ECLI:NL:RBAMS:2015:3655

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2015
Publicatiedatum
12 juni 2015
Zaaknummer
CV EXPL 14-33620
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag en de verplichtingen van de werkgever bij herplaatsing binnen een concern

In deze zaak gaat het om de vraag of het ontslag van de eiser, een zelfstandig werkend kok bij Regardz Olympisch Stadion, kennelijk onredelijk is. De eiser was in dienst van de onderneming met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar werd ontslagen op 15 mei 2014, terwijl hij zich op 3 juni 2014 ziek meldde. De werkgever, Regardz Olympisch Stadion, had eerder een ontslagvergunning aangevraagd bij het UWV vanwege bedrijfseconomische redenen, en de activiteiten van de onderneming werden per 1 juli 2014 gestaakt. De eiser vorderde een schadevergoeding van € 26.472,03 bruto, stellende dat het ontslag kennelijk onredelijk was omdat er tijdelijke contracten waren bij zusterondernemingen die niet aan hem waren aangeboden.

De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De rechter oordeelde dat de werkgever niet verplicht was om tijdelijke arbeidsovereenkomsten met andere werknemers te beëindigen om de eiser te herplaatsen. De kantonrechter benadrukte dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk kan zijn als de gevolgen voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. In dit geval was de kantonrechter van mening dat de omstandigheden, zoals de duur van het dienstverband en de leeftijd van de eiser, niet voldoende waren om het ontslag als kennelijk onredelijk te kwalificeren.

De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter concludeerde dat er geen andere functies beschikbaar waren voor de eiser en dat de werkgever zich voldoende had ingespannen om hem te herplaatsen, maar dat dit niet mogelijk was gezien zijn arbeidsongeschiktheid. De beslissing werd genomen op 1 juni 2015 door de kantonrechter M.V. Ulrici.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht - Team kanton
zaaknummer: 3639356 CV EXPL 14-33620
vonnis van: 1 juni 2015
fno.: 245

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. W.J. Floor, DAS Rechtsbijstand
t e g e n

de besloten vennootschap REGARDZ MEETING CENTER AMSTERDAM ZUID B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Regardz Olympisch Stadion
gemachtigde: mr. D.M. van Moerkerk

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 24 november 2014 met producties
- antwoord met producties
- instructievonnis
- dagbepaling comparitie
De comparitie heeft plaatsgevonden op 14 april 2015. [eiser] is in persoon verschenen met zijn gemachtigde. Regardz Olympisch Stadion is ter zitting verschenen bij [naam 1] en [naam 2], met de gemachtigde. Partijen zijn gehoord, hebben hun standpunten toegelicht en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Regardz Olympisch Stadion exploiteerde voorheen een restaurant met vergaderlocatie (een zogenoemd meeting center) in het Olympisch Stadion Amsterdam. Regardz Olympisch Stadion heeft als aandeelhouder de Regardz Hospitality Group (verder de Regardz Group). Binnen de Regardz Group zijn meerdere hotels, horecabedrijven en congrescentra in Nederland ondergebracht. Regardz Group zorgt voor de administratie en de personeelszaken van alle aangesloten ondernemingen.
1.2.
[eiser] is op [datum] bij Regardz Olympisch Stadion als zelfstandig werkend kok in dienst getreden. Het betrof een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 38 uur per week, tegen een salaris van € 2.118,49 bruto per maand.
1.3.
De Regardz Group verkeert al langere tijd in zwaar weer. In 2012 én in 2013 heeft zij noodgedwongen gereorganiseerd. In 2014 is besloten (onder meer) de onderneming van Regardz Olympisch Stadion te staken.
1.4.
Op 3 maart 2014 heeft Regardz Olympisch Stadion voor alle 8 medewerkers van de onderneming in vaste dienst op bedrijfseconomische gronden een ontslagvergun-ning aangevraagd bij het UWV. Van de 9e werknemer is het bepaalde tijd contract niet verlengd.
1.5.
Na verweer zijdens [eiser] heeft het UWV op 9 mei 2014 de ontslagvergun-ningen verleend. Op 15 mei 2014 heeft Regardz Olympisch Stadion de arbeids-overeenkomst met [eiser] opgezegd, tegen 1 augustus 2014. Regardz Olympisch Stadion heeft [eiser] daarbij geen vergoeding uitgekeerd.
1.6.
Op 3 juni 2014 heeft [eiser] zich ziek gemeld. Sindsdien is hij onafgebroken arbeidsongeschikt voor de bedongen of voor passende arbeid. Met ingang van 1 augustus 2014 ontvangt [eiser] een Ziektewet-uitkering ter hoogte van 70% van het laatstgenoten loon.
1.7.
De activiteiten van Regardz Olympisch Stadion zijn per 1 juli 2014 gestaakt.
1.8.
Bij brief van 2 juli 2014 heeft de gemachtigde van [eiser] Regardz Olympisch Stadion gesteld dat de opzegging kennelijk onredelijk was en [eiser] deswege aanspraak maakte op een vergoeding van € 26.472,03 bruto, zijnde de inkomens-schade van [eiser] tijdens de maximale duur van de WW-uitkering.
1.9.
Bij brief van 18 september 2014 heeft Regardz Olympisch Stadion gereageerd en betwist dat sprake was van een kennelijk onredelijke opzegging.
1.10.
Ten tijde van het ontslag was [eiser] [leeftijd] oud. [eiser] is nog steeds volledig arbeidsongeschikt. In verband met zijn ziekte heeft [eiser] nog geen sollicitatie-pogingen ondernomen.

Vordering en verweer

2. [eiser] vordert veroordeling van Regardz Olympisch Stadion tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding vanwege de kennelijk onredelijkheid van de opzegging van zijn dienstverband ter grootte van € 26.472,03 (bruto), althans een nader te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2014 tot aan de dag der voldoening, en met veroordeling van Regardz Olympisch Stadion in de kosten van de procedure.
3. Hij stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de kennelijk onredelijkheid van het ontslag is gelegen in het gevolgencriterium. De opzeggingsgrond (het staken van de bedrijfsactiviteiten) komt voor rekening en risico van Regardz Olympisch Stadion en gelet op de duur van het dienstverband (9 jaar), de leeftijd van [eiser] bij het einde van de arbeidsovereenkomst ([leeftijd]) en zijn positie op de arbeidsmarkt, had na afweging van de belangen Regardz Olympisch Stadion [eiser] niet mogen ontslaan. Bovendien, zo stelt [eiser], is hem nooit enige scholing aangeboden, zodat hij onvoldoende is voorbereid op de arbeidsmarkt.
4. Daarbij meent [eiser] dat Regardz Olympisch Stadion zich onvoldoende heeft ingespannen om voor hem elders werk te vinden. Er werkten op het moment van ontslag bij de zustervennootschappen Regardz Planetarium en Regardz Zilveren Toren zelfstandig werkende koks op basis van tijdelijke contracten, waarvan er in elk geval één contract (bij Regardz Planetarium) is omgezet naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. Dat was op een moment dat al duidelijk was dat Regardz Olympisch Stadion zou gaan sluiten. [eiser] is van oordeel dat deze functie hem aangeboden had moeten worden. Temeer omdat hij eerder bij Regardz Zilveren Toren is ingevallen en dus het inzetten van werknemers her en der bij de Regardz Group gebruikelijk is.
5. De schadevergoeding berekent [eiser] op grond van zijn inkomensschade berekent over de maximale duur van de WW-periode. Dan komt [eiser] op het gevorderde bedrag.
6. Regardz Olympisch Stadion betwist dat het ontslag op grond van het gevolgen-criterium kennelijk onredelijk is te achten en verzoekt de vordering van [eiser] af te wijzen. Regardz Olympisch Stadion voert daartoe aan dat [eiser] zijn stelling dat het ontslag kennelijk onredelijk is onvoldoende heeft gemotiveerd. [eiser] heeft niet toegelicht waarom de door hem in de dagvaarding genoemde omstandigheden daar toe zouden leiden.
7. De reorganisatie bij Regardz Olympisch Stadion was bittere noodzaak; van een streven naar winstmaximalisatie of iets dergelijks was geen sprake. Regardz Olympisch Stadion had gelet op de slechte financiële situatie geen andere keuze dan haar activiteiten te staken. Een leeftijd van [leeftijd] en een dienstverband van 9 jaar zijn niet bijzonder lang of hoog. Waarom dat in dit geval anders zou zijn wordt door [eiser] niet toegelicht.
8. Voorts houdt de ziekte van [eiser] geen verband met de opzegging en dateert deze van na de opzegging. Dat onvoldoende scholing is aangeboden wordt door Regardz Olympisch Stadion betwist. [eiser] moest net als iedere andere kok bijblijven met de nieuwe produkten en bereidingswijzen, alleen al omdat het restaurant van Regardz Olympisch Stadion dat vereist.
9. Regardz Olympisch Stadion betwist voorts dat zij zich onvoldoende heeft ingespannen om [eiser] te herplaatsen. Regardz Olympisch Stadion heeft serieus gekeken naar de mogelijkheden bij de andere bedrijfsvestigingen, heeft [eiser] een (parttime) functie bij een vestiging in Eindhoven aangeboden - welke in verband met de reisafstand door [eiser] is geweigerd - en heeft voor hem onderzocht welke functies binnen en buiten Regardz Olympisch Stadion geschikt waren. Mede door de arbeidsongeschiktheid van [eiser] is dat niet gelukt.
10. Volgens Regardz Olympisch Stadion reikt de inspanningsverplichting van een werkgever niet zo ver, dat zij de tijdelijke arbeidsovereenkomst met een in een andere vennootschap werkzame werknemer niet zou behoren te verlengen, om vervolgens de daarmee vrijkomende arbeidsplaats aan [eiser] aan te bieden. Voorts betwist Regardz Olympisch Stadion dat er bij een andere tot de groep behoren vennootschap een functie van kok beschikbaar is. De kok van Regardz Planetarium had een dienstverband tot 8 juni 2014. Ten tijde van de afloop van dit dienstverband was [eiser] arbeidsongeschikt. Ook daarom hoefde men die functie voor [eiser] niet gereserveerd te houden. Het dienstverband met deze kok is overigens weer voor bepaalde tijd verlengd tot 1 december 2015.
11. Het enkele feit dat Regardz Olympisch Stadion voor [eiser] geen voorziening heeft getroffen, maakt het ontslag niet kennelijk onredelijk. Bovendien lag een vergoeding gelet op de benarde financiële positie van Regardz Olympisch Stadion niet in de rede.

