In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 maart 2016 uitspraak gedaan tegen een verdachte die meermalen professioneel vuurwerk heeft verkocht aan particulieren, waaronder een minderjarige jongen van 12 jaar oud. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben en ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk, wat in strijd is met de wet. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. S. Kubicz, gevorderd tot een bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de raadsvrouw van de verdachte, mr. M.M.R. Slaghekke, vrijspraak heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 21 november 2014 tot en met 14 december 2014 in Amstelveen en Amsterdam professioneel vuurwerk heeft verkocht zonder vergunning. Dit werd bewezen door getuigenverklaringen en getapte communicatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en legde een taakstraf op van 150 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, vooral gezien het risico dat het verkopen van vuurwerk aan minderjarigen met zich meebrengt. De verdachte toonde berouw en had geen eerdere veroordelingen, wat meegewogen werd in de strafmaat.