ECLI:NL:RBAMS:2016:4167
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursdwang en brandveiligheid van logiesverblijven in Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 juli 2016 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit [naam 1], [naam 2] en [naam 3], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de algemeen bestuurscommissie van de bestuurscommissie Amsterdam Centrum, dat hen gelastte het gebruik van de eerste en tweede verdieping van hun pand als logiesgebouw/hotel onmiddellijk te staken. Dit besluit volgde op een inspectie door toezichthouders op 12 mei 2016, waarbij werd vastgesteld dat de appartementen op deze verdiepingen werden gebruikt voor kortdurende verhuur aan toeristen, wat in strijd was met de brandveiligheidseisen en het bestemmingsplan.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen de belangen van partijen afgewogen. Enerzijds was er het belang van de verzoekers om hun pand te blijven gebruiken voor verhuur, anderzijds het belang van de gemeente om de brandveiligheid te waarborgen en illegaal gebruik van het pand tegen te gaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoekers niet konden aantonen dat er sprake was van legaal gebruik van de appartementen en dat de gemeente terecht handhavend had opgetreden. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de sluiting van de appartementen voor drie maanden niet onredelijk was, gezien de geconstateerde brandonveilige situatie.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van naleving van brandveiligheidseisen en de voorwaarden voor het gebruik van panden als logiesgebouw. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat handhavend optreden gerechtvaardigd was om de veiligheid van de gasten te waarborgen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.