Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde],
1.De procedure
2.De feiten
Hoewel werkelijke gebeurtenissen en personen de inspiratie vormden tot het schrijven van dit verhaal, berusten zowel het verhaalverloop als de personages op fictie.”
Dan Hans, Hans, ach Hans. We weten wel hoe Hans zich gedraagt, maar we weten nog altijd niet precies waaraan Hans lijdt. De DSM-5 biedt de deskundigen simpelweg te veel opties. Toen hij twaalf was werd er nog gewoon gedacht dat hij een homo in de dop was.”
Ik zei dat Hans dood mocht. (…) Natuurlijk wil ik Hans soms dood. Maar eerst wil ik hem verantwoording laten afleggen voor jaren aan frustratie en het er nooit meer over hebben, ik wil het in zijn gezicht wrijven en onder het tapijt vegen.”
Tot een sluitende diagnose is het voor Hans nooit gekomen. Hij stopte met de therapie die in een huwelijkscrisis werd afgedwongen, zo gauw de woede weer was bekoeld. En al bleef hij soms wat langer in behandeling, ze kwamen niet dichterbij het probleem. Voor je hem kon begrijpen ontglipte hij je; dat gebeurde mij, Elsbeth, de huisarts, de therapeuten. Door de jaren heen vielen er zoveel kwalen dat een mens ze onmogelijk allemáál zou kunnen hebben: een persoonlijkheidsstoornis, een autismespectrumstoornis, dwangneurosen, neurasthenie, psychotische aanvallen, smetvrees, manieën, hoogtevrees, woede-aanvallen, suïcidale neigingen en, deze term bedachten Elsbeth en ik, destructofobie: mijn vader vindt het geen enkel probleem als de spullen van anderen kapotgaan – maar één krasje op een eigendom van Hans en het is waardeloos.”
Hoe kan het dat zo’n man niet eerder aangepakt is” en in het programma L1 Avondgasten op 30 september 2014 is aan [gedaagde] de vraag gesteld: “
Kan je vader nog wel door [woonplaats] lopen…?”
Haar vorige week verschenen debuutroman Iedereen kan schilderen gaat over een familie die lijkt op haar eigen familie: een gezin waarin een geesteszieke vader alle aandacht opeist. Alles en iedereen moet zich schikken naar depressies, waanbeelden, koop- en vernielzucht, hypochondrie, suïcidale neigingen en dwangmatigheid van Hans Kostons, met alle vernederende gevolgen van dien voor hoofpersoon Iris, haar zus Mia en moeder Elsbeth. [gedaagde] (28) was al van plan een boek te schrijven over een vader-dochterrelatie, maar na de kerstdagen van 2011 veranderde het verhaal. ‘Toen is onze familie ontploft.’ De ouders van [gedaagde] gingen na een huwelijk van 28 jaar uit elkaar en vrijwel meteen verbrak [gedaagde] vader het contact met haar. (…)
(…) ‘Het boek is niet bedoeld als afrekening met mijn vader. Ik bewonder hem ook. Hij heeft vijf jaar geleden grapjes gemaakt waar ik nu nog steeds om kan lachen, is consequent, secuur, vastberaden, principieel. Dingen die ik als goede eigenschappen zie.’ ”