4.4.Bewijsmiddelen
De rechtbank komt op grond van de volgende bewijsmiddelen tot het oordeel dat het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde kan worden bewezenverklaard.
1.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2014253072-1 van 17 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. 142 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangeefster [moeder van slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Ik ben de moeder van een dochter genaamd [slachtoffer] , zij is geboren op [geboortedatum] 2000. Alleen ik heb het gezag over [slachtoffer] . Ik wist op 15 oktober 2014 niet waar [slachtoffer] was. Ik had haar al een kleine week niet meer gezien. [slachtoffer] was weer weggelopen.
2.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2014253072 van 23 december 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. 179 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 11 oktober 2014 ontmoette ik de groep jongens op straat in [plaats] . Met [persoon 1] mocht ik mee naar huis. Hij woont in [plaats] . In de woning van [persoon 1] was later ook [verdachte] aanwezig. Ik heb op de bank daar voor de eerste keer seks gehad met [verdachte] . Seks is neuken dus. Dus met zijn piemel in mijn vagina. Toen [persoon 1] terug kwam is [verdachte] weggegaan en heb ik seks gehad met [persoon 1] . Daarna ben heb ik met [verdachte] afgesproken. Ik ben toen met hem naar een woning gegaan. Daar woonde hij met zijn broer.
De volgende dag op zondag heb ik ’s ochtends en ’s middags weer onbeschermde seks met [verdachte] gehad, gewoon neuken.
Daarna heeft [verdachte] me eerst naar [persoon 2] gebracht. Ik moest daar een uurtje blijven van [verdachte] . [verdachte] was rond 19.00 uur terug bij [persoon 2] . We zijn toen naar [persoon 3] gegaan. [persoon 2] woont achter [persoon 3] haar straat. Dit was op zondagavond. Rond 01:30 uur zijn ik, [persoon 2] en [verdachte] nog weggegaan naar de woning van [persoon 2] . [verdachte] zei dat ik bij [persoon 2] moest slapen, maar dat wilde ik niet. [persoon 2] is eng en zat aan me en dat wilde ik niet. Ik heb toen met [verdachte] gebeld en verteld dat [persoon 2] mij betastte. Ik stond toen buiten te wachten op [verdachte] .
[persoon 2] zei dat ik naar binnen moest komen, maar toen kwam [verdachte] weer. Ik ben toen weer met hem meegegaan naar zijn huis. De volgende ochtend hebben we weer seks gehad, neuken, met [verdachte] .
Die maandagmiddag ben ik om 17.00 uur naar [persoon 3] gegaan. [verdachte] heeft me daar afgezet.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2014253072-7 van 17 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] (doorgenummerde pag. 156 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 11 oktober 2014 liep ik rond in [plaats] . Op een gegeven moment zag ik die jongens. Dat was rond 17:00 uur. Ik vroeg toen aan een van die jongens of hij een sigaretje voor me had. Een van die jongens zei toen dat hij die wel had. Vijf minuten later zag ik de jongens weer. Een van de jongens vroeg aan mij of ik ergens mee zat. De jongen zei dat ik wel met hem mee mocht. Ik ben toen met de jongen meegegaan naar huis. Die jongen heette [persoon 1] . Toen ik bij [persoon 1] het huis uit was gezet, zei [verdachte] dat ik bij hem terecht kon. Het was al 01:30 uur ’s nachts, de nacht van zaterdag op zondag. We zijn toen naar zijn huis gegaan en hij bracht me naar een kamer.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2014253072-2 van 15 oktober 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 8] (doorgenummerde pag. 134 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als bevindingen, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant [verbalisant 7] , hoorde [slachtoffer] zeggen:
Kijk weet u, ik was weggelopen vrijdag. In [plaats] heb ik een beetje rond gelopen. Ik ging een beetje praten met jongens. Ik ben toen met zo’n jongen meegegaan. Op een gegeven moment zei die jongen dat ik daar wel kon blijven maar dat ik dan wel dingen moest doen met hem. Uiteindelijk heb ik wel seks met hem gehad. Omdat ik dat niet meer wilde moest ik weg uit dat huis. Een vriend van die jongen zei dat ik wel bij hem kon blijven.
5.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 6 maart 2015, van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven:
Ik zat die dag (de rechtbank begrijpt: zaterdag 11 oktober 2014) met [persoon 1] en nog een jongen in de auto. Die jongen kwam met een verhaal dat er een meisje was. Ze had hem om een sigaret gevraagd en volgens hem wilde ze wat. Toen is [persoon 1] langs gereden. Hij vroeg haar: “is er een probleem?” Ze zei toen: “Ik ben dakloos, ik kan nergens slapen”. [persoon 1] was bereid om haar bij hem te laten slapen. Ik ben naar hem toegegaan. Ik zag hem in zijn huis, samen met [slachtoffer] . [persoon 1] is weg gegaan en ik bleef alleen met haar achter. Het draaide op seks uit. Daarna ben ik vertrokken. De volgende dag wilde [persoon 1] haar niet meer in huis hebben. Ik heb haar toen bij mijn broer laten slapen. Volgens mij hebben wij ook seks gehad (de rechtbank begrijpt: in de woning van de broer).
Ze kon niet bij mij blijven slapen want het was niet mijn huis. Ik heb haar toen naar een vriendin van mij gebracht, [persoon 3] . Ze (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ) vertelde mij dat ze 17 was. Dat was toen ik alleen met haar was.
6.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte met nummer 2014253072 van 23 maart 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. 376 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van verdachte [verdachte] , zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] zei dat ze alleen op straat liep omdat ze geen dak boven haar hoofd had en ruzie had thuis of zo.
Ik heb haar bij mijn broer laten slapen. Dat is de woning waar ik ben aangehouden (de rechtbank begrijpt: [adres 2] te [plaats] ).
7.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2014253072 van [geboortedatum] 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 3] (doorgenummerde pag. 88 e.v.)
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige [getuige] , zakelijk weergegeven:
Ik woon in [plaats] . [slachtoffer] heeft twee nachten bij mij verbleven. Ze is op maandagavond gekomen en op woensdag (de rechtbank begrijpt: woensdag 15 oktober 2014) weer weggegaan.