In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het aanbrengen van een reclamebord en reclametekst op de gevel van de supermarkt Marqt. De eisers, waaronder Albert Heijn B.V., Ahold Europe Real Estate & Construction B.V., de Vereniging van Eigenaars [adres1] en H. Schulz, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, maar de rechtbank heeft hen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat Albert Heijn geen belanghebbende is, omdat zij niet in hetzelfde verzorgingsgebied opereert en slechts een afgeleid belang heeft als franchisegever. De VvE en de omwonende zijn ook niet als belanghebbenden aangemerkt, omdat zij niet voldoen aan het afstand- en zichtcriterium. De rechtbank concludeert dat de verweerder terecht het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het begrip 'belanghebbende' in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de criteria die daarbij gelden.