ECLI:NL:RBAMS:2015:6108

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2015
Publicatiedatum
16 september 2015
Zaaknummer
C/13/577983 / HA ZA 14-1200
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opheffing van beslag en vaststelling beslagvrije voet in het civiele recht

Op 7 oktober 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen ABN AMRO BANK N.V. en een gedaagde die in het buitenland woont. De rechtbank oordeelde dat er geen beslagvrije voet geldt voor in het buitenland gevestigde schuldenaren, zoals de gedaagde, tenzij deze kan aantonen dat hij onvoldoende middelen van bestaan heeft. De gedaagde had zich borg gesteld voor een krediet van € 300.000,00 dat ABN AMRO had verstrekt aan twee vennootschappen. ABN AMRO vorderde betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en had conservatoir beslag gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank. De gedaagde vorderde in reconventie opheffing van dit beslag, met de stelling dat er een beslagvrije voet zou moeten gelden. De rechtbank oordeelde dat het vaststellen van een beslagvrije voet niet in deze procedure kon worden gedaan, omdat dit de bevoegdheid van de kantonrechter is. De rechtbank wees de vorderingen van de gedaagde af en veroordeelde hem tot betaling van het gevorderde bedrag aan ABN AMRO, evenals de beslagkosten en proceskosten. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/577983 / HA ZA 14-1200
Vonnis van 7 oktober 2015
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. D. van Zanten,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [plaats] ( [land] ),
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. E.H.J. Slager.
Partijen zullen hierna Abn Amro en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 juni 2014, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van 25 maart 2015, waarbij de procedure naar de rol is verwezen voor re- en dupliek in conventie en in reconventie,
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, met producties,
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, tevens houdende vermeerdering van eis,
  • de conclusie van dupliek in reconventie en akte uitlating vermeerdering van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling ervan in conventie en in reconventie.

2.1.
Abn Amro heeft een krediet verstrekt aan twee vennootschappen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft zich jegens Abn Amro borg gesteld tot een bedrag van € 300.000,00 voor al hetgeen Abn Amro te vorderen heeft van die twee vennootschappen. Abn Amro heeft een vordering van meer dan € 5 miljoen op die twee vennootschappen. In deze procedure vordert Abn Amro betaling van het bedrag van € 300.000,00 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 februari 2014. Omdat de stellingen en de vordering van Abn Amro door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet inhoudelijk weersproken zijn, is in conventie het bedrag van € 300.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente toewijsbaar.
2.2.
Ter zekerheid van verhaal heeft Abn Amro (na verkregen verlof) ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] conservatoir derdenbeslag onder de Sociale Verzekeringsbank gelegd. In reconventie vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] opheffing van dat beslag, althans voor het bedrag dat zou zijn berekend indien de beslagvrije voet was toegepast. Na vermeerdering van eis vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tevens een verklaring voor recht dat het onder de Sociale Verzekeringsbank ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegde beslag onrechtmatig en/of vexatoir is voor zover het beslag de wettelijke beslagvrije voet overstijgt.
2.3.
Abn Amro voert inhoudelijk verweer en maakt bezwaar tegen de vermeerdering van eis, gelet op het late stadium van de procedure. Ingevolge artikel 130 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan de gedaagde bezwaar maken tegen een eisvermeerdering ingeval sprake is van strijd met een goede procesorde. Dit is aan de orde indien de eisvermeerdering een onredelijke bemoeilijking voor de verdediging oplevert of een onredelijke vertraging van het geding met zich brengt. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan in dit geval geen sprake. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat de gevorderde opheffing van het beslag en de gevorderde verklaring voor recht materieel gelijk zijn. De rechtbank zal daarom op de vermeerderde eis beslissen.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 475e Rv bepaalt:
Geen beslagvrije voet geldt voor vorderingen van een schuldenaar die niet in Nederland woont […]. Indien hij evenwel aantoont dat hij buiten deze vorderingen onvoldoende middelen van bestaan heeft, kan de kantonrechter op zijn verzoek een beslagvrije voet vaststellen […].
Zoals Abn Amro terecht aanvoert, geldt op grond van dat artikel voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , die in [land] woont, geen beslagvrije voet, tenzij (en totdat) hij in een verzoekschriftprocedure bij de kantonrechter aantoont dat hij buiten zijn AOW-uitkering die hij ontvangt van de Sociale Verzekeringsbank onvoldoende middelen van bestaan heeft.
2.5.
De vorderingen in reconventie zijn gebaseerd op de – door Abn Amro betwiste – stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat er een beslagvrije voet geldt. In deze procedure kan de beslagvrije voet niet worden vastgesteld. De kantonrechter en niet de rechtbank is daarvoor de bevoegde rechter. Dit betekent dat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde bankafschriften en het (nadere) bewijsaanbod van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , ter onderbouwing van zijn standpunt dat van een belastingvrije voet sprake is, hier onbeoordeeld zullen blijven. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet vordert dat een beslagvrije voet wordt vastgesteld (zie 2.2), is verwijzing van deze procedure in reconventie naar de kantonrechter niet aan de orde.
2.6.
Omdat er niet is vastgesteld dat er een beslagvrije voet geldt voor de vorderingen waarop beslag is gelegd en de rechtbank – anders dan de kantonrechter – niet bevoegd is om een beslagvrije voet vast te stellen, liggen de vorderingen tot opheffing van het beslag en de gevorderde verklaring voor recht voor afwijzing gereed. De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat Abn Amro in strijd handelt met de op haar rustende zorgplicht jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door het beslag te leggen en te handhaven, heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet anders onderbouwd dan dat hij stelt dat sprake zou zijn van een beslagvrije voet. De – door Abn Amro weersproken – stelling dat Abn Amro handelt in strijd met een op haar rustende zorgplicht wordt derhalve verworpen.
2.7.
Omdat het beslag niet wordt opgeheven, zijn de door Abn Amro in conventie gevorderde beslagkosten toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 827,36 voor verschotten en € 2.000,00 voor salaris advocaat (1 rekest × € 2.000,00).
2.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal in conventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Abn Amro worden begroot op:
- dagvaarding € 93,80
- griffierecht 3.221,00
- salaris advocaat
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)
Totaal € 7.314,80
2.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Abn Amro worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 904,00(2,0 punten × factor 1,0 × tarief € 452,00)
Totaal € 904,00

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan Abn Amro te betalen een bedrag van € 300.000,00 (driehonderdduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 7 februari 2014 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 2.827,36,
3.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van Abn Amro tot op heden begroot op € 7.314,80,
3.4.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
3.5.
wijst de vorderingen af,
3.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van Abn Amro tot op heden begroot op € 904,00,
3.7.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.R. Wisse, rechter, bijgestaan door mr. E.J. van Veelen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2015.