Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die op 15 juli 2015 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde Di-Ann Hotel Management B.V. (hierna: Di-Ann c.s.) opheffing van het beslag op de hotelinventaris van het Di-Ann Hotel. Dit beslag was gelegd door [gedaagde 1] c.s., voormalige vennoten van de ontbonden vennootschap onder firma Di-Ann Hotel. Di-Ann c.s. stelde dat het beslag nietig was, omdat de in beslag genomen zaken onvoldoende specifiek waren omschreven en dat de betekening van het vonnis niet correct was uitgevoerd. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat het beslag voldoende specifiek was omschreven en dat de betekening aan de groep [A] correct was uitgevoerd. De voorzieningenrechter weigerde de gevraagde voorzieningen en veroordeelde Di-Ann c.s. in de proceskosten van [gedaagde 1] c.s. De uitspraak benadrukt het belang van correcte beslaglegging en betekening in civiele procedures, en bevestigt dat een conservatoir beslag kan overgaan in een executoriaal beslag zodra er een executoriale titel is verkregen.