In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 mei 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die al bijna vier jaar in pleeggezinnen wonen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen in hun huidige pleeggezinnen veilig zijn en zich goed ontwikkelen. De moeder van de kinderen heeft in het verleden problemen gehad met de opvoeding, waaronder huiselijk geweld en hechtingsproblematiek, wat heeft geleid tot de uithuisplaatsing. Ondanks eerdere positieve adviezen van Spirit over de omgang tussen de moeder en [minderjarige 1], zijn er recent signalen van onveiligheid bij het kind, wat heeft geleid tot een herziening van het advies. De moeder heeft niet meer meegewerkt met de hulpverlening en er zijn twijfels over haar pedagogische vaardigheden. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van de kinderen is om de huidige situatie te continueren en heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling (GI) om verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn verlengd tot 2 juni 2016.