Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Beschikking van de kantonrechter ex artikel 7:681 BW en artikel 223 Rv
[verzoekster]
[verweerder]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
BEOORDELING VAN DE VERZOEKEN
Feiten en omstandigheden
Goedemorgen [naam 1] ,ik heb je gistermiddag een aantal mails gestuurd. Die waren van mij uit eerlijk en bedoeld om meer duidelijkheid te krijgen maar ik kan me voorstellen dat het dan (te) hard aan komt. De waardering voor je uitvoerend werk ontbreekt dan en die is er zeker. Ik heb gisteravond besloten je niet te korten op je coördinatie uiren en de 10.5 openstaande overuren alsnog uit te betalen. Zie het maar als een handreiking. Het is me niet waard om rondom deze zaken een hoop oplopend conflict te creeëren en dat zaken zich blijven voortslepen. We graven ons allenbei in in ons gelijk en dat lijkt me geen goede zaak. Deze zaken zouden dat het gesprek van aanstaande woensdag 11.00 uur in Naarden dan een te bepalende rol spelen. Over de andere financiële zaken moeten we dan woensdag verder praten.[verweerder]
Zoals gemeld in het gesprek van vandaag 1 juli 2015 bevestig ik schriftelijk dat uw dienstverband met [verweerder] per 1 juli 2015 opgezegd wordt. Een verzoek tot ontbinding van uw contract zal naar de kantonrechter verstuurd worden.
Verzoeken van [verzoekster]
Verweer
aangezegddat de kantonrechter zou worden verzocht de arbeidsovereen-komst te ontbinden. Per abuis is [verzoekster] dezelfde dag per brief meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2015 werd opgezegd. Om misverstanden te voorkomen heeft de gemachtigde van [verweerder] de gemachtigde van [verzoekster] vervolgens schriftelijk bericht dat het ontslag alleen was aangezegd en dat een ontbindingsverzoek zou worden ingediend. [verzoekster] heeft sindsdien ook zoals gebruikelijk loon betaald gekregen. Het primaire en het subsidiaire verzoek van [verzoekster] dient derhalve te worden afgewezen. Ook de loonvordering dient te worden afgewezen.
Beoordeling
Verweer
Beoordeling
Proceskosten
BESLISSING
Op het verzoek van [verzoekster] ex artikel 7:681 BW:
€ 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [verweerder] daarmee in gebreke blijft, waarbij wordt bepaald dat boven een bedrag van € 50.000,- geen dwangsommen meer verschuldigd zullen zijn;