ECLI:NL:RBAMS:2015:4765

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2015
Publicatiedatum
27 juli 2015
Zaaknummer
EA VERZ 15-414
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoring van de arbeidsrelatie met meerdere directeuren

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 juni 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Intralot Nederland B.V. en de werkneemster, hierna aangeduid als [verweerster]. De ontbinding werd verzocht op grond van een verstoring van de arbeidsrelatie, die volgens Intralot was ontstaan door het gedrag van [verweerster]. De werkneemster was sinds 1 juli 2012 in dienst en had een functie als PA/Administratief Assistent. De relatie met de algemeen directeur, [naam 3], was aanvankelijk goed, maar de verhoudingen met de andere directeuren waren ernstig verstoord. Dit kwam tot uiting in een incident op 15 januari 2015, waarbij [verweerster] zich ongepast had gedragen tegenover een collega.

Intralot stelde dat [verweerster] disfunctioneerde en dat haar gedrag de verhoudingen binnen de organisatie had aangetast. De kantonrechter oordeelde dat de verhoudingen tussen [verweerster] en Intralot ernstig verstoord waren en dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk was. De kantonrechter wees erop dat, hoewel [verweerster] een verwijt kon worden gemaakt voor haar gedrag, Intralot ook verantwoordelijk was voor het niet tijdig ingrijpen. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 augustus 2015, en [verweerster] kreeg een vergoeding van €5.271,00 bruto toegekend.

De kantonrechter benadrukte dat de situatie niet alleen het gevolg was van het gedrag van [verweerster], maar ook van het falen van Intralot om adequaat op te treden. De beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden werd genomen in het belang van de organisatie, waarbij de kantonrechter de ernst van de verstoring van de arbeidsrelatie in overweging nam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4063734 EA VERZ 15-414
beschikking van: 22 juni 2015
func.: 245

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Intralot Nederland B.V.

gevestigd te Amsterdam
nader te noemen: Intralot
gemachtigde: mr. L.I. Duterloo
t e g e n

[verweerster]

wonende te [woonplaats]
nader te noemen: [verweerster]
gemachtigde: mr. S. van Creij

