Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de deurwaarder;
- mr. Cornegoor namens Solvochem;
- en aan de zijde van de Staat: [naam 1] , juridisch adviseur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, met mr. Van Duin.
2.De feiten
Production Sharing Contract, verband houdende met de exploratie en exploitatie van
petroleum resourcesin de bodem van Irak.
3.Het geschil
4.De beoordeling
a prioriuit te gaan van de presumptie van immuniteit van executie. Een presumptie van immuniteit met de door de Staat verdedigde reikwijdte - dus zonder dat daaraan een verklaring van de vreemde staat ten grondslag ligt, dan wel uit de aard van de beslagen goederen of uit enige andere aanwijzing moet worden afgeleid dat aannemelijk is dat de beslagen goederen een publieke bestemming hebben - ligt volgens het oordeel van het hof niet besloten in volkenrechtelijk erkende uitgangspunten.