Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- de beschikking van 26 november 2014 waarin is bepaald dat de zaak met nummer C/13/575174 / FA RK 14/8046 omtrent de afwikkeling van de partnerschapsvoorwaarden zal worden voortgezet op een nader te bepalen mondelinge behandeling van de meervoudige kamer;
- het op 20 februari 2015 ter griffie binnengekomen aanvullend verzoek tot tijdelijke onverdeeldheid van gezamenlijk in eigendom toebehorende woning ex artikel 3:178 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van de zijde van de vrouw, met producties;
- de aanvullende stukken van de man van 2 april 2015;
- het aanvullend verzoek van de vrouw van 3 april 2015, met producties;
- de aanvullende stukken van de vrouw, ingekomen ter griffie op 7 april 2015;
- het verweerschrift, tevens verzoekschrift van de man, ingekomen ter griffie op 9 april 2015;
- de brief van de vrouw van 10 april, met één productie;
- de brief van de vrouw van 13 april 2015, zijnde de reactie op het verzoekschrift van de man van 9 april 2015;
- de aanvullende stukken van de vrouw, binnengekomen ter griffie op 13 april 2015 en tevens overgelegd ter zitting.
2.De feiten
Beperkte gemeenschap
Onder inkomen in deze partnerschapsvoorwaarden wordt verstaan het begrip belastbaar inkomen als bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 verminderd met de daarover verschuldigde belasting op inkomen en premieheffing volksverzekering, waarbij het inkomen dat fiscaal wordt toegerekend aan één partner wordt geacht te behoren tot het inkomen van degene tot wiens inkomen het zou zijn gerekend indien partijen geen geregistreerd partnerschap waren aangegaan.
De kosten van al dan niet gemeenschappelijke huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de gezamenlijke kinderen van de partners (…), alsmede de kosten van ontwikkeling en ontspanning van de gezinsleden worden voldaan uit de inkomens van de partners naar evenredigheid daarvan; voor zover deze inkomens ontoereikend zijn, worden deze kosten voldaan uit ieders vermogen naar evenredigheid daarvan.
De partner die over enig kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan zijn aandeel ingevolge het hiervoor bepaalde, heeft het recht het te veel bijgedragene terug te vorderen van de andere partner.
Het recht tot het vorderen van het te veel bijgedragene in de kosten van de huishouding als bedoeld in artikel 8 vervalt na een jaar na de beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap.
Het recht tot het vorderen van de verrekening als bedoeld in artikel 10 vervalt een jaar na de beëindiging of ontbinding van het geregistreerd partnerschap.
De uitkering van het verschuldigde is onmiddellijk opeisbaar aan het einde van het kalenderjaar. (…)
3.Het geschil
de huishouding te voldoen:
4.De beoordeling
periodiekkunnen verrekenen. Uit artikel 1:80b BW juncto artikel 1:141 lid 1 BW volgt dat, wanneer de gewezen partners de te verrekenen inkomsten en/of het te verrekenen vermogen, zoals ook in dit geval, niet periodiek hebben verrekend, de verplichting tot verrekening van de niet verrekende inkomsten/en of het niet verrekend vermogen wel in stand blijft, maar dat deze verplichting wordt omgezet in een
finaleverrekenverplichting. Zo de vrouw heeft willen betogen dat zij ingevolge artikel 11 van de partnerschapsvoorwaarden alsnog
periodiekkan verrekenen, volgt de rechtbank haar hierin niet. Gezien hetgeen partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mogen toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, moet het in artikel 11 opgenomen vervalbeding zo worden uitgelegd dat het ziet op de periode dat partijen recht hebben op het vorderen tot het overgaan van verrekenen. Vast staat dat in casu het verzoek tot verrekening met in acht neming van die termijn is ingesteld. Nu tijdens het huwelijk geen uitvoering is gegeven aan het periodiek verrekenbeding - waartegen de vrouw tijdens het huwelijk bovendien geen bezwaar heeft gemaakt - kan nog steeds verrekening worden gevorderd, maar dient de verrekening plaats te vinden overeenkomstig de regels van het periodiek verrekenbeding en wordt derhalve het niet-uitgevoerde periodieke verrekenbeding omgezet in een finale verrekenplicht.
Verdelen of uitsluiten verzoek tot verdeling
- De AXA-polis (thans Reaal-polis) zal worden afgekocht, waarna de helft van de uit te keren waarde door de man aan de vrouw wordt voldaan;
- De polis Legal & General blijft in stand en wordt in de huidige vorm voortgezet;
- De woning dient te worden verkocht op na te melden wijze en de overwaarde dient tussen partijen te worden verdeeld dan wel de onderwaarde dient door partijen in gelijke mate te worden gedragen;
- De verhuuropbrengsten van de woning betreffende de periode 1 april 2013 tot 21 augustus 2014 worden, na aftrek van de eigenaarslasten betrekking hebbende op die periode, tussen partijen gedeeld, zodat het door hem teveel ontvangene over de betreffende periode, rekening houdende met de door hem gedane opnames van de verhuurrekening in de betreffende periode, dient te vergoeden aan de vrouw.