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Intralot heeft op 21 april 2015 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [verweerster] heeft op 8 juni 2015 een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is mondeling behandeld ter terechtzitting van 9 juni 2015. Intralot is verschenen bij [naam 1] en [naam 2] , en de gemachtigde. [verweerster] is verschenen, vergezeld door haar gemachtigde.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
Intralot maakt deel uit van een internationaal concern op het gebied van loterijsystemen. Bij Intralot zijn 50 medewerkers in dienst. De algemeen directeur van Intralot is [naam 3] (ook wel gespeld als [naam 3] , ktr), verder ook [naam 3] te noemen. De financieel directeur is de heer [naam 2] (verder [naam 2] ) en de directeur HR is [naam 4] (verder [naam 4] ).
1.2.
[verweerster] , thans [leeftijd] jaar oud, is sedert 1 juli 2012 in dienst van Intralot. Het salaris bedraagt € 3.254,40 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
1.3.
De arbeidsovereenkomst van [verweerster] bevat als functieomschrijving het volgende:
Within the framework of this employment, the employee will hold the position of PA/ Administrative Assistent. She shall report directly to and account to her direct superiors, the CEO, Financial Director and the HR Director.
1.4.
[verweerster] verricht haar werkzaamheden op het kantoor van Intralot te [plaats] .
1.5.
Na aanvankelijk voor de drie directeuren te hebben gewerkt en andere werkzaamheden opgedragen te hebben gekregen, verricht [verweerster] feitelijk sinds geruime tijd alleen nog werkzaamheden voor [naam 3] .
1.6.
Op 15 januari 2015 heeft er een conflict tussen [verweerster] en [naam 5] , systems manager bij Intralot (verder [naam 5] ), plaatsgevonden omdat deze haar niet (direct) zou hebben willen helpen. Daarbij heeft [verweerster] , onder stemverheffing en onder uiting van krachttermen, [naam 5] diverse onwelvoeglijkheden toegeroepen. [naam 2] , die vlak bij de werkplek van [verweerster] zit, heeft de woordenwisseling gehoord en zowel [naam 2] als [naam 5] hebben er een verklaring over afgelegd.
1.7.
[verweerster] heeft direct na het gebeurde een klacht neergelegd bij [naam 3] en [naam 4] , stellende dat de heer [naam 5] haar had bedreigd. Op 16 januari 2015 hebben [naam 3] en [naam 4] met [verweerster] over het incident gesproken. Ook [naam 5] en [naam 2] zijn daarbij betrokken.
1.8.
Op dezelfde dag heeft [verweerster] zich ziek gemeld. [verweerster] is voor 22 januari 2015 door de arbo-arts voor controle opgeroepen. Zij is daar niet verschenen.
1.9.
Bij mail van 24 januari 2015 heeft [verweerster] [naam 3] - onder aanbieding van haar excuses voor het gedrag van de week daarvoor - bericht dat zij haar werkzaamheden graag zou hervatten, mits Intralot voor haar een veilige werkplek zou kunnen creëren.
1.10.
Aan de tweede oproep van de arbo-arts voor controle op 29 januari 2015 heeft [verweerster] gehoor gegeven. De arbo-arts heeft geadviseerd dat sprake was van een arbeidsconflict en dat een oplossing bereikt zou kunnen worden via mediation. [naam 3] heeft diezelfde dag [verweerster] laten weten dat ze de tijd moest nemen die nodig was en voorlopig thuis kon blijven. Daarbij heeft [naam 3] [verweerster] eveneens een beëindigingsvoorstel gestuurd, hetgeen door [verweerster] direct is afgewezen.
1.11.
Begin maart 2015 heeft [verweerster] aan Intralot gemeld haar werkzaamheden te willen hervatten. [naam 3] heeft haar verzocht niet naar het werk te komen, waaraan [verweerster] onder voorbehoud van rechten heeft gevolg gegeven.
1.12.
Intralot heeft een mediator ingeschakeld. Na twee gesprekken is de mediation gestaakt. [verweerster] heeft getracht haar werkzaamheden alsnog te hervatten, hetgeen door Intralot niet is toegestaan.
1.13.
Medio maart 2015 heeft Intralot nogmaals een beëindigingsvoorstel aan [verweerster] gedaan, [verweerster] heeft een tegenvoorstel gedaan. Partijen hebben over een minnelijke regeling geen overeenstemming bereikt.
1.14.
[verweerster] heeft het werk niet hervat.

