekoppeld aan een zakelijke reis, waarvan zij echter geen stukken meer heeft. De overige kluisopnames heeft [eiseres] betwist. Ten eerste is het kasboek dat Slotervaartziekenhuis als vertrekpunt voor haar berekening heeft gebruikt niet compleet. Voorts geldt dat de enveloppen die volgens Slotervaartziekenhuis in kluis 1 zijn aangetroffen niet door de notaris, die bij het openen van de kluis aanwezig was, zijn genoemd en dat er in elk geval ook een enveloppe ontbreekt van de opname van € 10.000,00 door medebestuurder [naam 1]. Verder waren er volgens [eiseres] meer mensen die een sleutel voor kluis 1 bezaten, met name tijdens haar buitenlandreizen.
4.43.
Gelet op haar erkenning staat vast dat [eiseres] € 45.000,00 geadministreerd aan contanten uit de kluis heeft opgenomen. Eveneens staat vast dat dit is gebeurd zonder overleg met de medebestuurders. Het verweer dat dit bedrag is gebruikt voor zakelijke reizen wordt als onvoldoende onderbouwd verworpen. Iedere onderbouwing van welke (dienst)reizen het zou betreffen ontbreekt, terwijl evenmin is gesteld dat en waarom daarvoor contante bedragen moesten worden opgenomen, laat staan dat wordt verantwoord hoe deze vervolgens ten behoeve van Slotervaartziekenhuis zijn aangewend. [eiseres] heeft zelf aangevoerd dat zij dat niet meer kan aantonen, terwijl Slotervaartziekenhuis heeft gesteld dat uit niets blijkt dat de opnames zakelijke doeleinden hadden. De rechtbank is van oordeel dat het in de risicosfeer van [eiseres] ligt, dat zij het karakter van de opnames niet meer kan aantonen. Uit het voorgaande volgt dat als vaststaand moet worden aangenomen dat [eiseres] zonder overleg of ruggespraak € 45.000,00 aan contante opnames heeft gedaan die zij op geen enkele wijze meer kan verantwoorden. Daarmee heeft [eiseres] gehandeld in strijd met de door haar als goed werknemer en als bestuurder op de voet van artikel 2:9 BW jegens Slotervaartziekenhuis in acht te nemen zorgvuldigheid en dat kan haar ook worden toegerekend. Dit brengt mee dat [eiseres] schadeplichtig is jegens Slotervaartziekenhuis [eiseres] dient de schade die Slotervaartziekenhuis hierdoor heeft geleden, te weten € 45.000,00 aan Slotervaartziekenhuis te vergoeden. Hierover is [eiseres] voorts, zoals gevorderd en niet betwist, de wettelijke rente uit hoofde van artikel 6:119 BW verschuldigd met ingang van de verschillende data van onttrekking vermeld onder 2.24.
4.44.
De vordering ten aanzien van de overige, niet geadministreerde kluisonttrekkingen zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen. Daarbij wordt overwogen dat [eiseres] steekhoudende argumenten heeft aangevoerd waarom de rekensom van Slotervaartziekenhuis niet kan kloppen en dat uit de overgelegde stukken nog niet blijkt dat [eiseres] gelden heeft onttrokken althans dat zij dit voor privédoeleinden heeft gedaan. Het verweer wordt ook gesteund door het feit dat medebestuurder [naam 1] ter zitting heeft erkend dat [eiseres] hem op enig moment een voorschot van € 10.000,00 (in contanten) heeft gegeven terwijl Slotervaartziekenhuis geen verklaring heeft gegeven waarom van die transactie geen kwitantie in de kluis is aangetroffen. Dit bevestigt de stelling van [eiseres] dat de kasboekadministratie en de aangetroffen bescheiden niet volledig zijn en dat op basis daarvan geen sluitende berekening kan worden gemaakt. Ook voor het overige heeft Slotervaartziekenhuis naar aanleiding van het verweer van [eiseres] haar stellingen niet nader onderbouwd. Bij deze stand van zaken is de vordering in zoverre niet toewijsbaar.
