In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 november 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen. De verdachte ontving grote geldbedragen, waarvan hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren, op zijn bankrekeningen en boekte deze door naar diverse rekeningen van derden. Dit gebeurde in het kader van een grootschalige witwasconstructie waarbij miljoenen euro's aan het zicht van de benadeelde eigenaar, de Stichting Fonds voor Beeldende Kunsten Vormgeving en Bouwkunst, en justitie werden onttrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, op meerdere momenten in februari 2009, geldbedragen van in totaal ongeveer 2.000.000 euro heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze geldbedragen afkomstig waren uit een misdrijf. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank heeft de ernst van het feit, de rol van de verdachte binnen de witwasconstructie en de impact op de samenleving zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank achtte het noodzakelijk om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de ernst van het gepleegde feit.