ECLI:NL:RBAMS:2015:7789

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2015
Publicatiedatum
11 november 2015
Zaaknummer
fa rk 6468
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voortzetting inbewaringstelling en machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 september 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, die in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft. De officier van justitie had op 14 september 2015 een verzoek ingediend voor een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, waarbij de rechtbank kennisnam van relevante stukken, waaronder een geneeskundige verklaring en een beschikking van de burgemeester. De betrokkene, die sinds kort was opgenomen, gaf aan dat het beter met hem ging en dat hij geen medicatie had ingenomen. Hij was van mening dat een opname niet noodzakelijk was, maar was bereid om medicatie te gebruiken in een ambulante setting.

De raadsvrouw van de betrokkene was het niet eens met de voorkeur van de behandelaren voor een voorwaardelijke machtiging, die direct geconverteerd zou worden naar een voorlopige machtiging. De rechtbank overwoog dat de voorwaardelijke machtiging niet kon worden toegewezen, omdat deze in strijd zou zijn met het karakter van de machtiging, dat gericht is op het afwenden van gevaar buiten de kliniek. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een manisch psychotisch toestandsbeeld bij de betrokkene, wat leidde tot gevaar voor anderen en voor de algemene veiligheid.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verleend voor de duur van drie weken, tot 9 oktober 2015, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De rechtbank heeft hierbij de geneeskundige verklaring en de verklaringen van de arts ter zitting in overweging genomen, en vastgesteld dat het gevaar dat de betrokkene veroorzaakte voortvloeide uit zijn geestelijke stoornis.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
BESCHIKKING
Voortzetting inbewaringstelling
De officier van justitie heeft op 14 september 2015 een verzoek ingediend tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van:

[Naam] ,

geboren op [datum] ,
wonende te [plaats] , [adres] ,
verblijvende te [plaats] , [naam locatie] , [adres 1] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Amsterdam gedateerd 12 september 2015 en een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). Het onderhavige verzoek is behandeld ter terechtzitting van 17 september 2015.
Op 15 september 2015 is de behandeling van het onderhavige verzoek, alsook het verzoek van een nieuwe voorwaardelijke machtiging met zaak- en rekestnummer C/13/590892 / FA RK 15-5278 ter zitting aangehouden omdat betrokkene wilde worden bijgestaan door mr. S.I. Fonds, in plaats van mr. N.W.A. Dekens (waarnemend voor mr. E.G.C. Groenendaal). Beide verzoeken zijn vervolgens behandeld ter terechtzitting van 17 september 2015.
Gehoord en/of aanwezig zijn: betrokkene;
raadsvrouw betrokkene, mr. S.I. Fonds;
waarnemend arts, [naam 1] ;
co-assistent;
verpleegkundige, [naam 2] .
De rechtbank overweegt als volgt:
Uit de overgelegde stukken, het gehouden verhoor, de verkregen inlichtingen en de in het dossier aangetroffen politiemutaties is het volgende gebleken.
Betrokkene heeft ter zitting meegedeeld dat het thans beter met hem gaat dan vorig jaar. Hij is sinds afgelopen zondag opgenomen. Als hij bidt, voelt hij zich beter. Voorts heeft betrokkene meegedeeld dat hij al heel lang geen medicatie heeft ingenomen. Betrokkene stelt dat GGZ alleen medicatie voorschrijft maar hij geen hulp krijgt met andere zaken, zoals zijn financiën en een woning. Betrokkene is van oordeel dat een opname niet noodzakelijk is. Hij wil zijn vrijheid behouden. Hij is wel bereid om in een ambulante setting medicatie te gebruiken omdat deze hem mogelijk toch helpt. Betrokkene erkent mensen te hebben bedreigd met woorden.
De raadsvrouw heeft ter zitting meegedeeld dat zij het niet eens is met hetgeen de behandelaren voor ogen hebben. De behandelaren prefereren een voorwaardelijke machtiging zodat deze direct geconverteerd kan worden naar een voorlopige machtiging. De raadsvrouw is van oordeel dat dit juridisch niet kan. De raadsvrouw ziet wel praktische voordelen. Wellicht dat de rechtbank het verzoek ter verkrijging van een voorwaardelijke machtiging kan aanhouden en kan beslissen op de IBS. De raadsvrouw heeft ten aanzien van de voorwaardelijke machtiging verzocht om het verzoek aan te houden of de officier van justitie niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. Ten aanzien van de IBS heeft de raadsvrouw verzocht om afwijzing omdat betrokkene van oordeel is dat er geen causaal verband tussen de stoornis en het gevaar is.
De waarnemend arts heeft ter zitting meegedeeld dat zij niet de behandelaar van betrokkene is. Er is bij betrokkene thans sprake van een manisch psychotisch toestandsbeeld waar fors gevaar uit voort vloeit. Betrokkene heeft voor zijn opname meerdere personen fors bedreigd. Ook in de kliniek heeft betrokkene meerdere hulpverleners bedreigd. Bij eerdere manisch psychotische episoden was er eveneens sprake van verbale en fysieke agressie. De waarnemend arts heeft van de behandelaren van betrokkene begrepen dat de voorkeur uitgaat naar de voorwaardelijke machtiging omdat er anders over drie weken weer een zitting nodig zal zijn. De behandelaren zouden graag zien dat de voorwaardelijke machtiging per vandaag ingaat, zodat deze meteen geconverteerd kan worden naar een voorlopige machtiging. De voorwaardelijke machtiging is op tijd ingediend maar doordat de zitting vertraging heeft opgelopen is er nog geen uitspraak door de rechter gedaan. Als dat niet was gebeurd had betrokkene nu ook een voorwaardelijke machtiging gehad die geconverteerd zou zijn. De waarnemend arts verwacht dat het adequaat instellen op medicatie nog een aantal weken zal gaan duren. Het is belangrijk dat betrokkene optimaal gestabiliseerd wordt om een heropname te voorkomen.
De rechtbank is, gelet op de geneeskundige verklaring en de toelichting van de waarnemend arts ter zitting, van oordeel dat betrokkene gevaar veroorzaakt, waarbij het ernstige vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens, te weten een manisch psychotisch beeld in het kader van een bipolaire stoornis, betrokkene dit gevaar doet veroorzaken. Het gevaar, met name gevaar voor ernstige fysieke agressie jegens derden, gevaar dat betrokkene, door zijn hinderlijk gedrag, agressie van anderen tegen zichzelf zal oproepen en gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen, kan niet worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis, terwijl het gevaar zo onmiddellijk dreigend is dat opneming met een voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht.
Het is de rechtbank, op grond van de inhoud van de geneeskundige verklaring alsook op grond van de verklaring van de arts ter zitting en anders dan de raadsvrouw in haar verweer heeft bepleit, voldoende duidelijk geworden dat het gevaar dat betrokkene veroorzaakt voortvloeit uit de stoornis. Derhalve zal de rechtbank het verzoek tot voortzetting inbewaringstelling toewijzen.
De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijke machtiging niet kan worden toegewezen nu ter zitting is medegedeeld dat de voorwaardelijke machtiging direct geconverteerd zal worden naar een voorlopige machtiging. Dat is in strijd met het karakter van de voorwaardelijke machtiging, te weten om het gevaar buiten de kliniek af te wenden. De rechtbank ziet geen aanleiding om de voorwaardelijke machtiging aan te houden nu niet bekend is wanneer betrokkene eventueel met ontslag kan gaan.
Bij betrokkene is onvoldoende sprake van een bereidheid tot voortzetting van zijn verblijf en behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank heeft acht geslagen op het bepaalde in § 3 van hoofdstuk 2 van de Wet BOPZ.

B E S L I S S I N G:

De rechtbank:
- verleentmachtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van drie weken tot 9 oktober 2015;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.G. Odink, rechter, in tegenwoordigheid van
N.E.G. Eekhoutte griffier, op 17 september 2015.