ECLI:NL:RBAMS:2015:3817

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2015
Publicatiedatum
18 juni 2015
Zaaknummer
13/650192-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en oplichting door een werknemer van American Express

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een werknemer van American Express, die beschuldigd werd van verduistering in dienstbetrekking, oplichting en medeplegen van oplichting. De verdachte, geboren in 1958, heeft gedurende een periode van bijna negen jaar, van 1 april 2004 tot en met 21 mei 2013, op kosten van zijn werkgever aanzienlijke bedragen aan goederen aangeschaft, waarbij hij misbruik maakte van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in totaal voor bijna € 950.000,- heeft bevoordeeld door middel van listige kunstgrepen, waaronder het indienen van valse facturen en het voorwenden dat goederen en diensten ten behoeve van medewerkers van American Express waren aangeschaft.

Tijdens de zitting op 13 mei 2015 heeft de officier van justitie, mr. H.A.M. Brok, de vordering gedaan, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. F.N. Dijkers, hun verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn medewerking aan het onderzoek en het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd, waarbij de ernst van de feiten, het misbruik van vertrouwen en de lange periode van strafbare feiten zwaar hebben meegewogen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn persoonlijke omstandigheden, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet kon ontlopen, gezien de ernst van de gepleegde feiten en de grote bedragen die hij zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/650192-13
Datum uitspraak: 27 mei 2015
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres, te plaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

1.1.
Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 mei 2015.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. H.A.M. Brok, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. F.N. Dijkers, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

2.1.
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 1 april 2004 tot en met 21 mei 2013 te Amsterdam, Zaandam en India schuldig heeft gemaakt aan verduistering, uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, oplichting en medeplegen van oplichting, waarmee hij zijn (toenmalig) werkgever, American Express (hierna: AMEX), voor bijna € 950.000,- zou hebben benadeeld.
2.2.
De tekst van de integrale, ter zitting gewijzigde, tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
2.3.
De rechtbank leest het in de zevende regel van de onder 2. ten laste gelegde facturen van [bedrijf 1] vermelde “3. Factuur d.d. 11-07-2012” als “3. Factuur d.d. 28-10-2011”, aangezien hier sprake is van een kennelijke misslag. Door de verbetering van deze misslag wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.
2.4.
De rechtbank leest het in de tweede regel van de onder 2. ten laste gelegde facturen van Porsche Amsterdam vermelde “EUR 1.100,60” als “EUR 1.000,60”, aangezien hier sprake is van een kennelijke misslag. Door de verbetering van deze misslag wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

Verdachte heeft in aanloop naar en tijdens het onderzoek ter terechtzitting een bekennende houding aangenomen en de raadsman van verdachte heeft slechts op onderdelen vrijspraak bepleit, welke hieronder zullen worden besproken.
Feit 2. Ten aanzien van de facturen van [bedrijf 2] inzake de leaseauto
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat met betrekking tot de facturen aangaande de kosten voor een leaseauto oplichting niet bewezen kan worden verklaard, daar verdachte recht zou hebben gehad op een leaseauto. Verdachte heeft dit consequent verklaard en gelet op zijn open houding gedurende het onderzoek kan van de verklaringen van verdachte worden uitgegaan, aldus de raadsman. Verdachte heeft hieromtrent ter terechtzitting toegelicht dat hij altijd een auto kon gebruiken wanneer hij deze nodig had. Indien geen auto beschikbaar was, kon hij een auto huren bij Leaseplan. Dit zou ook blijken uit een salarisstrook.
De rechtbank is, anders dan verdachte en diens raadsman, van oordeel dat ook ten aanzien van deze kosten sprake is geweest van oplichting. In de eerste aangifte van 13 februari 2013 wordt door de heer [persoon 1] van AMEX reeds verklaard dat verdachte geen recht had op een leaseauto. Dit wordt bevestigd door een brief van Human Resources Manager van AMEX, [persoon 2], van 13 september 2013, waarin wordt gesteld dat verdachte weliswaar de mogelijkheid had om gebruik te maken van aanwezige poolauto’s voor zakelijk- en woon-werkverkeer, maar dat hij nooit een eigen leaseauto heeft gehad en ook nooit toestemming heeft gekregen om een auto te huren voor woon-werkverkeer of privégebruik. Deze lezing van de feiten is niet onverenigbaar met de verklaring van verdachte ter terechtzitting, dat hij te allen tijde een auto van AMEX mocht gebruiken. Voorts heeft de verdediging nagelaten een (kopie van een) salarisstrook van verdachte te overleggen, waardoor het standpunt van de verdediging niet nader is onderbouwd. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat verdachte geen recht heeft gehad op een leaseauto.
Feit 2. Ten aanzien van de facturen van [bedrijf 1]
Ten aanzien van de facturen van [bedrijf 1] heeft de verdediging aangevoerd dat de ten laste oplichting door middel van de factuur inzake een Samsung Galaxy Black tablet met book cover niet kan worden bewezen verklaard, nu deze tablet cadeau zou zijn gedaan aan een stagiaire bij AMEX, en derhalve voor rekening van AMEX zou dienen te komen.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte op dit punt onvoldoende aannemelijk. Ten overstaan van de politie heeft verdachte verklaard dat een iPad cadeau was gedaan, terwijl hij ter terechtzitting spreekt van een Samsung-tablet in dit verband. Voorts is bij verdachte thuis zowel een iPad als een Samsung Galaxy aangetroffen, waarover verdachte heeft verklaard dat deze bij [bedrijf 1] vandaan komen en dat de Samsung Galaxy tablet in eigendom was van AMEX en dat hij die mee naar huis heeft genomen en gehouden.
Feit 2. Ten aanzien van de facturen van Porsche Amsterdam
De raadsman heeft ten aanzien van de facturen van Porsche Amsterdam bepleit dat de factuur per abuis tweemaal is ingediend en dat ten aanzien van de tweede maal van indienen het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling heeft ontbroken.
De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij, nu ten tijde van het indienen van de factuur onomstotelijk vaststond, verdachte heeft dit ook niet betwist, dat de factuur ten behoeve van de eigen auto van verdachte was opgemaakt. Derhalve moet verdachte hebben geweten dat hij zichzelf wederrechtelijk aan het bevoordelen was. Dat verdachte niet de bedoeling zou hebben gehad de factuur abusievelijk een tweede keer ten onrechte door AMEX te laten betalen doet hieraan niet af.
Feit 2. Ten aanzien van de factuur van Yorktest Holland
De verdediging heeft ten aanzien van de factuur van Yorktest Holland bepleit dat verdachte consequent heeft verklaard dat hij samen met zijn baas [persoon 3] een allergietest heeft laten doen en dat hij toestemming had om deze te laten betalen door AMEX. Het openbaar ministerie heeft nagelaten de stelling van verdachte te toetsen, door bijvoorbeeld navraag te doen bij de leidinggevende van verdachte.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat hierin van het openbaar ministerie een actievere houding had mogen worden verwacht. Nu de verklaring van verdachte niet geheel onaannemelijk is, de opmaak van de factuur aanknopingspunten biedt die de verklaring van verdachte ondersteunen en de mate van nader onderzoek naar verwachting zeer beperkt had kunnen zijn, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten aanzien van dit gedeelte van het hem onder 2. ten laste gelegde feit zal moeten worden vrijgesproken.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde:
hij in de periode van 1 april 2004 tot en met 30 november 2012 te Amsterdam en India, telkens opzettelijk geldbedragen voor een totaalbedrag van EUR 859.608,48, afkomstig uit het creditsaldo van American Express bij Leaseplan dat toebehoorde aan American Express, en welke geldbedragen hij, verdachte, telkens uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als inkoper op de afdeling Procurement bij American Express, telkens wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde:
hij in de periode van 1 januari 2010 tot en met 21 mei 2013 te Amsterdam en Zaandam en India telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen American Express telkens heeft bewogen tot afgifte van enig goed te weten
ten aanzien van de mobiele telefoonabonnementen