Beoordeling

12. Kern van het geschil tussen partijen wordt gevormd door de vraag of de opzegging van de arbeidsovereenkomst van [eiser] door Regardz Olympisch Stadion tegen 1 augustus 2014 kennelijk onredelijk is te achten. In dat verband wordt het volgende overwogen.
12. Op grond van artikel 7:681 lid 2 BW is een opzegging onder andere kennelijk onredelijk wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen financiële voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. Daarbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol, waaronder de voor de werknemer al dan niet getroffen voorzieningen en de wijze waarop de werkgever zich gedurende en rond het einde van het dienstverband tegenover de werknemer heeft gedragen, alsmede de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt.
12. Indien en voor zover het ontslag kennelijk onredelijk wordt geoordeeld, zal vervolgens de daaruit voortvloeiende schadevergoeding moeten worden bepaald (vgl. HR 27 november 2009, LJN BJ6596).
12. Beoordeeld dient dus eerst te worden of het ontslag van [eiser] kennelijk onredelijk is. Daartoe heeft hij kort gezegd enerzijds gewezen op omstandigheden als de reden van het ontslag, het ontbreken van scholing, zijn dienstverband van 9 jaar, zijn leeftijd en het ontbreken van enige financiële vergoeding. Anderzijds heeft [eiser] gesteld dat Regardz Olympisch Stadion onvoldoende heeft gedaan om hem bij een andere vennootschap van de Regardz Group te herplaatsen, terwijl daar sprake is van tijdelijke arbeidscontracten.
12.
OmstandighedenDe kantonrechter overweegt dat enkele de omstandigheid dat [eiser] zonder toekenning van een vergoeding is ontslagen, in het algemeen geen grond oplevert op voor een vordering als bedoeld in artikel 7:681 BW. Met Regardz Olympisch Stadion is de kantonrechter van oordeel dat in casu zonder nadere toelichting, welke ontbreekt, de door [eiser] aangevoerde omstandigheden als leeftijd, duur van het dienst-verband en arbeidsverleden niet meebrengen dat het ontslag daarom kennelijk onredelijk is.
12. Dat Regardz Olympisch Stadion onvoldoende heeft gedaan om [eiser] bij te scholen of aangesloten te laten blijven op de arbeidsmarkt, is niet gebleken. Die aansluiting hoeft niet perse gerealiseerd te worden middels externe opleidingen, maar kan ook gaandeweg en tijdens de werkzaamheden geschieden, zoals Regardz Olympisch Stadion heeft betoogd en [eiser] niet heeft betwist. Dat op dit punt Regardz Olympisch Stadion een verwijt valt te maken, is dus niet komen vast te staan.
18.
HerplaatsingResteert de vraag of van Regardz Olympisch Stadion verwacht kon worden de tijdelijke arbeidsovereenkomsten met medewerkers in andere vestigingen (tussentijds) te beëindigen c.q. niet te verlengen om [eiser] te herplaatsen. Hoewel het naar het oordeel van de kantonrechter in sommige gevallen van werkgevers, verbonden in een groep van ondernemingen, verwacht kan worden om elkaars overtollige medewerkers op te vangen en te herplaatsen, kan men in het algemeen niet stellen dat een zuster-vennootschap gehouden kan worden tijdelijke arbeidsovereenkomsten te beëindigen om een werknemer van een gelieerde vennootschap te herplaatsen, al helemaal niet als die overeenkomst tussentijds beëindigd zou moeten worden.
19. Gebleken is dat de betrokken medewerker van Regardz Planetarium tot 8 juni 2014 een contract had. Op dat moment was [eiser] volledig arbeidsongeschikt. Tegen die achtergrond en meegewogen het feit dat Regardz Planetarium, ook om de eerder geschetste financiële redenen, deze betrokkene nogmaals een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wilde aanbieden en heeft aangeboden, leidt tot het oordeel dat Regardz Olympisch Stadion niet kennelijk onredelijk heeft gehandeld door deze functie niet aan [eiser] aan te bieden c.q voor hem gereserveerd te houden.
Immers dan had zij ook meteen weer een vervanger tijdens ziekte voor hem moeten inschakelen en zou ook geen besparing zijn gerealiseerd.
19. Nu tot slot niet is gebleken dat er een andere functie voor [eiser] voorhanden is geweest, die hij - nog los van zijn arbeidsongeschiktheid - kon vervullen, wordt geoordeeld dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is. De vordering van [eiser] zal derhalve worden afgewezen.
19. [eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten aan de zijde van Regardz Olympisch Stadion belast, zoals hieronder bepaald.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, aan de zijde van Regardz Olympisch Stadion tot heden begroot op € 800,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [eiser] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan deze kostenveroordeling heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de betalingsveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juni 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.
Griffier Kantonrechter