Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaardingen van 27 oktober 2015, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 16 maart 2016, waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 augustus 2016 en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
(i)een bedrag van € 40.525,54 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 37.769,72 vanaf 29 augustus 2014 tot de voldoening en
(ii)een bedrag van € 1.602,49 aan proceskosten.