Verzoek en verweer

2. Intralot verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen.
3. Daartoe stelt Intralot - kort gezegd - dat de wijze waarop [verweerster] zich feitelijk gedurende bijna haar hele dienstverband heeft gedragen verre is, van wat van een goed werknemer mag worden verwacht. [verweerster] disfunctioneerde en door haar toedoen zijn de verhoudingen dermate verstoord geraakt, dat voortzetting niet meer mogelijk is. De verstoring treft alle drie de directeuren, maar ook andere collega’s binnen Intralot. Nu de situatie door toedoen van [verweerster] is ontstaan, komt haar geen vergoeding toe.
4. Intralot geeft een groot aantal voorbeelden van incidenten, waaruit blijkt - volgens Intralot - dat de verhoudingen door het gedrag van [verweerster] onder druk zijn gezet. [verweerster] werkte feitelijk alleen voor [naam 3] en weigerde stelselmatig aan de werkopdracht van de twee andere directeuren gevolg te geven. Deze twee directeuren hebben het er uiteindelijk maar bij gelaten, omdat [naam 3] feitelijk het gedrag van [verweerster] accepteerde. Omdat [naam 3] onvoldoende werkzaamheden voorhanden had, is getracht [verweerster] andere werkzaamheden op te dragen, maar daarvan besloot [verweerster] zelfstandig dat zij die niet meer deed.
5. [naam 3] heeft [verweerster] te lang de hand boven het hoofd gehouden en liet haar met teveel weg komen. Het gedrag van [verweerster] werd steeds onacceptabeler. Langzamerhand zijn alle verhoudingen verstoord geraakt, hetgeen tot uiting is gekomen bij het incident van 15 januari 2015. Niemand wenst nog met [verweerster] samen te werken. Inmiddels ziet ook [naam 3] in dat het gedrag van [verweerster] niet aanvaardbaar is en dat het dienstverband moet eindigen.
6. [verweerster] betwist dat er een gewichtige reden is voor ontbinding van haar arbeidsovereenkomst, in de door verzoekster bedoelde zin en verzet zich tegen de door verzoekster gevorderde ontbinding. Voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden, verzoekt [verweerster] haar een vergoeding van €60.000,- bruto ten laste van verzoekster toe te kennen.
7. [verweerster] voert daartoe - kort gezegd - aan dat van een duurzame en ernstige verstoring van de arbeidsrelatie met [naam 3] geen sprake is en dat herstel van die relatie, eventueel door middel van overplaatsing binnen de onderneming, niet meer mogelijk is. Intralot dient er bovendien alles aan te doen om de verstoring op te lossen, maar kan volgens [verweerster] niet aangeven welke maatregelen zij daartoe heeft genomen. [verweerster] wil met andere woorden de kans te krijgen het nogmaals te proberen.
8. [verweerster] voegt hier aan toe dat zij en [naam 3] nog recent vriendschappelijk wat hebben gedronken samen. Dat de verhoudingen met [naam 2] en [naam 4] moeizaam zijn, erkent [verweerster] . Dat is echter niet onherstelbaar en voor de uitvoering van haar werkzaamheden ook niet van belang. Zoals reeds eerder besproken is [verweerster] nog slechts ‘PA to the CEO’ en dus heeft zij slechts met [naam 3] te maken.
9. De mediation was volgens [verweerster] slechts gericht op haar vertrek, terwijl [verweerster] wilde spreken over haar terugkeer. Intralot is gehouden ernaar te streven dat een eventuele verstoring wordt opgelost. [verweerster] heeft steeds getracht haar werk te hervatten, maar dat heeft Intralot niet toegelaten. Dat valt Intralot ernstig te verwijten.
10. Nu de eventuele noodzaak van de ontbinding volledig is gelegen in de kwalijke handelswijze van Intralot, is [verweerster] van oordeel dat de kantonrechtersformule buiten beschouwing moet blijven en maakt zij aanspraak op een vergoeding van €60.000,00 bruto, ook gelet op haar leeftijd en eenzijdig arbeidsverleden. Daarnaast maakt [verweerster] aanspraak op een vergoeding van haar kosten voor rechts-bijstand van €8.500,00.

Beoordeling

11. Anders dan [verweerster] kennelijk meent, is de toets in deze procedure (nog) niet of overeenkomstig de Beleidsregels Ontslagtaak UWV de werkgever er alles aan heeft gedaan om een geconstateerde verstoring in de arbeidsverhoudingen op te heffen, maar of de omstandigheden van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijk-heidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Met andere woorden of het in alle redelijkheid van Intralot gevergd kan worden het dienstverband met [verweerster] voort te zetten. De kantonrechter acht dat niet het geval. En zij overweegt daartoe als volgt.
12. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de wederzijds ingediende stukken en hetgeen ter zitting met partijen is besproken, dat de verhoudingen tussen Intralot en [verweerster] ernstig verstoord zijn. De door Intralot overgelegde verklaringen van medewerkers uit alle geledingen van de onderneming zijn duidelijk en overtuigend. De zijdens [verweerster] daartegenover ingebrachte verklaring van één ex-collega legt onvoldoende gewicht in de schaal.
13. [verweerster] is destijds aangenomen als assistent van de drie directeuren. Kennelijk heeft [verweerster] - vanuit haar (te bijzondere) relatie met [naam 3] - langzamer-hand steeds meer voorrang gegeven aan de opdrachten van [naam 3] . Dit heeft begrijpelijk genoeg tot groot ongenoegen bij de andere twee directeuren geleid. Dat uiteindelijk deze directeuren zich daar feitelijk bij hebben neergelegd, maakt niet dat daarmee hun ongenoegen is verdwenen. Het feit dat [naam 3] steeds tevreden over het functioneren van [verweerster] is geweest, evenmin. De relatie met de twee directeuren, die [verweerster] dagelijks tegenkomt, is er door verstoord geraakt.
14. [verweerster] heeft zichzelf binnen de organisatie vervolgens een steeds specialere rol toegemeten, waardoor ook de verhoudingen met haar andere collega’s ernstig onder druk zijn komen te staan. [verweerster] heeft zich - zo blijkt uit alles - als een koningin binnen de organisatie gedragen en zelf besloten welke werkzaamheden voor wie wel of niet te doen. Gedrag dat niet door de beugel kan.
15. Het is dan ook niet verbazend dat vervolgens een reeks van incidenten zijn ontstaan rond de houding en het gedrag van [verweerster] . Incidenten, waardoor de verhoudingen over de gehele linie inmiddels te zeer verstoord zijn geraakt om het dienstverband nog vruchtbaar voort te zetten. Het gebeuren met [naam 5] van 15 januari 2015 is in dit verband illustratief.
16. De omstandigheid dat - volgens [verweerster] - haar verhouding met [naam 3] nog steeds goed is, is onvoldoende om de arbeidsovereenkomst te laten voort duren. [naam 3] is (slechts) één van de drie directeuren en één van de 50 medewerkers van Intralot. [verweerster] kan zich niet buiten de rest van de organisatie plaatsen.
17. De arbeidsovereenkomst van [verweerster] zal derhalve worden ontbonden. Daarmee reist de vraag of aan [verweerster] een vergoeding dient te worden toegekend. De kantonrechter acht dat het geval. Immers, hoewel van de ontstane situatie [verweerster] een verwijt kan worden gemaakt - zij heeft onvoldoende oog gehad voor het effect van haar gedrag in de organisatie - geldt voor Intralot hetzelfde. Intralot en met name [naam 3] heeft het immers laten gebeuren en [verweerster] veel te lang de hand boven het hoofd gehouden, tot voorbij het moment dat er nog wat te redden was. Waar [naam 3] stelt de voorkeur te geven aan een persoonlijke benadering, had hij - toen zijn woorden geen effect bleken te hebben - het gedrag van [verweerster] ook middels een schriftelijke aanwijzing dienen bij te sturen. Dat beklijft doorgaans beter dan een mondelinge boodschap.
18. In dit alles ziet de kantonrechter aanleiding om [verweerster] een vergoeding met C=1 toe te kennen. Anders dan [verweerster] heeft betoogd, komt aan een medewerker van 33 jaar met een dienstverband van 3 jaar, geen verhoogde vergoeding toe. Het was de eerste (volle) baan van [verweerster] en het ligt - zeker in deze tijd - niet voor de hand, dat zij bij Intralot zou zijn gebleven tot haar pensioen.
19. Nu op verzoek van Intralot de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden en daarbij aan [verweerster] een vergoeding wordt toegekend, zal Intralot een termijn krijgen waarbinnen zij haar verzoek kan intrekken.
20. Er zijn - mede gelet op het bepaalde in aanbeveling 3.8 van de kantonrechtersformule - termen om de kosten tussen partijen te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 augustus 2015;
kent aan [verweerster] een vergoeding toe ten laste van Intralot ter hoogte van €5.271,00 bruto;
veroordeelt Intralot tot betaling van deze vergoeding en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat het onder I t/m III gestelde rechtskracht ontbeert, indien het verzoek door Intralot uiterlijk op 10 juli 2015 wordt ingetrokken;
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen, behoudens in het geval Intralot het verzoek zal intrekken, in welk geval zij wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [verweerster] , tot op heden begroot op €545,- voor salaris van de gemachtigde, voor zover verschuldigd, inclusief BTW;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter