Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Ter zitting was [eiser] aanwezig met mr. Vink. Aan de zijde van het AD waren
[naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] aanwezig met mr. Trojan.
2.De feiten
“Bij een derde bezoek laat [tankstation] de zaak liggen. Door tijdelijk overschakelen naar een andere aardappel is de friet redelijk, niet de top die we hier gewend zijn. Dat kost punten.”
3.Het geschil
primairte veroordelen tot publicatie van de rectificatie door het plaatsen op de voorpagina van de krant en haar website van een door [eiser] opgesteld, in de dagvaarding weergegeven, bericht waarin wordt gemeld dat de derde test conform de spelregels niet had mogen plaatsvinden en dat AD aan [tankstation] met terugwerkende kracht alsnog een plaats in de top 5 toekent;
subsidiairte veroordelen tot publicatie van de rectificatie door het plaatsen op de voorpagina van de krant en haar website van een door [eiser] opgesteld, in de dagvaarding weergegeven, bericht waarin wordt gemeld dat de derde test alleen had kunnen leiden tot een (her)verdeling van de plaatsen 1 tot en met 5 en dat AD aan [tankstation] met terugwerkende kracht alsnog een plaats in de top 5 toekent;
lijdt financiële en imagoschade als gevolg van de onrechtmatige handelwijze van het AD. Hij heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van de vorderingen. Een verbetering van de positie van [tankstation] ten opzichte van het jaar 2015 leidt tot positieve reclame, extra klandizie en een verhoogde omzet, die nu achterwege blijft. De belangen van [eiser] wegen zwaarder dan het belang van het AD bij vrijheid van meningsuiting.
4.De beoordeling
816,00