Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
de besloten vennootschap Myhypotheek B.V.
[verweerder]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
www.myhypotheek.nlen @myhypotheek.nl geregistreerd. [verweerder] heeft een veelheid aan domein-namen op zijn naam geregistreerd staan.
- via zijn vennootschap Van Eeghen Ventures Holding BV - een bedrag van
€ 500.000,- aan Myhypotheek leent ten behoeve van de bedrijfsvoering van Myhypotheek.
myhypotheek.nlen het bijbehorende e-mailaccount, en als beheerder van het account.
myhypotheek.nlgewijzigd, waardoor alleen hij nog wijzigingen op de website kan aanbrengen.
[…]
Een goede oplossing houdt wat mij betreft ook in dat we ons meewerkend zullen opstellen en dat ik bijvoorbeeld bereid ben om het e-mailbeheer over te dragen en dat ik mij ertoe zou kunnen verbinden om mij te onthouden van contact met de contactpersonen van ROSNI s.r.o. (een deelneming van [naam 1] , ktr)
en je de back-up van de ROSNI-mailboxen zou kunnen geven of desgewenst kan vernietigen. Ook zal ik dan documenten die in de papiercontainer gevonden zijn aan je overdagen. Ik zal dan [broer] vragen verder onderzoek naar de gang van zaken binnen myhypotheek.nl en bij uitbreiding ROSNI S.R.O. te staken.[…]
Myhypotheek.nlop naam van Myhypotheek moest worden gezet.
Verzoek en verweer
a. de weigering van [verweerder] de inlogcodes te verstrekken,
b. de eis van [verweerder] voor een financiële regeling onder dreiging privé gegevens van [naam 1] openbaar te maken,
c. het meenemen van de administratie van Myhypotheek,
d. de (zonder enige aankondiging of voorafgaand overleg) registratie van de domeinnaam
Myhypotheek.nlop zijn eigen naam, en
e. de registratie van persoonsnamen van collega’s als zijn eigendom.
Ad a. [verweerder] zag geen reden om [naam 1] de inlogcodes te verstrekken, nu [naam 1] op dat moment niet de feitelijk bestuurder van Myhypotheek was. Omdat de site
myhypotheek.nlnet was gehackt, leek hem dat ook onverstandig.
Ad b. [verweerder] betwist dat hij [naam 1] in een gesprek heeft geschoffeerd en legt een transcriptie van het gesprek over, dat hij heeft opgenomen. De brief aan [naam 1] was een brief van de ene aandeelhouder aan de andere en heeft niets met zijn dienstverband met Myhypotheek te maken.
Ad c. [verweerder] verwijst naar de participatieovereenkomst en stelt dat hij het recht heeft alle boeken en bescheiden van de vennootschap in te zien, dus heeft hij ook het recht de administratie van Myhypotheek mee naar huis te nemen.
Ad d. [verweerder] stelt dat hij eigenaar van en rechthebbende op de domeinnaam
myhypotheek.nlis en verwijst daarvoor naar een bruikleenovereenkomst, gesloten tussen [broer] en hem en getekend op 15 april 2014. Myhypotheek is nooit eigenaar van de domeinnaam geweest en dus hoeft [verweerder] deze niet over te dragen.
Ad e. [verweerder] heeft jaren geleden als vriendendienst de registratie van de namen van de collega’s gedaan. Zodra zij dat willen draagt [verweerder] deze namen over. Dat heeft men hem echter nooit gevraagd.
Beoordeling
Toepasselijk rechtTijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter reeds overwogen dat artikel XXII lid 1 onder b. van het Overgangsrecht bepaalt dat
op een opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor [1 juli 2015] en op de gedingen die daarop betrekking hebben.
Ontbinding arbeidsovereenkomstNaar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de wederzijds ingediende stukken en hetgeen ter zitting met partijen is besproken, dat de verhoudingen tussen Myhypotheek en [verweerder] dermate ernstig verstoord zijn geraakt, dat in alle redelijkheid van Myhypotheek niet gevergd kan worden het dienstverband voort te zetten. Bij voortzetting van het dienstverband zou [verweerder] immers moeten samenwerken met de huidige directeur [naam 1] , met wie hij - getuige ook zijn brief van 15 juni 2015 aan [naam 1] - onmiskenbaar een groot conflict heeft. De veelheid aan procedures tussen partijen is in dit verband ook illustratief.
VergoedingDe arbeidsovereenkomst van [verweerder] zal - onder het voorbehoud dat deze thans nog bestaat - derhalve worden ontbonden tegen 1 februari 2016. Daarbij wordt geoordeeld dat [verweerder] geen vergoeding toekomt. Indien het ontslag op staande voet in rechte geen stand houdt, zal [verweerder] - in beginsel - tot de ontbindingsdatum recht krijgen op salaris, zonder dat hij daar werkzaamheden tegenover heeft hoeven te stellen. Gelet op de duur van het dienstverband en de leeftijd van [verweerder] , alsmede alle overige feiten en omstandigheden, ligt een (verdere) vergoeding niet in de rede.
De nevenvorderingenOmtrent de nevenvorderingen heeft de kantonrechter besloten dat deze procedure zal worden voortgezet als rolprocedure (in conventie en reconventie) overeenkomstig het bepaalde in artikel 69 Rv (spoorwissel) en als lopende zaak wordt verwezen voor wijziging van eis aan de zijde van [verweerder] , nu deze daarom heeft verzocht. Over de vordering in het inleidend verzoekschrift en de tegenvordering in het verweerschrift kan in die procedure middels een re- en dupliek (in conventie en reconventie) worden voort geprocedeerd. Dat impliceert dat de uitspraak in de artikel 96 Rv-procedure vooralsnog blijft gelden.
ProceskostenEr zijn - mede gelet op het bepaalde in aanbeveling 3.8 van de Kring van Kanton-rechters - termen om in deze procedure de kosten tussen partijen te compenseren.