Verkeersboetes (vordering onder 3.5.7)
4.45.
Slotervaartziekenhuis heeft van [eiseres] betaling van verkeersboetes van in totaal € 7.606,00 gevorderd die door het CJIB voor de BMW zijn opgelegd. Zij heeft daartoe gesteld dat de BMW exclusief aan [eiseres] ter beschikking is gesteld en dat [eiseres] als enige gebruiker verplicht is deze boetes voor haar rekening te nemen. Ook dient [eiseres] Slotervaartziekenhuis te compenseren voor boetes die mogelijkerwijs door anderen zijn veroorzaakt, omdat [eiseres] belast was met de financiële zaken binnen Slotervaartziekenhuis en in die hoedanigheid zou hebben nagelaten de persoon in kwestie de boete te laten betalen, aldus Slotervaartziekenhuis.
4.46.
[eiseres] heeft de vordering betwist. Zij heeft daartoe gesteld dat zij niet de enige gebruiker was van de BMW maar dat bijvoorbeeld ook medebestuurder [naam 1] en een chauffeur regelmatig in de BMW reden.
4.47.
Naar aanleiding van het verweer van [eiseres] heeft Slotervaartziekenhuis erkend dat ook weleens een chauffeur in de BMW reed. Slotervaartziekenhuis heeft voorts niet betwist dat daarnaast ook nog anderen af en toe in de BMW reden. Op grond daarvan wordt geoordeeld dat niet valt vast te stellen welke boetes mogelijkerwijs wel en welke boetes niet voor rekening van [eiseres] komen, zodat op die grond de vordering van Slotervaartziekenhuis betreffende de verkeersboetes niet kan worden toegewezen. Ook wordt Slotervaartziekenhuis bij gebreke van nadere onderbouwing niet gevolgd in haar stelling dat op [eiseres] anderszins de plicht rustte om voor betaling van de boetes zorg te dragen. De vordering van Slotervaartziekenhuis betreffende de verkeersboetes zal dan ook worden afgewezen.
Slotsom en proceskosten
4.48.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van Slotervaartziekenhuis in reconventie grotendeels toewijsbaar zijn, met uitzondering van de verkeersboetes en een deel van de vordering betreffende de kluisonttrekkingen.
4.49.
[eiseres] zal als de in reconventie grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Slotervaartziekenhuis worden begroot op € 6.422,00 aan salaris advocaat (2,0 punten × tarief € 3.211,00).

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Slotervaartziekenhuis tot op heden begroot op € 10.137,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiseres] om aan Slotervaartziekenhuis de volgende bedragen te betalen:
- € 223.535,41 ( tweehonderddrieëntwintigduizend vijfhonderdvijfendertig euro en eenenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW vanaf 22 januari 2013 tot aan de voldoening;
- € 143.551,88 ( honderddrieënveertigduizend vijfhonderdeenenvijftig euro en achtentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW vanaf de dag van iedere betaling blijkende uit het door Slotervaartziekenhuis overgelegde en hiervoor onder 2.15 vermelde overzicht tot aan de voldoening;
- € 1.000.000,00 ( één miljoen euro), te vermeerderen met wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW over € 500.000,00 vanaf 30 juni 2008 en over € 500.000,00 vanaf en 8 september 2008, steeds tot aan de voldoening;
- € 250.000,00 ( tweehonderdvijftigduizend euro), te vermeerderen met wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW over € 200.000,00 vanaf 11 juli 2011 en over € 50.000,00 vanaf 26 januari 2012 tot aan de voldoening;
- van € 61.535,00 (eenenzestigduizend vijfhonderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW vanaf 26 oktober 2013 tot aan de voldoening;
- € 45.000,00 ( vijfenveertigduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW te rekenen vanaf de data van de onttrekkingen zoals vermeld onder 2.24,
5.5.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Slotervaartziekenhuis tot op heden begroot op € 6.422,00, te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.6.
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en reconventie
5.7.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 205,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.8.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.H. Vink, mr. T.M.A. van Löben Sels en mr. L. Biller en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: TvLS, LB