2.5.Op of omstreeks 23 juli 2012 hebben de erfgenamen een “Surity agreement with regard to mr. [eiser] and the related sale of real estate to mr. [eiser] met [eiser] gesloten (hierna de borgstelling). In de Nederlandse vertaling van de borgstelling staat, voor zover hier relevant:
“OVERWEGENDE DAT
(A) De Familie in afwachting is van de afwikkeling van de erfenis van hun vader (…)
(B) De Familie terzake van de afwikkeling van deze erfenis de nodige kosten (inclusief juridische kosten) heeft moeten maken en successiebelasting (de Erfkosten) heeft moeten afdragen;
(C)De Familie ter voldoening van de Erfkosten een kredietovereenkomst met ABN AMRO Bank N.V. (de Bank) gedateerd 2 juli 2008 en zoals van tijd tot tijd gewijzigd is overeengekomen voor een oorspronkelijke lening (…) welke recentelijk is verhoogd (…) (de Kredietovereenkomst);
(D)De Bank aan de Familie heeft verzocht aanvullende garanties af te geven met betrekking tot tijdige terugbetaling van de Lening;
(E) De heer [eiser] heeft aangeboden aan de Familie onder de voorwaarden als uiteengezet in deze overeenkomst garant te willen staan voor een deel van de verplichtingen onder de Kredietovereenkomst(…)
(…)
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
1. De Familie is en blijft hoofdelijk aansprakelijk voor nakoming van alle verplichtingen onder de Kredietovereenkomst.
2. De heer [eiser] verbindt zich na ondertekening van deze overeenkomst door alle Partijen tegenover de Familie tot het aangaan van een afspraak met de Bank tot nakoming van al hetgeen de Bank van de Familie uit hoofde van de Kredietovereenkomst te vorderen heeft (…) onder de volgende opschortende voorwaarden:
(a) het onroerend goed geleden op [erflater] (…) (het Onroerend Goed) en de bijbehorende grond (…) zal onderdeel van de nalatenschap van de heer [erflater] vormen;
en
(b) het Onroerend Goed zal vervolgens op of voor 1 mei 2014 in eigendom zijn verkregen door de heer [eiser] ;
(…) De Borgstelling zal pas geldig zijn op het moment dat aan beide voorwaarden is voldaan. (…)
3. Indien het Onroerend Goed onderdeel vormt van de nalatenschap van de heer [erflater] , verplicht de Familie zich tot levering en eigendomsverschaffing van het Onroerend Goed aan de heer [eiser] tegen betaling van het bedrag van de Koopprijs (…)
4. (…)
5. De Familie mag de Koopprijs enkel gebruiken voor aflossing van een deel van de Kredietovereenkomst. (…)
7. Indien het Onroerend Goed niet uiterlijk op 1 mei 2014 aan de heer [eiser] in eigendom is van de heer [eiser] zal de Borgstelling niet meer geldig kunnen worden en kunnen Partijen aan deze overeenkomst geen rechten meer ontlenen.
8. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Geschillen over deze overeenkomst en de uitvoering ervan zullen exclusief worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.”