ECLI:NL:RBAMS:2015:2145
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voeging van twee zaken ex artikel 222 Rv; afwijzing wegens verschillende kantonrechters
In deze zaak heeft de curator van Tetra-E Solutions B.V. een vordering ingediend tot voeging van twee procedures op basis van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vordering is gedaan in het kader van een incident door de gedaagde partij, EWIC B.V., die stelde dat beide procedures nagenoeg identiek zijn en dat voeging proceseconomisch voordelig zou zijn. De curator heeft zich echter verzet tegen deze voeging, met het argument dat de zaken niet bij dezelfde kantonrechter aanhangig zijn, aangezien kantonrechters op grond van artikel 47 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie als aparte kamers functioneren.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot voeging moet worden afgewezen, omdat de andere procedure in behandeling is bij een andere kantonrechter. Dit betekent dat er geen sprake is van “dezelfde rechter” zoals vereist is voor voeging onder artikel 222 Rv. De kantonrechter heeft verder vastgesteld dat er geen reden is om de zaak te verwijzen, aangezien dit niet was gevorderd. De beslissing houdt in dat EWIC als in het ongelijk gestelde partij wordt belast met de proceskosten van de curator, die zijn begroot op € 75,00.
De kantonrechter heeft de zaak vervolgens naar de rolzitting van 13 april 2015 verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door EWIC, met de bepaling dat er geen verder uitstel zal worden verleend. De verdere beslissing is aangehouden.