ECLI:NL:RBAMS:2016:3080
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter wegens gebrek aan feiten en omstandigheden
Op 12 april 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot wraking ingediend door een verzoeker, die betrokken is in een civiele procedure tegen Menzis Zorgverzekeraar. De verzoeker heeft mr. K.G.F. van der Kraats als behandelend rechter. Het verzoek tot wraking is gedaan omdat de verzoeker meent dat de rechter vooringenomen is. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de motivering van het verzoek geen concrete feiten of omstandigheden bevat die wijzen op een vooringenomenheid van de rechter of een objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. Aangezien de verzoeker geen relevante feiten heeft aangedragen, heeft de rechtbank geoordeeld dat hij kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De mondelinge behandeling van het verzoek is dan ook achterwege gelaten. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat het verzoek tot wraking lichtvaardig is ingediend, zonder enige kenbare grondslag, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van misbruik van recht. De rechtbank heeft daarom bepaald dat een volgend verzoek tot wraking tegen de rechter niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is uitgesproken op 15 april 2016, waarbij tegen deze beslissing geen voorziening openstaat.