Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De gronden van het verzoek
Deze zaak staat op zitting omdat het erop leek dat eiser geen procesbelang zou hebben. Een zotte zaak, of eigenlijk een zotte eiser”. Het woord zot heeft blijkens de diverse woordenboeken een negatieve kwalificatie, welke kwalificatie aan verzoeker als persoon wordt verbonden. Artikel 6 § 1 van het EVRM spreekt van een onbevooroordeeld tribunaal (en dus juist niet over de individuele rechter). Gegeven het gebruik van de aan verzoeker gegeven kwalificatie, is dit vooroordeel dus breed gedragen in de rechtbank. De gerechtsauditeurs bereiden immers de procedures volledig voor. Verzoeker mag ervan uitgaan dat de gerechtsauditeurs elkaar kennen en informatie en meningen uitwisselen (waarschijnlijk in de trant van ‘daar heb je die gek weer’). De kwalificatie ‘zotte eiser’ getuigt dus van een bevooroordeeldheid, in strijd met het EVRM.