Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Ter zitting waren partijen en hun raadslieden aanwezig. Aan de zijde van [gedaagde] was tevens [accountant van gedaagde] (registeraccountant) aanwezig.
2.De feiten
Het is niet juist dat mijn cliënt heeft toegezegd het restbedrag van zijn schuld uiterlijk op 15 januari 2014 zou betalen. Het staat mij juist bij dat de vennoten zijn overeengekomen dat het aandeel van de uittredende vennoot uitgesteld betaald zou worden, waardoor de lening een achtergesteld karakter kreeg.
3.Het geschil
I. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 10.000,- (het nog niet betaalde gedeelte van de koopsom voor de restaurantactiviteiten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014;
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 1.000,- (ter zake van de lening door de vennootschap uit 2013, zie 2.10), te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 5.000,- (ter zake van de lening door de vennootschap uit 2013, zie 2.10), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2014;
IV. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 6.105,- ter zake van kasopnamen,
V. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 18.000,- zijnde de geldopnames van € 3.000,- per maand vanaf 6 juni 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente alsmede – na akte vermeerdering van eis – te vermeerderen met € 3.000,-, zijnde de opname van 29 december 2014;
VI. [gedaagde] te verbieden de thans aan [eiser] toebehorende activa (waaronder de handelsnaam [X] Cateringbedrijf, de toegangssleutels van het pand aan [straat 2], de sleutels van de bedrijfsauto, de auto zelf met bijbehorende documenten en de bankpassen en de bankrekening zelf etc.) te gebruiken;
VIII. [gedaagde] te veroordelen de aan de vennootschap toebehorende activa aan [eiser] te leveren (waaronder de toegangssleutels van het pand aan [straat 2], de sleutels van de bedrijfsauto, de auto zelf met bijbehorende documenten en de bankpassen);
IX. het gevorderde onder VI tot en met VIII op straffe van dwangsommen;
X. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 4.774,88 exclusief BTW aan buitengerechtelijke kosten;
XI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten.
Ook dient [gedaagde] de buitengerechtelijke kosten te betalen. In dit verband verwijst [eiser] naar de factuur van zijn raadsman (productie 21). Deze kosten vallen niet onder de kosten bedoeld in artikel 241 Rv.
Bij toewijzing van de geldvorderingen heeft [eiser] een spoedeisend belang omdat hij in liquiditeitsproblemen verkeert. Het saldo van de vennootschapsrekening is ongeveer € 40.000,- negatief. Hierdoor staan de arbeidsovereenkomsten van 15 medewerkers op het spel. Ook bij toewijzing van de overige vorderingen heeft [eiser] een spoedeisend belang. De bemoeienis van [gedaagde], die onduidelijkheid, verwarring en onrust veroorzaakt onder het personeel en de relaties van de vennootschap, moet zo spoedig mogelijk worden gestopt.
4.De beoordeling
Het staat mij juist bij dat de vennoten zijn overeengekomen dat het aandeel van de uittredende vennoot uitgesteld betaald zou worden, waardoor de lening een achtergesteld karakter kreeg) acht de voorzieningenrechter onvoldoende concreet om niet uit te kunnen gaan van opeisbaarheid per 15 januari 2014
.Het standpunt van [accountant van gedaagde] rijmt bovendien niet met het door de raadsman van [gedaagde] ter zitting ingenomen standpunt dat de vordering pas in 2022 opeisbaar zou zijn. Voorts wordt geoordeeld dat [eiser] gezien hetgeen hij heeft aangevoerd over zijn slechte financiële situatie een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de vordering tot betaling van € 10.000,-. De geldvordering voldoet derhalve aan alle criteria die aan toewijzing in kort geding worden gesteld.