  • een geldbedrag aan abonnementskosten en gebruikskosten ten bedrage van in totaalEUR 274,41 voor het gebruik van het T-Mobile mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] door [persoon 4] in de periode februari 2012 - november 2012 en
  • een geldbedrag aan abonnementskosten en gebruikskosten ten bedrage van in totaalEUR 917,85 voor het gebruik van het Vodafone mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 2] door [persoon 5] in de periode 2011 - maart 2013
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
-
facturen afkomstig van Vodafone en T-Mobile betrekking hebbende op de abonnementskosten voor de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] op naam van American Express, na binnenkomst bij American Express voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven telefoonabonnementen zijn afgesloten voor medewerkers van American Express en
ten aanzien van de facturen [bedrijf 2]
-
een geldbedrag aan reparatiekosten en onderhoudskosten en huurkosten ten bedrage van in totaal EUR 18.319,06 voor privéauto's op naam van en in gebruik bij familieleden van verdachte, te weten
factuurnummer 120267 van 15-02-2012 ten bedrage van EUR 960,25 en
factuurnummer 120347 van 29-02-2012 ten bedrage van EUR 1.060,29 en
factuurnummer 121053 van 11-07-2012 ten bedrage van EUR 773,50 en
factuurnummer 121204 van 15-08-2012 ten bedrage van EUR 773,50 en
factuurnummer 121350 van 15-09-2012 ten bedrage van EUR 773,50 en
factuurnummer 121415 van 29-09-2012 ten bedrage van EUR 773,50 en
factuurnummer 121635 van 31-10-2012 ten bedrage van EUR 786,50 en
factuurnummer 121809 van 30-11-2012 ten bedrage van EUR 786,50 en
factuurnummer 121850 van 12-12-2012 ten bedrage van EUR 2.913,17 en
factuurnummer 121852 van 14-12-2012 ten bedrage van EUR 786,50 en
factuurnummer 1000240 van 08-02-2010 ten bedrage van EUR 103,51 en
factuurnummer 1000686 van 17-04-2010 ten bedrage van EUR 191,57 en
14.
factuurnummer 1001733 van 21-10-2010 ten bedrage van EUR 701,15 en
16.
factuurnummer 1100152 van 26-01-2011 ten bedrage van EUR 1.385,52 en
16.
factuurnummer 1100512 van 28-03-2011 ten bedrage van EUR 50,28 en
16.
factuurnummer 1100800 van 16-05-2011 ten bedrage van EUR 379,02 en
16.
factuurnummer 1100801 van 16-05-2011 ten bedrage van EUR 328,74 en
16.
factuurnummer 120055 van 12-01-2012 ten bedrage van EUR 658,96 en
16.
factuurnummer 120354 van 01-03-2012 ten bedrage van EUR 406,19 en
16.
factuurnummer 121170 van 08-08-2012 ten bedrage van EUR 155,32 en
16.
factuurnummer 121609 van 06-11-2012 ten bedrage van EUR 626,30 en
16.
factuurnummer 121716 van 22-11-2012 ten bedrage van EUR 283,33 en
16.
factuurnummer 121851 van 12-12-2012 ten bedrage van EUR 2.661,96
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • [bedrijf 2] verzocht om op een aantal van de vorenomschreven facturen betrekking hebbende op reparatiekosten en onderhoudskosten en huurkosten in plaats van de werkelijke kentekens, kentekens van auto's van Leaseplan te doen vermelden en
  • de vorenomschreven facturen afkomstig van [bedrijf 2] laten indienen bij American Express en
  • vervolgens, na binnenkomst bij American Express, voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven facturen zijn opgemaakt ten behoeve van werkzaamheden en diensten welke zijn verricht voor auto's van medewerkers van American Express en
ten aanzien van de facturen [bedrijf 1]
-
een geldbedrag voor tablets en bijbehorende covers ten bedrage van in totaalEUR 1.327,24, te weten
factuur van 09-02-2012 betreffende Samsung Galaxy tab cover en Apple iPad leren cover ten bedrage van EUR 140,25 en
factuur van 12-04-2012 betreffende Apple iPad 32G en Belkin folio Stand ten bedrage van EUR 648,99 en
factuur van 28-10-2011 betreffende Samsung Galaxy Black tablet met book cover ten bedrage van EUR 538,00
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • de vorenomschreven facturen afkomstig van [bedrijf 1] laten indienen bij American Express en
  • vervolgens, na binnenkomst bij American Express, voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven tablets en covers zijn aangeschaft ten behoeve van medewerkers van American Express en
ten aanzien van de facturen Porsche Amsterdam
-
een geldbedrag voor een navigatiesoftware update betreffende kenteken [kenteken 1] ten bedrage van in totaal EUR 1.000,60, te weten factuurnummer 084/2300393 van31-01-2011
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • de vorenomschreven factuur afkomstig van Porsche Centrum Amsterdam tweemaal laten indienen bij American Express en
  • vervolgens, na binnenkomst bij American Express, tweemaal voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven navigatiesoftware update is uitgevoerd ten behoeve van medewerkers van American Express en
ten aanzien van de facturen [bedrijf 3 B.V.]
