ECLI:NL:RBAMS:2016:1588
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en wegslepen voertuig in Amsterdam: strikte uitleg van onmiddellijk laden en lossen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een bedrijf uit Nootdorp en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het geschil betreft de toepassing van bestuursdwang door het wegslepen van een voertuig van eiseres, dat volgens verweerder geparkeerd stond op een laad- en loshaven. Eiseres had tegen het besluit van 3 september 2015, waarbij haar voertuig was weggesleept, beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres ontvankelijk was in haar beroep, omdat zij had aangetoond dat er bezwaar was gemaakt tegen het primaire besluit.
De rechtbank heeft vervolgens de relevante wetgeving en verordeningen, zoals de Wegenverkeerswet en de Wegsleepverordening Amsterdam, in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat het begrip 'onmiddellijk laden en lossen' strikt moet worden uitgelegd, zoals ook is bevestigd in eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. Eiseres voerde aan dat zij het voertuig gebruikte voor het laden en lossen van goederen ten behoeve van evenementen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen laad- en losactiviteiten waren waargenomen op het moment van wegslepen. De rechtbank oordeelde dat het voertuig in strijd met de verkeersregels was geparkeerd en dat verweerder bevoegd was om het voertuig weg te slepen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder hadden moeten weerhouden van het toepassen van bestuursdwang. De bedrijfsvoering van eiseres, waarbij zij vaak kort voor evenementen opdrachten ontvangt, werd niet als een bijzondere omstandigheid beschouwd. De rechtbank concludeerde dat eiseres haar bedrijfsvoering zodanig had kunnen inrichten dat deze binnen de geldende verkeersregels zou blijven.