Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 december 2015 in de zaak tussen
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en een eiseres uit Amstelveen over de herziening en terugvordering van studiefinanciering. De minister had op 12 december 2014 een besluit genomen om de studiefinanciering van eiseres te herzien, omdat zij niet op het door haar opgegeven adres zou wonen. Dit besluit werd gehandhaafd in een bestreden besluit van 26 maart 2015, waartegen eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 2 december 2015 werd eiseres bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank oordeelde dat de bewijslast bij de minister lag om aan te tonen dat eiseres niet op het BRP-adres woonde. De rechtbank concludeerde dat de bevindingen van een huisbezoek, uitgevoerd op 21 november 2014, voldoende bewijs boden voor de stelling van de minister. De hoofdbewoonster, de zus van eiseres, had verklaard dat er geen persoonlijke spullen van eiseres aanwezig waren, wat de rechtbank als significant beschouwde. Eiseres had aangevoerd dat zij tijdelijk bij haar ouders verbleef vanwege een schurftbesmetting, maar de rechtbank vond deze verklaring niet overtuigend.
De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het ontvangen van de uitwonendenbeurs en dat de herziening van de studiefinanciering terecht was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht toegewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.