In deze zaak vordert eiser, een voormalig advocaat, schadevergoeding van gedaagde, zijn voormalige advocaat, wegens vermeende onzorgvuldigheid in de advisering rondom een terugkooprecht. Eiser had in 2002 zijn onverdeelde helft van een benedenhuis verkocht aan zijn medeeigenaar, met de mogelijkheid om deze binnen vier jaar terug te kopen. In 2006 heeft eiser aangegeven het pand terug te willen kopen, maar er ontstond een geschil over de voorwaarden. Eiser stelt dat gedaagde hem had moeten adviseren om de koopsom aan de medeeigenaar te betalen om zijn terugkooprecht uit te oefenen, maar gedaagde adviseerde in plaats daarvan een ABC-constructie en het leggen van conservatoir beslag. De rechtbank oordeelt dat gedaagde niet onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat eiser zelf niet bereid was om de koopsom te betalen en gedaagde niet de opdracht had gekregen om hem te adviseren over de te volgen koers. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van advocaten in het adviseren van cliënten en de noodzaak voor cliënten om duidelijkheid te geven over hun wensen en verwachtingen.