-
een geldbedrag voor autospuitwerk ten bedrage van in totaal EUR 2.756,77, te weten
factuur van 30-03-2011 voor kenteken [kenteken 2] ten bedrage van EUR 644,52 en
factuur van 31-03-2012 voor kenteken [kenteken 3] en [kenteken 1] ten bedrage van EUR 2.112,25
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • de vorenomschreven facturen afkomstig van [bedrijf 3 B.V.] laten indienen bij American Express en
  • vervolgens, na binnenkomst bij American Express, voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven autospuitwerk is uitgevoerd ten behoeve van leaseauto’s van medewerkers van American Express en
ten aanzien van de facturen [bedrijf 4] en [bedrijf 5]
-
een geldbedrag voor autoreiniging en vervangen autoruit en teflonbehandeling ten bedrage van in totaal EUR 1975,18, te weten
factuurnummer 200100283 van 26-08-2010 voor kenteken [kenteken 4] ten bedrage van EUR 238,- en
factuurnummer 200110090 van 16-03-2011 voor kenteken [kenteken 5] ten bedrage van EUR 351,05 en
factuurnummer 200110092 van 20-03-2011 voor kenteken [kenteken 6] ten bedrage van EUR 350,68 en
factuurnummer 20110059 van 16-03-2011 voor kenteken [kenteken 5] ten bedrage van EUR 152,89 en
factuurnummer 200110105 van 04-04-2011 voor kenteken [kenteken 7] ten bedrage van EUR 208,25 en
factuurnummer 200110217 van 12-07-2011 voor kenteken [kenteken 8] ten bedrage van EUR 204,25 en
factuurnummer 200110316 van 04-10-2011 voor kenteken [kenteken 8] ten bedrage van EUR 297,51 en
factuurnummer 200120037 van 08-02-2012 voor kenteken [kenteken 9] ten bedrage van EUR 172,55,
hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • de vorenomschreven facturen afkomstig van [bedrijf 4] en [bedrijf 5] laten indienen bij American Express en
  • vervolgens, na binnenkomst bij American Express, voorzien van zijn, verdachtes, blokstempel en paraaf, en ter verdere afhandeling in de administratie gebracht van American Express en aldus voorgewend dat vorenomschreven werkzaamheden zijn uitgevoerd ten behoeve van leaseauto's van medewerkers van American Express
en waardoor American Express telkens werd bewogen tot het aangaan van bovenomschreven afgiften;
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde:
hij in de periode van 1 december 2009 tot en met 21 mei 2013 te Amsterdam en India,
tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen American Express telkens heeft bewogen tot afgifte van enig goed en het teniet doen van een inschuld
te weten
ten aanzien van Blackberries en Nokia's
  • een geldbedrag van EUR 57.320,23, hebbende verdachte en/of zijn mededader telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • [bedrijf 6] telkens geïnformeerd voor welke in werkelijkheid door BTC geleverde mobiele telefoons van het merk Blackberry en Nokia en voor welk bedrag [bedrijf 6], als zijnde preferred supplier van American Express, het CPS platform, zijnde een betalingsinstrument van American Express met een koppeling naar een Corporate Purchasing Card, kon belasten en
  • waarna [bedrijf 6] vorenomschreven belasting vervolgens heeft uitgevoerd en
  • aldus voorgewend dat vorenomschreven mobiele telefoons door [bedrijf 6] zijn geleverd aan medewerkers van American Express en
ten aanzien van 3 iPhones / reparatie iPhone / scooteralarm / 2 E-readers
  • een geldbedrag van EUR 4.765,95, althans 3 iPhones en een scooteralarm en 2 E-readers en een reparatie van een iPhone ten bedrage van in totaal EUR 4.765,95, hebbende verdachte en/of zijn mededader telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk listiglijk
  • vorenomschreven goederen en dienst besteld en afgenomen bij [bedrijf 6] en
  • ter betaling van vorenomschreven goederen en dienst vervolgens [bedrijf 6], als zijnde preferred supplier van American Express, verzocht om het CPS platform, zijnde een betalingsinstrument van American Express met een koppeling naar een Corporate Purchasing Card, te belasten en
  • waarna [bedrijf 6] vorenomschreven belasting vervolgens heeft uitgevoerd en
  • aldus voorgewend dat vorenomschreven goederen en dienst door [bedrijf 6] zijn geleverd ten behoeve van medewerkers van American Express
waardoor American Express telkens werd bewogen tot het aangaan van bovenomschreven afgiften en het teniet doen van inschulden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder 1., 2. en 3. bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.
De verdediging heeft ter terechtzitting gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de rechtbank verzocht een voorwaardelijke straf op te leggen.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich gedurende meerdere jaren schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten, te weten verduistering in dienstbetrekking, oplichting en medeplegen van oplichting, waarbij hij zich grote tot zeer grote sommen geld wederrechtelijk heeft toegeëigend. Verdachte heeft hierbij in ernstige mate misbruik gemaakt van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen door zijn werkgever.
De rechtbank heeft kennis genomen van een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 16 april 2015, waaruit is gebleken dat verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 23 april 2015 waaruit blijkt dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn delictgedrag. De kans op recidive wordt als laag ingeschat.
De rechtbank is van oordeel dat aanleiding bestaat om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd. Op basis van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht neemt de rechtbank als uitgangspunt voor de bestraffing van fraude van een bedrag tussen de € 500.000,- en € 1.000.000,- een gevangenisstraf van 18 tot 24 maanden. Strafverhogend werkt de lange periode waarin verdachte de feiten heeft gepleegd, het hoge bedrag wat hij zich wederrechtelijk heeft toegeëigend, het feit dat hij uit hoofde van een dienstbetrekking handelde en daarmee een vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer beschaamde, het feit dat het veelal om aanzienzienlijke bedragen ging, het feit dat hij louter uit was op geldelijk gewin, het feit dat hij anderen heeft ingezet om deze feiten (mee) te plegen en het gegeven dat hij niet uit eigen beweging is gestopt met het plegen van de strafbare feiten. In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte van het moment dat hij werd aangehouden heeft meegewerkt aan het onderzoek, dat hij de gevolgen zowel civielrechtelijk, als persoonlijk heeft moeten dragen en dat hij inzicht heeft getoond in de consequenties van zijn gedrag en de laakbaarheid daarvan. Verder weegt de rechtbank mee de lange duur van het onderzoek en de mate van onzekerheid waarin verdachte zich gedurende deze tijd heeft bevonden. Bovendien houdt de rechtbank bij de strafoplegging uitdrukkelijk rekening met de persoonlijke en familiaire omstandigheden van verdachte. Gelet op de ernst en de duur van de gepleegde feiten tezamen acht de rechtbank echter een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke omvang voor verdachte onontkoombaar. Gelet op alle voornoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 57, 321, 322 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1. bewezen verklaarde:
Verduistering door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het onder 2. bewezen verklaarde:
Oplichting, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het onder 3. bewezen verklaarde:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.P.C. Janssen, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en P. Vrugt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.B.P. Terwindt, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 mei 2015.