ECLI:NL:RBAMS:2015:740

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 februari 2015
Publicatiedatum
16 februari 2015
Zaaknummer
KG ZA 14-1623
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over onrechtmatige publicatie en rectificatie van naam en foto in televisieprogramma

In deze zaak vorderde eiser A rectificatie en verwijdering van zijn naam en foto uit een uitzending van het televisieprogramma Opgelicht?!, waarin hij werd beschuldigd van betrokkenheid bij faillissementsfraude. De voorzieningenrechter oordeelde dat A lichtvaardig was blootgesteld aan verdachtmakingen, aangezien de door Avrotros overgelegde stukken niet aantonen dat hij op de hoogte was van een vooropgezet plan van de directeur of dat leveranciers bewust niet werden betaald. De voorzieningenrechter stelde vast dat de beschuldigingen onvoldoende steun vonden in de feiten en dat Avrotros zich niet kon verschuilen achter de stelling dat zij geen strafrechtelijk oordeel beoogde. A werd onterecht als dader gepresenteerd, wat ernstige gevolgen voor zijn reputatie had. Avrotros werd veroordeeld om de naam van A van haar website en in de uitzending te verwijderen en zijn foto onherkenbaar te maken. Een rectificatie werd niet proportioneel geacht, omdat A slechts kort in beeld was geweest en zijn naam een enkele keer was genoemd. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van zorgvuldigheid bij dergelijke publicaties, vooral gezien de impact op de betrokkenen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/578650 / KG ZA 14-1623 MW/LO
Vonnis in kort geding van 5 februari 2015
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats] (gemeente [naam gemeente]),
eiser bij dagvaarding van 13 januari 2015,
advocaat mr. B.P.J.M.L. Vliexs te Nijmegen,
tegen
de vereniging
AVROTROS,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. H.A.J.M. van Kaam te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Avrotros worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 22 januari 2015 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Avrotros heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren aanwezig: [eiser] met mr. Vliex en aan de zijde van Avrotros: [naam 1], bedrijfsjurist, en [naam 2], redacteur van Opgelicht?!, met mr. Van Kaam.
Na verder debat zijn partijen in de gelegenheid gesteld nader overleg te voeren.
Vervolgens is na de zitting ingekomen een faxbericht van 30 januari 2015 van
mr. Van Kaam, waarin deze meedeelt dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt en waarin vonnis wordt gevraagd.

2.De feiten

2.1.
De aandelen van de vennootschap [naam vennootschap 1] (een ‘lege’ beheervennootschap) zijn op 13 mei 2014 overgedragen aan [naam 3]. Per 16 mei 2014 werd [naam 3] ook enig bestuurder van deze vennootschap en heeft een statutenwijziging plaatsgevonden waarbij de naam is gewijzigd in [naam vennootschap 2] (hierna: [naam vennootschap 2])
2.2.
[eiser] heeft met [naam vennootschap 2], vertegenwoordigd door [naam 4] (hierna: [naam 4]) een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten gedateerd 23 juni 2014. Als zijn functie is vermeld hoofd inkoop/planning en als salaris een bedrag van
€ 3.222,00 bruto per maand.
2.3.
[eiser] heeft zijn salaris over de maand juli 2014 niet betaald gekregen. Op 15 augustus 2014 heeft hij voor het laatst gewerkt voor [naam vennootschap 2].
2.4.
Op 19 augustus 2014 bleek bij een bezoek aan [naam vennootschap 2] door een van de leveranciers (zie diens aangifte, productie 8 van Avrotros en de aangifte die namens een andere leverancier is gedaan, productie 15 van Avrotros) dat het bedrijfspand leeg was. [eiser] is nadien nog eenmaal daar geweest en heeft de post meegenomen.
2.5.
Op 23 september 2014 is [naam vennootschap 2] in staat van faillissement verklaard. Uit het tweede faillissementsverslag van 6 januari 2015 blijkt een bedrag van € 649.744,81 aan concurrente vorderingen. Tevens staat in dat verslag onder meer het volgende.
(…) Op deze plaats dient gemeld te worden dat curator [naam 4] heeft aangemerkt als feitelijk bestuurder van gefailleerde. Uit verklaringen van crediteuren alsmede uit de beperkte hoeveelheid stukken die zijn aangetroffen in de gehuurde bedrijfsruimte, heeft curator opgemaakt dat hij zich uitgaf als general manager van gefailleerde en aldus te beschouwen is als feitelijk bestuurder. (…)
(…) Ondanks diverse verzoeken en herinneringen heeft curator geen contact kunnen krijgen met [naam 3] of [naam 4]. Curator heeft evenmin de administratie in zijn bezit. (…)
(…) Gefailleerde is vanaf medio 2014 is gebruikt als fraudevehikel. Met de gewijzigde handelsnaam is men op krediet zaken gaan bestellen en/of gaan huren. Kredietwaardigheid werd voorgewend met een jaarrekening die volgens [naam 5] niet juist kan zijn. Het betreft de jaarrekening over 2013, welke jaarrekening ook gedeponeerd is. Met gebruikmaking van deze cijfers kwam men door de creditchecks die crediteuren plegen te doen bij het verstrekken van leverancierskrediet. De bestelde zaken werden ofwel bij de gehuurde bedrijfslocatie afgeleverd dan wel afgeleverd op gefingeerde bouwplaatsen. Na aflevering zijn alle zaken verdwenen. (…) In de afgelopen verslagperiode heeft curator een bespreking gehad met de FIOD, waarna er aangifte is gedaan van vermoedelijke faillissementsfraude en/of andere strafbare feiten. (…)
2.6.
Avrotros is een publieke televisieomroep en producent van onder meer het programma “Opgelicht?!”. Op 11 november 2014 heeft het programma Opgelicht?! aandacht besteed aan de vermoedelijk frauduleuze praktijken van de onderneming [naam vennootschap 2], waarnaar [naam 6] (privérechercheur) onderzoek heeft gedaan. Op de website www.opgelicht.nl is de uitzending thans nog te bekijken. Daarbij staat de volgende tekst.
Professionele oplichting. Bestellen met dubieuze BV’s, voor tonnen bestellen en wegwezen. Een enorme schadepost voor het bedrijfsleven. Misdaad waar justitie weinig prioriteit aan geeft. We volgen een grote oplichtingszaak die de zomermaanden speelde rondom het nepbedrijf [naam vennootschap 2]. Het bedrijf is gevestigd in [vestigingsplaats] op een bedrijventerrein. Op papier ziet het er uit als een bonafide bouwbedrijf. Maar als we dieper in de materie duiken, vallen er toch wel een aantal zaken op.
Het bedrijf is ooit begonnen in [plaats]. In 2013 duikt er in de Kamer van Koophandel een, voor Opgelicht?!, bekende naam uit een eerdere uitzending op. Deze man is een bekende katvanger, die vele dubieuze bedrijven op zijn naam heeft gehad. Uiteindelijk vindt er in mei van dit jaar weer een bestuurswissel plaats. En de Belg [naam 3] wordt eigenaar van het bedrijf. Op de website staat dat [naam 3], een ervaren timmerman, het bedrijf heeft overgenomen. Het ziet er allemaal netjes en professioneel uit. Ook naar buiten toe heeft het bedrijf een professionele uitstraling. Een klein pand waar de naam op prijkt, bedrijfskleding. Geen reden om daar aan te twijfelen. Behalve met [naam 3], hebben gedupeerden contact met [naam 4] en [eiser]. Het lijkt allemaal goed te gaan. Leveringen vinden plaats, maar als het op een gegeven moment op betalen
aankomt, komt er een kink in de kabel.
Gestolen rijplaten
[naam 6], privé-rechercheur, krijgt deze zomer een belletje over diefstal van een partij rijplaten. [naam 6] komt de bende op het spoor en we gaan met hem op pad. Voor een branche-organisatie doet hij deze zomer onderzoek naar grote partijen vermiste rijplaten. In totaal zijn er zo’n 200 rijplaten bij drie verschillende bedrijven door het bedrijf afgenomen. Naast het bedrijfspand zijn er verschillende afleveradressen. Ze bestellen door het hele land. Het is razendsnel uitgerold. Er is zeker voor vierhonderdduizend euro besteld. Maar daar blijft het niet bij. Auto’s, aanhangwagens, koffiezet-apparaten, stellingkasten, hekken, tankpassen etc. etc. De schade is inmiddels beraamd op bijna 6 ton. 47 bedrijven zagen niets van hun geld of van hun producten terug. Hans heeft in de afgelopen maanden veel huilende ondernemers aan de lijn gehad.
Uitgebreide check
Maar hoe kon dan zo fout gaan? De ondernemers stuurden niet zomaar klakkeloos hun spullen aan de oplichters. Velen van hen deden eerst een uitgebreide check. De website zag er wel aardig uit, KvK gegevens klopten ook. Er zijn zelfs bedrijven geweest die een uitvoerige kredietcheck deden. Dan zullen ze toch wel door de mand vallen? Het tegendeel blijkt waar. [naam vennootschap 2] slaagt met vlag en wimpel. De kredietwaardigheidscore ligt tussen de 6 en 7. Niet goed, maar ook zeker niet slecht. Achteraf blijkt het bedrijf toch geknoeid had met jaarcijfers, maar dat kwam niet uit de check.
Aangifte
Dan maar aangifte doen en hopen dat de politie actie gaat ondernemen. Hans maakte van inmiddels zo’n 20 bedrijven een uitgebreid dossier. Hij levert dit in bij de politie. De daders zijn bekend. Er is nog tijd om te voorkomen dat de schade nog groter wordt. Toch komt de politie niet direct in actie. De ondernemers en [naam 6] worden er niet vrolijk van. Enkele ondernemers staan voor een dichte deur want hun aangifte wordt helemaal niet opgenomen. Maar waar ligt dat aan?
Prioriteit politie ergens anders
De prioriteit van de politie ligt in eerste instantie niet bij financiële zaken. [naam 7] was misdaadjournalist en jarenlang financieel rechercheur bij de politie. Hij herkent de frustratie van de ondernemers en [naam 6]. [naam 7] heeft vaak genoeg meegemaakt dat er aangiftes zijn gedaan van omvangrijke fraudezaken, maar dat er niets mee gebeurde. Dat komt onder meer door de problemen rondom aangifte bij oplichting, prioritering en gebrek aan kennis en capaciteit. Het is soms lastig, omdat overduidelijke oplichting vaak op het bureau als civielrechtelijke wordt afgedaan. Als het dan toch lukt om aangifte te doen, is het maar de vraag of er snel actie wordt ondernomen. Oplichters wanen zich veilig, omdat ze nog in alle vrijheid door kunnen gaan met hun praktijken. Echter, in dit soort zaken, moet er eerst zorgvuldig een zaak opgebouwd worden. Dus snel ingrijpen zit er niet in. Een zaak moet aan voldoende criteria voldoen, wil het prioriteit krijgen bij de politie.
Onderzoek nog in kinderschoenen
Dat is ook het geval bij [naam 5]. Ondanks dat de zaak al in augustus bij de politie is aangedragen, komt zij nu voorzichtig in actie. De politie heeft het momenteel in onderzoek maar het onderzoek staat nog in de kinderschoenen. Ondertussen moeten de gedupeerde ondernemers afwachten of ze ooit nog hun geld of producten gaan terugzien.
2.7.
In de uitzending van 11 november 2014 is onder meer het volgende te zien en te horen.
9m12s “[naam 3]” (was op de bouwlocatie gezien; tevens wordt een foto getoond) “daarnaast zijn diverse figuren betrokken” (dan wordt een foto getoond van het rijbewijs van [eiser]) “deze [eiser], maar ook een zekere [naam 4]”
12m05s “daders zijn bekend” (foto’s van [naam 3] en [eiser] worden getoond)
13m40s “de [naam 5]-bende is grotendeels in kaart gebracht; vooropgezet plan tot oplichting, overduidelijk” (de foto’s van [eiser] en [naam 3] worden getoond)
15m09s “Ondertussen denken oplichters dat ze safe zijn en worden hondsbrutaal dat ze onder eigen naam opereren” (de foto’s van [eiser] en [naam 3] worden getoond)
2.8.
Bij brief van zijn advocaat van 28 november 2014 heeft [eiser] Avrotros aansprakelijk gesteld voor geleden en nog te lijden schade, en heeft hij Avrotros gesommeerd de schade te vergoeden en een rectificatie te plaatsen op haar website en in de eerstvolgende televisie-uitzending.
2.9.
Avrotros heeft bij e-mail van 5 december 2014 op voornoemde brief gereageerd met het bericht dat zij niet aan de sommaties zou voldoen.
2.10.
Bij brief van 16 december 2014 heeft [eiser] Avrotros nogmaals de mogelijkheid gegeven aan de eerder gestelde sommaties te voldoen, op welke brief Avrotros bij e-mail van 18 december 2014 afwijzend heeft gereageerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – Avrotros op straffe van dwangsommen
te gebieden elke foutieve berichtgeving met daarin de (roep)naam dan wel enige lettercombinatie die naar de (roep)naam van [eiser] verwijst te verwijderen en verwijderd te houden van door Avrotros en/of het programma beheerde internetsites;
te gebieden de in de dagvaarding genoemde rectificatie te plaatsen op de door Avrotros en/of het tv-programma beheerde internetsites;
te gebieden de in de dagvaarding genoemde rectificatie te tonen en voor te lezen in de eerstvolgende uitzending van het programma;
te verbieden voornoemde rectificatie te voorzien van enig commentaar in beeld of geluid die de inhoud van de rectificatie ontkracht;
en
5. Avrotros te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] heeft ter toelichting van zijn vordering – samengevat en voor zover van belang – het volgende gesteld. Hij was in dienst bij [naam vennootschap 2] en heeft zich tijdens het korte (zes weken) durende dienstverband slechts beziggehouden met inkoop van verschillende zaken. De inkoop verliep meestal zo dat [eiser] van [naam 4] de opdracht kreeg om uit te zoeken of hij bepaalde goederen kon krijgen tegen een goede prijs. Hij kreeg een afleveradres door van [naam 4], die hem ook had verteld dat het in de bouw gebruikelijk is om in tranches te betalen en dat er soms geld was en soms niet. Ook wees [naam 4] op de kredietwaardigheid van het bedrijf. Met de afhandeling van de betalingen had [eiser] niets te maken. Eind juli 2014 heeft [eiser] zijn salaris niet betaald gekregen. Hij heeft er verschillende keren om gevraagd. Toch is hij de eerste twee weken van augustus blijven werken, omdat hij bang was dat hij helemaal niets zou krijgen als hij niet meer zou komen. De laatste twee weken dat hij werkte begon hem wel op te vallen dat er vaak klanten belden over te late betalingen. Hij had van [naam 4] de opdracht gekregen om als er iemand belde over een betaling, te zeggen dat [naam 4] op 18 augustus 2014 weer terug zou zijn van zijn vakantie. Na 19 augustus 2014 heeft hij nog één keer afgesproken met [naam 4], om zijn salaris te krijgen. Hij is naar het bedrijfspand gereden, maar kreeg daar telefonisch van [naam 4] te horen dat hij ergens anders heen moest komen en of hij de post wilde meenemen. Bij die ontmoeting heeft [naam 4] hem gezegd dat hij zijn geld niet zou krijgen en heeft hij [eiser] en zijn familie bedreigd. Dat is de reden waarom [eiser] geen loonvordering heeft ingediend bij de curator. [eiser] is dus net zo goed slachtoffer van [naam 4] en [naam 3] als de gedupeerde leveranciers. Avrotros heeft hem ten onrechte en zonder daarvoor bewijs te hebben in de uitzending als mededader aangemerkt en heeft zijn foto getoond. Voorafgaand aan de uitzending heeft Avrotros [eiser] niet benaderd om zijn kant van het verhaal te vertellen. Avrotros stelt een keer bij hem aan de deur te zijn geweest, maar hij was toen bij zijn vriendin die in hetzelfde dorp woont. Avrotros had hem zonder moeite kunnen traceren, nu iedereen in het kleine (3.000 inwoners) dorp waar hij woont weet dat hij regelmatig bij zijn vriendin verblijft. [eiser] heeft door de uitzending en de informatie op de internetsite van Avrotros schade geleden, doordat hij er door bekenden op is aangesproken. Hij heeft daarom belang bij een rectificatie. Hij heeft bovendien belang bij verwijdering van de informatie van de website, nu de uitzending en de daarbij horende tekst nog steeds voor iedereen te raadplegen is.
3.3.
Avrotros voert – samengevat en voor zover van belang – het volgende verweer. Het programma Opgelicht?! heeft de rol van
public watchdog. Het stelt misstanden aan de kaak en beoogt het publiek voor te lichten en te waarschuwen. Voor deze uitingen geldt de vrijheid van meningsuiting en die kan slechts worden beperkt voor zover sprake is van een
pressing social need. Onderwerp van de uitzending van 11 november 2014 was faillissementsfraude en het doel is de kijker hierover te informeren en ervoor te waarschuwen. Het belang van Avrotros bij het aan de kaak stellen van misstanden dient te worden afgewogen tegen het belang van [eiser] om verstoken te blijven van aantasting van zijn eer en goede naam. In dit geval prevaleert het belang van Avrotros. Duidelijk is dat [naam vennootschap 2] op grote schaal fraude heeft gepleegd. Daarbij waren drie personen betrokken, te weten [naam 3], [naam 4] en [eiser], die allemaal onvindbaar zijn voor schuldeisers. [eiser] was hoofd inkoop en planning, deed bestellingen, had veelvuldig telefonisch en via e-mail contact met leveranciers, onderhandelde over prijzen en betalingstermijnen en nam goederen in ontvangst. Kennelijk was hij daartoe bevoegd en dus op de hoogte van het budget. Als planner moet hij bovendien op de hoogte zijn geweest van het feit dat op de afleveradressen die hij aan leveranciers doorgaf helemaal geen bouwactiviteiten plaatsvonden. Hij is – net als de twee anderen – eind augustus 2014 van de radar verdwenen en het is Avrotros niet gelukt met hem in contact te komen omdat hij zijn telefoon niet opnam en hij de twee keer dat de redactie bij zijn woning is geweest niet aanwezig was. De rolluiken waren dicht en de woning maakte geen bewoonde indruk. Hetgeen Avrotros heeft gemeld in de uitzending vindt en vond op dat moment voldoende steun in het feitenmateriaal. Het verweer van [eiser] dat hij slechts een werknemer was en nergens vanaf wist is niet overtuigend. Er werkten slechts twee mensen in het bedrijf, [naam 4] en [eiser] ([naam 3] leek alleen op papier betrokken), zodat het [eiser] niet kan zijn ontgaan wat er speelde. Hij had bovendien toegang tot het
e-mailaccount van [naam 4], nu hij daar vandaan berichten naar leveranciers heeft verzonden. Dat [eiser] geen salaris heeft ontvangen wordt betwist. Hij heeft immers geen loonvordering ingesteld bij de curator. Evenmin heeft hij aangifte gedaan van bedreiging.
Het is belangrijk dat de namen van de betrokkenen worden genoemd, nu de vennootschap is gefailleerd en de betrokkenen degenen zijn die de oplichtingshandelingen hebben verricht. De kwalificatie ‘de [naam 5] bende’ vindt steun in de feiten, en de verwijzing naar oplichters van zwaar kaliber en georganiseerde criminaliteit zijn afkomstig van de privé detective. Verder is niet duidelijk wat [eiser] bedoelt met ‘foutieve berichtgeving’. Niet in geschil is dat [eiser] betrokken is geweest bij [naam vennootschap 2], zodat er niets te rectificeren valt. De vorderingen zijn dan ook niet toewijsbaar.

4.De beoordeling

4.1.
Uitgangspunt is dat de toewijzing van de vorderingen van [eiser] in beginsel een beperking inhoudt van het in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) neergelegde grondrecht van Avrotros op vrijheid van meningsuiting. Een dergelijk recht kan slechts worden beperkt indien dit bij de wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de uitlatingen van Avrotros onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor het antwoord op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van eer of goede naam – in dit geval zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen.
4.2.
Het belang van Avrotros is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van [eiser] is erin gelegen dat zijn persoon niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en voor hem ongewenste publiciteit omtrent zijn privé-gegevens en privé-situatie. Welk van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt in dit geval als volgt. Het onderwerp van faillissementsfraude, waar in het tv-programma Opgelicht?! van 11 november 2014 aandacht aan is besteed, is een maatschappelijk relevant onderwerp. Avrotros heeft terecht aangevoerd dat de in het programma besproken fraude veel mensen ernstig dupeert en veel schade, boosheid en verdriet veroorzaakt. Het is dan ook van groot belang dat Avrotros daar in het programma aandacht voor kan vragen. Hierna wordt beoordeeld hoe zwaar het belang van [eiser] in dit geval weegt.
In het programma en op de website www.opgelicht.nl worden de naam (inclusief roepnaam) en/of de foto van [eiser] in verband met de fraude genoemd en getoond, hetgeen een aantasting is van zijn eer en goede naam en een inbreuk is op zijn privacy. Verder is een van de omstandigheden die dient te worden meegewogen de mate waarin de door Avrotros gedane uitingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal. In de eerste plaats gaat de voorzieningenrechter voorbij aan het verweer van Avrotros dat slechts wordt gesteld dat [eiser] ‘betrokken’ is geweest bij [naam vennootschap 2]. In het programma wordt de suggestie gewekt dat onder meer door [eiser] strafbare feiten zijn gepleegd. Zo blijkt uit de onder 2.7 geciteerde delen van de uitzending dat de foto van [eiser] wordt getoond met daarbij de vermelding ‘de daders zijn bekend’, ‘de [naam 5]-bende is grotendeels in kaart gebracht’ en ‘de oplichters’, waardoor meer dan alleen onschuldige betrokkenheid van [eiser] wordt gesuggereerd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Avrotros te weinig heeft aangevoerd om te kunnen concluderen dat die kwalificaties steun vinden in de feiten. Uit de verschillende door Avrotros overgelegde aangiften en e-mailberichten blijkt inderdaad dat [eiser] contact heeft gehad met leveranciers, dat hij bestellingen heeft geplaatst, dat hij heeft onderhandeld over prijzen, dat hij goederen in ontvangst heeft genomen en dat hij leveranciers bij vragen over betalingen heeft verwezen naar [naam 4]. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit deze producties onvoldoende dat [eiser] op de hoogte was van het vooropgezette plan van [naam 3] en [naam 4]. Evenmin blijkt uit de overgelegde correspondentie dat hij wist dat leveranciers bewust niet betaald werden of dat hij wist dat de afleveradressen die hij doorgaf aan leveranciers geen bouwlocaties waren. Het is wel mogelijk dat [eiser] op de hoogte was van het vooropgezette plan en daaraan bewust meewerkte, maar het is evenzeer mogelijk dat dit niet het geval was. Avrotros heeft verder weliswaar aangevoerd dat het niet haar doel is een strafrechtelijk oordeel te geven, maar dat zij slechts het woord ‘oplichting’ gebruikt in de zin van het normale spraakgebruik. Maar de voorzieningenrechter is van oordeel dat Avrotros zich, gelet op de verstrekkende gevolgen voor iemand die wordt genoemd in de uitzending (het programma heeft ongeveer 1,3 miljoen kijkers) en de zo mogelijk nog verderstrekkende gevolgen van de uitingen op internet, niet kan verschuilen achter het feit dat zij geen bewijs in strafrechtelijke zin hoeft te leveren. Avrotros wekt in haar programma wel degelijk de indruk dat strafbare feiten zijn gepleegd en dient zich, alvorens zij personen publiekelijk aan de schandpaal nagelt, er dan ook van te vergewissen dat haar bevindingen in dit verband berusten op een solide feitelijke basis. Daar komt bij dat Avrotros heeft gesteld dat zodra een persoon door het openbaar ministerie als verdachte is aangemerkt, zij alleen de initialen noemt en het gelaat onherkenbaar of met een balkje in beeld brengt. Niet valt in te zien waarom deze bescherming voor [eiser] niet zou gelden, nu ten tijde van de uitzending van
11 november 2014 het politieonderzoek net was gestart. Ook wordt meegewogen dat Avrotros [eiser] niet heeft gesproken voorafgaand aan de uitzending, zodat geen wederhoor heeft plaatsgevonden. Gelet op hetgeen Avrotros daarover heeft gesteld en [eiser] daartegen heeft aangevoerd is de voorzieningenrechter er niet van overtuigd dat Avrotros voldoende heeft gedaan om [eiser] een mogelijkheid te bieden zijn kant van het verhaal te vertellen. Avrotros had met name bij de bezoeken die zij aan het huisadres van [eiser] heeft gebracht, een schriftelijke uitnodiging tot wederhoor in de brievenbus moeten achterlaten. Waarom dat niet is gebeurd is niet duidelijk geworden.
4.4.
Het voorgaande brengt mee dat [eiser] naar het oordeel van de voorzieningenrechter door Avrotros lichtvaardig is blootgesteld aan verdachtmakingen en aan voor hem ongewenste publiciteit omtrent zijn persoon. Het belang van [eiser] dat hieraan een halt wordt toegeroepen weegt voorshands zwaarder dan het recht van Avrotros op vrijheid van meningsuiting.
4.5.
De vorderingen van [eiser] worden daarom als volgt beoordeeld, waarbij voldoende aannemelijk is dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen. Zijn naam (inclusief roepnaam) en foto worden immers in de uitzending genoemd en getoond en die uitzending is via – onder meer – de website www.opgelicht.nl thans nog voor iedereen te raadplegen. Ook in het dossier over de zaak, dat op de website te raadplegen is, wordt zijn naam genoemd. Gelet op de gevolgen voor [eiser] van het noemen van zijn volledige naam in combinatie met zijn foto, welke gevolgen voor [eiser] nog jarenlang merkbaar kunnen zijn, wordt het noodzakelijk geacht dat Avrotros de naam, voornaam en roepnaam van [eiser] op de website www.opgelicht.nl vervangt door initialen, en dat zij het gelaat van [eiser] onherkenbaar maakt in de uitzending die nog te zien is via deze door Avrotros beheerde website. De voorzieningenrechter wijst dit toe als het mindere van het onder 1 gevorderde. Het overige onder 1 gevorderde is, zoals Avrotros terecht heeft aangevoerd, te vaag en te ruim geformuleerd.
4.6.
De vorderingen tot rectificatie zullen worden afgewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is een rectificatie in het tv-programma niet proportioneel in dit geval, nu de afbeelding van het rijbewijs van [eiser] slechts enkele seconden vaag in beeld is geweest, en alleen zijn achternaam een enkele keer is genoemd. Bovendien is op grond van hetgeen [eiser] heeft gesteld ook niet uitgesloten dat Avrotros gelijk heeft in haar uitingen, zoals hiervoor onder 4.3 is overwogen. De voorzieningenrechter geeft hiermee geen oordeel over de (on)schuld van [eiser], maar oordeelt slechts dat de kwalificatie van [eiser] als dader op het moment van uitzending van het tv-programma onvoldoende steun vond in de feiten. Een rectificatie op de website is onnodig, gelet op de hierna onder 5.1 te melden veroordeling en omdat de tekst op de website (zie hiervoor onder 2.6) niet onjuist is.
4.7.
De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd als volgt.
4.8.
Uit al het voorgaande volgt dat [eiser] Avrotros niet vergeefs heeft gedagvaard. Daarom zal Avrotros in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 103,43
- griffierecht 285,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.201,43
4.9.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Avrotros om binnen vijf werkdagen na de betekening van dit vonnis de berichtgeving in de uitzending van 11 november 2014 en het bijbehorende dossier op de website www.opgelicht.nl aldus te wijzigen dat:
- in de tekst (zie hiervoor onder 2.6) “[eiser]” wordt vervangen door “A”,
- in de uitzending de afbeelding van het rijbewijs van [eiser] aldus wordt gewijzigd dat zijn foto en naam onherkenbaar worden gemaakt,
- in de uitzending de gesproken tekst “deze [eiser]” wordt vervangen door “deze A”, althans door een tekst zonder de naam van [eiser],
5.2.
veroordeelt Avrotros om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 2.500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet geheel aan de in 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,- is bereikt,
5.3.
veroordeelt Avrotros in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.201,43, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Avrotros in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan nasalaris te vermeerderen met € 68,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2015. [1]

Voetnoten

1.type: LO