ECLI:NL:RBAMS:2015:5486

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2015
Publicatiedatum
25 augustus 2015
Zaaknummer
EA VERZ 15-760
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijk ontbindingsverzoek wegens onbevoegd raadplegen van medische gegevens

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen de stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. OLVG heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van dringende redenen, omdat [verweerster] onbevoegd medische gegevens van haar halfbroer heeft geraadpleegd. Dit handelen zou in strijd zijn met de Gedragscode en het beleid van OLVG. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerster] herhaaldelijk toegang heeft gehad tot deze gegevens zonder daartoe bevoegd te zijn, en dat zij hierover geen openheid van zaken heeft gegeven, ondanks dat haar meerdere keren de gelegenheid is geboden om dit te doen.

De kantonrechter heeft de argumenten van [verweerster] dat zij handelde uit een noodsituatie en dat er geen schade is ontstaan, niet overtuigend geacht. De kantonrechter oordeelde dat het vertrouwen dat OLVG in haar medewerkers moet kunnen stellen, vooral waar het gaat om privacygevoelige informatie, ernstig is geschaad door het handelen van [verweerster]. Daarom is de kantonrechter van mening dat er sprake is van een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De arbeidsovereenkomst is voorwaardelijk ontbonden, met de bepaling dat de ontbinding ingaat op het moment dat vaststaat dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4268219 \ EA VERZ 15-760
beschikking van: 18 augustus 2015
func.: 458

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis,

gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
nader te noemen OLVG,
gemachtigde: mr. H.G. van Andel,
t e g e n

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
nader te noemen [verweerster] ,
gemachtigde: mr. W. Vermeer.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

OLVG heeft – voorwaardelijk, namelijk voor zover in enige gerechtelijke procedure zal blijken dat deze thans nog bestaat – op 30 juni 2015 een verzoekschrift met bijlagen ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst.
[verweerster] heeft op 31 juli 2015 een verweerschrift met bijlagen ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 4 augustus 2015 gelijktijdig met het door [verweerster] aanhangig gemaakte kort geding met kenmerk KK EXPL 15-878. OLVG is verschenen bij [naam 1] , [naam 2] en de gemachtigde. [verweerster] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Op voorhand zijn door partijen stukken ingediend. Ter zitting hebben zij hun standpunten aan de hand van pleitnotities toegelicht.
Na verder debat is beschikking bepaald op heden.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

Uitgangspunten

1. Tot uitgangspunt dient hetgeen onder rov. 1 in het tussen partijen gewezen vonnis van 18 augustus 2015 met kenmerk KK EXPL 15-878 staat vermeld.

Verzoek

2. OLVG verzoekt voorwaardelijk, namelijk voor zover in enige gerechtelijke procedure zal blijken dat deze thans nog bestaat, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en stelt dat [verweerster] zich zodanig heeft gedragen dat dit een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678, eerste lid Burgerlijk Wetboek (BW) heeft opgeleverd. Daarnaast vraagt OLVG ontbinding wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk zonder toekenning van een vergoeding behoort te eindigen.
3. Daartoe stelt OLVG dat [verweerster] herhaaldelijk medische gegevens van een patiënt (haar halfbroer [halfbroer] ) heeft ingezien, terwijl zij daartoe niet bevoegd was. [verweerster] heeft hiermee onder meer in strijd gehandeld met de Gedragscode en het beleid (over X-Care) dat is neergelegd in de brief van OLVG van 4 februari 2015. Daarbij komt dat [verweerster] in de gesprekken op 7 en 11 mei 2015 geen openheid van zaken heeft gegeven, waardoor OLVG geen vertrouwen meer heeft in [verweerster] . Van OLVG kan niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst met [verweerster] nog langer te laten voortduren. Nu sprake is van zeer ernstig verwijtbaar handelen van [verweerster] en OLVG in het geheel niets te verwijten valt, is in dit geval geen plaats voor een ontbindingsvergoeding.

Verweer

4. [verweerster] betwist de dringende reden die primair aan het ontbindingsverzoek ten grondslag is gelegd. Zij stelt hiertoe dat [halfbroer] drugsverslaafd is, veel schade in de familie heeft aangericht en haar kapot wil maken. [halfbroer] zou tegenover een vriend hebben verklaard dat hij met een klacht tegen [verweerster] ervoor zou zorgen dat zij haar baan zou verliezen en dat hij uit was op schadevergoeding van het OLVG. [halfbroer] kwam ook vaak aan de balie en dreigde dan een scene te maken als [verweerster] hem geen geld gaf. [verweerster] heeft ter zitting verklaard dat zij zich hiervoor schaamde en [halfbroer] heeft verzocht naar een ander ziekenhuis over te stappen. Voor de overstap had [halfbroer] zijn digitale dossier nodig en daarom heeft [verweerster] X-Care geraadpleegd. Op verzoek van de patiënt (van een andere afdeling) X-Care inzien is niet in strijd met de geldende regels en bovendien de dagelijkse praktijk. [verweerster] betwist de gegevens van [halfbroer] openbaar te hebben gemaakt. Van concrete schade of negatieve gevolgen is niets gebleken.
4. Verder stelt [verweerster] dat OLVG zich op meerdere fronten ernstig verwijtbaar heeft gedragen. Zo heeft zij de klacht niet op deugdelijke wijze afgehandeld door het klachtenreglement niet te volgen (geen schriftelijke vastlegging), geen inzage te geven in de klacht en [verweerster] met de klacht te overvallen. Bovendien is er nog een collega geweest die ook het digitale dossier van [halfbroer] heeft geraadpleegd, doch daartegen lijken geen stappen te zijn ondernomen. Tot slot benadrukt [verweerster] dat zij al ruim 9 jaar naar volle tevredenheid functioneert en met veel plezier werkzaam is bij OLVG.
5. Voor het geval geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden, benadrukt [verweerster] dat haar geen enkel verwijt te maken valt. Volgens [verweerster] ligt de beëindiging volledig in de risicosfeer van de werkgever. De gevolgen van het ontslag zijn voor [verweerster] zeer ernstig. Zij is haar baan en inkomen kwijt en zal geen WW-uitkering ontvangen. Aan [verweerster] dient daarom ten laste van OLVG een vergoeding van € 59.517,50 bruto te worden toegekend, aldus [verweerster] .

Beoordeling

6. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
5. Zoals reeds door de kantonrechter in kort geding is geoordeeld is voldoende aannemelijk geworden dat [verweerster] in strijd met de geldende regels en de Gedragscode patiëntgegevens in X-Care heeft geraadpleegd terwijl zij daartoe niet bevoegd was. Er was geen behandelrelatie met [halfbroer] Hij was immers patiënt op een andere afdeling. [verweerster] die aanvankelijk ontkende, heeft nadat zij geconfronteerd werd met de uitdraai uit X-Care na enig zwijgen toegegeven dat zij het medisch dossier van [halfbroer] heeft geraadpleegd. In de twee gesprekken met OLVG heeft zij daarvoor geen verklaring gegeven (zie 1.5 en 1.8 vonnis). Pas in deze procedure heeft zij gesteld dat [halfbroer] haar had verzocht om een kopie van zijn medisch dossier. Dit verzoek had op grond van de Gedragscode moeten worden geweigerd, nu toestemming nodig is van de behandelend arts. Vervolgens heeft [verweerster] ter zitting een andere verklaring gegeven. Zij zou [halfbroer] zelf hebben verzocht over te stappen naar een ander ziekenhuis en daarom had hij een kopie van zijn medisch dossier nodig. Beide verklaringen worden als niet aannemelijk van de hand gewezen. Immers, uit de X-Care uitdraai blijkt dat [verweerster] op verschillende dagen - op 26 februari 2015 over een tijdspanne van anderhalf uur - is bezig geweest met het raadplegen van gedetailleerde medische gegevens van [halfbroer] Zij heeft daarbij de pop-up weggeklikt, vervolgens doorgeklikt en telkens (nieuwe) bestanden met onder meer laboratoriumuitslagen, medische verrichtingen, correspondentie en afspraken geopend en ingezien, hetgeen lijkt op een gerichte zoekactie. Voor een doorverwijzing of een print van het medisch dossier lijkt dit nodig. De patiëntgegevens zijn namelijk direct in het eerste scherm te raadplegen. Bovendien had [verweerster] [halfbroer] volgens het medisch dossier beleid naar zijn eigen afdeling moeten verwijzen. Verder had het voor de hand gelegen dat zij van een dergelijke kwestie en het gestelde hinderlijke gedrag van [halfbroer] aan de balie melding had gemaakt bij haar leidinggevende. Dat sprake is van een complot tegen [verweerster] waarbij [halfbroer] uit zou zijn op schadevergoeding heeft zij niet aannemelijk kunnen maken. OLVG heeft onweersproken gesteld dat [halfbroer] geen schadeclaim heeft ingediend en dat hij nog steeds onder behandeling is bij OLVG. Kennelijk heeft hij zich neergelegd bij de schriftelijke reactie van OLVG op zijn klacht.
6. Voor wat betreft de afhandeling van de klacht wordt overwogen dat, anders dan [verweerster] stelt, er wel een schriftelijke vastlegging van de klacht heeft plaatsgehad. De dienstdoende klachtenfunctionaris heeft de telefonische klacht genoteerd en deze vervolgens per e-mail doorgestuurd naar de afdeling. [verweerster] wenst inzage in de klacht om te verifiëren of deze is ingediend en stelt dat zij zonder inzage niet had mogen worden ontslagen. De dringende reden voor het ontslag ziet echter niet op de klacht zelf, maar op het onbevoegd raadplegen van de patiëntgegevens van [halfbroer] De klacht heeft dit slechts aan het licht gebracht. De vraag of [verweerster] de gegevens openbaar heeft gemaakt , kan daarom onbeantwoord blijven. De andere medewerker die het dossier van [halfbroer] heeft geraadpleegd was van de afdeling Interne Geneeskunde en daartoe wel bevoegd. Van ernstig verwijtbaar handelen van het OLVG is naar het oordeel van de kantonrechter dan ook geen sprake.
7. Al het voorgaande in aanmerking genomen is de kantonrechter van oordeel dat [verweerster] onbevoegd medische gegevens heeft geraadpleegd en daarover, ondanks dat daartoe meer dan eens gelegenheid was geboden, geen openheid van zaken heeft gegeven. Dit vormt, gelet op het vertrouwen dat OLVG moet kunnen stellen in haar medewerkers, juist waar het gaat om zeer privacy gevoelige patiëntgegevens, een zodanige ernstige misdraging dat er sprake is van een dringende reden. Van OLVG kan dan ook niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te laten voortduren.
8. Er is gelet op het bovenstaande dan ook aanleiding de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk te ontbinden op grond van een dringende reden. Overige omstandigheden die hieraan in de weg zouden staan, zijn niet gesteld noch is daarvan gebleken. Bij ontbinding op deze grond is het toekennen van een vergoeding niet aan de orde.
9. Gelet op de aard van de procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te melden wijze.

BESLISSING

De kantonrechter:
- voor het geval dat ingevolge enige andere rechterlijke beslissing of op andere wijze zal komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen thans nog bestaat -
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van heden;
compenseert de proceskosten in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt.
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter