In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen JACOBS DOUWE EGBERTS PRO NL B.V. (hierna: Douwe Egberts) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: UWV). Douwe Egberts vorderde dat UWV de lopende aanbesteding voor de geïntegreerde facilitaire dienstverlening, Multiservices 2.0, zou staken en opnieuw zou aanbesteden per discipline. De aanbesteding omvatte acht verschillende facilitaire diensten, waaronder schoonmaak en catering, en werd als één geheel aangeboden. Douwe Egberts stelde dat deze clustering in strijd was met het clusterverbod van artikel 1.5 van de Aanbestedingswet 2012, omdat het de kansen voor MKB-bedrijven zou verkleinen en de aanbesteding te complex zou zijn voor individuele inschrijvers.
UWV verweerde zich door te stellen dat de clustering noodzakelijk was voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. De voorzieningenrechter oordeelde dat Douwe Egberts geen rechtens te respecteren belang had bij haar beroep op het clusterverbod, aangezien zij geen MKB-bedrijf was. De rechter concludeerde dat UWV voldoende had gemotiveerd waarom de opdrachten samengevoegd waren en dat de aanbesteding niet in strijd was met de Aanbestedingswet. De vordering van Douwe Egberts werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor aanbestedende diensten om zorgvuldig om te gaan met de clustering van opdrachten en de impact daarvan op de mededinging, vooral voor kleinere bedrijven. De rechter bevestigde dat de keuzes van UWV proportioneel waren en dat de belangen van de betrokken partijen adequaat waren afgewogen.