ECLI:NL:RBAMS:2015:7445
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op bezwaar en aanvraag maatschappelijke opvang
In deze zaak heeft eiser, wonende in Almere, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op zijn aanvraag voor maatschappelijke opvang en zijn bezwaar tegen een eerdere beslissing. Eiser had op 2 mei 2014 een aanvraag ingediend voor continuering van maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), terwijl hij op dat moment in het ziekenhuis verbleef. Na het indienen van de aanvraag heeft eiser verweerder in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat er op dat moment nog geen sprake was van een acute situatie die een snelle beslissing vereiste. De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is.
Daarnaast richt het beroep van eiser zich ook tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar van 4 juni 2014. De rechtbank constateert dat verweerder niet binnen de wettelijke termijn op dit bezwaar heeft beslist. Hierdoor is het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar gegrond verklaard. De rechtbank vernietigt het niet tijdig beslissen op het bezwaar en verklaart het bezwaar zelf niet-ontvankelijk, omdat de e-mail van 30 mei 2014 geen besluit in de zin van de Awb was. De rechtbank oordeelt dat er geen dwangsom verschuldigd is, omdat het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. Eiser krijgt het griffierecht vergoed en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser.